In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen.
I
iemand is vannacht gestorven
in een honderdjarige slaap
terwijl een jager mijn vlucht volgde
langs bevlekte straten
bleef mijn voet haken
aan een vermomde bedelaar
ik kende hem van gezicht
struikelde
at hem de oren van het hoofd
zijn rode suikerappel
bleef steken in mijn keel
II
hij – jager of bedelaar –
doodt een hond
brengt longen en lever
naar de HR-medewerker
(die werkverzuim noteert)
als bewijs van een dier
op zwerftocht door een sprookjesstad
die mij – neergevlijd op een harde parkbank –
insluit als prikwol
iemand scheurt de jurk van mijn lichaam
voedt een textielcontainer
III
omdat ik het nog niet koud genoeg heb
pikt een vogel elke dag een haar
– ze twijfelt vaak tussen hoofd, oksel, balzak –
voor het nest dat ze op het dak
van een hoofdkantoor in de steigers bouwt
in ruil roept ze elke nacht
'hier wacht een vrouw'
terwijl mannen slapen
dwars door de ontknoping
van het verhaal
een ledemaat verliezen aan iemand met een dode naam
IV
misschien vergis ik me
vergeet ik de waarschuwing
die een vrouw zonder borst
boven de wieg uitsprak en weet
niemand onder welke nagel
de vlasnaald schoof
welke bonen ik in mijn hoofd
moest planten om lange gouden lokken te kweken
maar duiven herkennen geen vlechten
onder de verkeerde kroon
hun poten raken verstrengeld in goedkope pruiken
om een ledemaat te verliezen
aan iemand met een dode naam
V
soms vergeet ik
mijn voornaamwoorden
spreek ik alleen ambtenarentaal
veilig en steriel
soms denk ik aan vader
zijn minutieus uitgewerkte businessplan
rekent op de inlijving
van een bruidsschat
in zijn glazen huis
passen geen glazen schoenen
VI
ik sprak af met een kikker
bij de nachtwinkel (ook overdag open)
we sloegen de maaltijd over
trokken meteen naar mijn kamer
te laat heb ik zijn zachte bolle buik
opengesneden
daar lag de prins
tussen maag en hart ingeklemd
hij was al lang ingeslapen
tot een gouden bal
ik naaide hem terug
dicht met vaste hand
aan zijn tevreden gezicht was te zien
dat iemand als hij nooit een meisje
met een adamsappel
wakker zou kussen
Elise Vos is slavist en dichter. Ze publiceert regelmatig in literaire tijdschriften. Haar debuut Bolster verscheen in 2024. Ze laat zich inspireren door folklore en mythologie. In haar gedichten gaat ze op zoek naar schoonheid in duisternis.
Marina Sulima is een kunstenaar die illustraties, animaties, sculpturen en films maakt. Haar laatste drie fascinaties waren tomaten, afvalbergen en een handjevol kopersulfaat. Volgens haar is alles een verhalenmachine en ze luistert met veel plezier naar die vertelsels.


















