Asset 14

De on//smakelijke week: De smakelijke aarde

:De on//smakelijke week: De smakelijke aarde

Vorig jaar mei voelde ik voor het eerst het verlangen om zand, aarde en klei te eten. Op de route naar mijn werk fietste ik iedere dag langs een bouwplaats met glooiende hopen grond. Vooral het zand had een enorme aantrekkingskracht op mij. Zonder dat ik wist waar het vandaan kwam, had ik ineens een diepgewortelde lust om mijn lichaam eraan over te geven. Ik visualiseerde me hoe dat voelde: mijn vingers zouden zich een weg banen door de zachte bergen van piepkleine korreltjes, en ik zou een vuist vol vastgrijpen en door mijn handen laten lopen. Ik zou mijn neus erin duwen en een hap uit het losse, bijna gladde materiaal nemen. Dan zou ik de korrels door mijn mond cirkelen met mijn tong, en in een samengeklonterde brij tegen mijn gehemelte laten plakken. Voor de grand finale zou ik het zand feestelijk tussen mijn kiezen laten knarsen.

Ik voelde voor deze plotselinge neiging geen schaamte, alleen nieuwsgierigheid. Waar zou het vandaan komen? Ik googel ‘eating sand’. Het eerste resultaat is een Youtube-filmpje met een scène uit de Amerikaanse reality docuserie My Strange Addiction. In beeld komt een jonge vrouw die zichzelf voorstelt: ‘My name is Brea, I’m 19 years old, and I’m addicted to eating sand.’ Verschillende beelden van een nonchalant op zand kauwende jongvolwassene volgen elkaar op. Onder de beelden is een extreem versterkt gekraak ge-edit. Brea vervolgt bijna verveeld: ‘I just love the crunch.

Een paar zoekresultaten verder vind ik wat verklaringen. Zo zou de neiging tot het eten van zand kunnen duiden op een vitaminetekort of stress. Een andere verklaring is pica, een medische aandoening waarbij mensen een onweerstaanbare drang hebben tot het eten van niet-eetbare stoffen zoals krijt of haar. In principe kon het allebei op mij van toepassing zijn, maar ergens voelde ik dat dat niet klopte. Waren deze verklaringen niet vooral vanuit een westerse blik geschreven? En was het gevoel dat ik ineens had bij het zien van grond, niet veel instinctiever?

Bodemonderzoeker Steven Mantel, beheerder van het Wereldbodemmuseum op de campus van de Universiteit van Wageningen ziet dat het eten van zand, klei en aarde buiten de westerse wereld inderdaad leeft. Als hij in het buitenland op onderzoeksreis is vraagt hij steevast of daar grond wordt gegeten, en het antwoord is altijd: ‘ja’. Van Haïti en Madagaskar tot Georgië en Indonesië: overal worden bodemmaterialen geëerd omdat ze heilzaam zouden werken.

Ik herinner me ook dat mijn Sierra Leoonse vader me ooit vertelde dat zwangere vrouwen in Afrika graag klei eten omdat zij geloven dat het helpt tegen misselijkheid. Ik kon het me toen, als half Nederlands meisje, geboren en getogen in Amsterdam, nooit voorstellen. Maar nu ik me er verder in verdiepte, vielen de stukjes langzaam op zijn plek. Klei wordt immers sinds de oudheid al gebruikt als medicijn: In Egypte en Mesopotamië werd het gebruikt het als ontstekingsremmer en anti-bacteriële reiniger. En op Java wordt ‘ampo’ verkocht, een snack gemaakt van aarde en klei. Dat zou (ook specifiek voor zwangere vrouwen) goed zijn voor de spijsvertering en als preventie tegen verschillende ziektes.

Is mijn zandbegeerte niet gewoon een hunkering naar verbinding naar iets dat ik ergens ben kwijtgeraakt?

Het is een wat uitgebreidere vorm van geofagie (het eten van aarde), een eeuwenoude traditie die over de hele wereld toegepast wordt. Ook de in Nederland gevestigde, Russische kunstenaar masharu eet graag aarde, om zich zo dichter bij de natuur te voelen. In het Wereldbodemmuseum stelt masharu meer dan vierhonderd aarde- zand- en kleimonsters van over de hele wereld tentoon. Ook maakt hen potjes van klei, waar mensen uit kunnen drinken en die ze erna kunnen opeten.

Het eten van grond lijkt dus een instinctief gevoel, een universeel, menselijk verlangen. Ik voel dat als ik langs het stroompje water dichtbij mijn huis fiets. De zoete, mosachtige geur doet iets ontwaken. Het is niet alleen een verlangen, maar lijkt ook een gemis. Is mijn zandbegeerte niet gewoon een hunkering naar verbinding naar iets dat ik ergens ben kwijtgeraakt? Of iets dat ik nooit heb gekend?

Met deze gedachte besluit ik het de volgende dag eindelijk eens uit te proberen. Het liefst schep ik zand van de bouwplaats, maar ik kan me voorstellen daar daar teveel viezigheid in zit. Daarom fiets ik naar het tuincentrum iets verderop. Terwijl ik langs paden vol planten en potten stap, zie ik in de verte al de zakken zand tevoorschijn komen. Het water loopt me in de mond. Met hongerige ogen scan ik de soorten zand die staan beschreven op de prijsbordjes: 25 kg Ophoogzand, BigBag 1000 kg metselzand, Excluton 25 kg Voegzand. Bij het speelzand (‘voor kinderzandbakken, zonder gevaarlijke bestandsdelen’) blijf ik nonchalant staan. Ik weet niet precies hoe het eruit ziet, maar door de beschrijving lijkt het me puur, schoon zand, en goed om mee te beginnen. Ik kijk schichtig om me heen, en wacht tot een winkelmedewerker uit het zicht verdwijnt. Met mijn sleutels maak ik een gaatje in de zak en wrik wat heen en weer. Er sijpelt een zichtbaar schoon scheutje zand uit. Ik stop een handje in mijn meegebrachte totebag en loop ietwat gegeneerd, maar tevreden naar de uitgang.

Bij mijn fiets kan ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Het heeft al te lang geduurd. Mijn vingers grijpen een bergje zand. Ik stop het snel in mijn mond, alsof ik een hap van mijn vaders fufu eet. De compacte substantie voelt zacht en zwaar. Net zoals ik visualiseerde duw ik het materiaal rond met mijn tong. En net zoals ik vermoedde, lijkt het te smelten zonder te verdwijnen. Ja, het is fijn, maar geeft me nog niet de ervaring die ik zoek. Ik mis de geur van bodem, het gevoel van structuur. Het zand is te glad, en voelt veel te schoon.

Ik vertel mezelf dat mijn zandbegeerte inderdaad een gemis is, naar vergeten kanten van mezelf. Naar een verbinding met culturen, gebruiken en mensen waar ik niet meer bij kan

In het boek Losing Eden beschrijft auteur Lucy Jones hoe we als mensen langzaam de connectie met de natuur kwijtraken. Ze vertelt hoe ze op een dag de intense drift voelt om door de aarde te woelen en het van dichtbij te ruiken. ‘Sniffing soil up close, you will most likely have smelled petrichor, the delicious earthy scent after rainfall, when oil from plants is released into the air.’ De chemische verbinding die voor deze geur (die ik zelf bodem- of mosgeur noem) zorgt heet geosmine en zou onze voorouders tot vruchtbare grond hebben geleid. Lucy trekt met haar eenjarige dochter naar een bos dat ze kent uit haar kindertijd om zich aan haar verlangen over te geven. Eenmaal daar merkt ze dat niet alleen zij, maar ook haar dochter aangetrokken wordt door de aarde. Met haar kleine knuistjes probeert ze kluitjes aarde in haar mond te stoppen. Het is iets wat kinderen en dieren instinctief doen, aldus Lucy, maar als volwassen ‘mensdieren’ raken we dat gaandeweg kwijt.

Toch voel ik het nu weer, als volwassen vrouw. Na mijn ietwat teleurstellende ervaring in het tuincentrum besluit ik naar het strand te rijden. Ik hoop er door middel van ‘goed zand’, vol steentjes, stukjes schelp en een fijne geur, te ontdekken waar ik nou precies naar verlang. Ik prop een tas en een kleed in de kofferbak van mijn leenauto en rijd naar Castricum. Het is vertrouwd terrein. Terwijl ik naar een fijn plekje bij de zee zoek, denk ik aan de zomervakanties die ik in de duinen doorbracht op Camping Bakkum, een strand verderop. Ik besef me dat mijn liefde voor zand en zee met mijn bloedlijn verweven is. Aan mijn moeders kant, die al generaties lang zomers aan de Noord-Hollandse kust doorbrengt. En aan mijn vaders kant, waar het lichtoranje zand de West-Afrikaanse stranden siert. Ik vertel mezelf dat mijn zandbegeerte inderdaad een gemis is, naar vergeten kanten van mezelf. Naar een verbinding met culturen, gebruiken en mensen waar ik niet meer bij kan.

Ik stop mijn tas vol met zand (dit keer ruw, mét stukjes steen en schelp) en rijd weer terug naar huis. Daar aangekomen zet ik de tas op het aanrecht. Mijn handen kunnen zich niet beheersen. Tien minuten lang woel ik gretig door de tas. Daarna breng ik een kommetje naar mijn mond. Het voelt, en smaakt, eindelijk zoals ik had gedacht: koel, zwaar en zacht. Zilt en knapperig. Voorlopig heb ik genoeg om mijn honger te stillen, dacht ik tevreden.

Het smachten is inmiddels veranderd in een soort warme fascinatie. Liefdevol kijk ik naar zand in al zijn verschillende vormen: overvloedig op een hoop, appetijtelijk in een volle, jute zak, of een soort van romig, prachtig gladgestreken langs de vloedlijn. Ik adem dan diep in door mijn neus en neem de geur in me op. Ondanks mijn moderne leven in de stad voel ik dan even waar ik naar op zoek ben. Uiteindelijk heb ik de verklaring van masharu als waarheid aangenomen: door het eten van zand voel ik me meer verbonden met mijn natuur.

Deze column is onderdeel van De on//smakelijke week (themaweek).

Mail

Aisha Mansaray (zij/haar, 1988) studeerde Engelse taalwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Is o.a. columnist van Hard//hoofd en OneWorld, en hoopt ooit zo goed te worden als Amerikaans schrijfster Vivian Gornick.

Anna June (1994) is een illustrator uit Leiden en werkt voor verschillende opdrachtgevers. Haar tekeningen gaan vaak over ‘hoe mensen doen’, dieren, identiteit en ongemak. Ze is oprichter van het Leidse makerscollectief ROEM, een stichting die jonge makers ondersteunt en samenbrengt.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

'Ik verlang zo erg naar een inspirerend figuur die logica ontdekt in de willekeur van wat ons allemaal overkomt. Die tegen me zegt: "Marthe, zó is het, en de rest is bullshit".' Lees meer

Afgebeeld is een vrouw in badpak, zwemmend tussen vissen.

Anders zijn is niet ‘tegen de natuur’

Marthe van Bronkhorst duikt in de diepzee en ontleert acht lessen die ze vroeger op school onderwezen kreeg. Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

When life gives you hepatitis A-bessen, kruipt Marthe van Bronkhorst in de pen om het toch nog eens over de voedselindustrie te hebben. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

Auto Draft 1

Hoe jij politiek je zin weer krijgt: valse dilemma’s, overdrijven en nog drie tactieken die ik leerde van mijn vader

Marthe van Bronkhorst leerde van haar vader dat goed vals niet lelijk is. In deze column legt ze je drie technieken uit om je (politieke) zin te krijgen. "Links, doe nou eens wat mijn vader deed: nooit genoegen nemen met minder." Lees meer

Zwervende organen en feminiene furie

Zwervende organen en feminiene furie

Hysterie was vroeger een diagnose voor seksueel gefrustreerde vrouwen, in deze column pakt Lieke van de Belt het woord terug. Lees meer

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Michiel Cox’ broer wil als vrijwilliger het leger dienen. Hoe kan Michiel zijn begrip daarvoor rijmen met de idealistische opvoeding van zijn ouders? Lees meer

Het kattenvrouwtje dat de boom in sprong

Lieke van den Belt mijmert over verlegenheid en Minoes. Waarom bestaan er toch zo veel vooroordelen over kattenvrouwtjes? En zal ze zelf veilig vanuit de boom toekijken, of springt ze er uit? Lees meer

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

Marthe van Bronkhorst dacht dat het met conservatieve haat en machocultuur wel meeviel in Nederland, maar na anderhalve maand online haat en doodverwensingen, weet ze beter. Lees meer

We hebben armoede opgelost: een toneelstukje

Marthe van Bronkhorst schreef een kort toneelstukje waarin Ruben Brekelmans en Dilan Yesilgöz uiteenzetten hoe ze armoede willen gaan oplossen. Lees meer

Dunne intellectuele belangstelling

Dunne intellectuele belangstelling

Michiel Cox is vastbesloten om als docent aan zijn mbo-studenten meer dan alleen praktische kunde over te dragen. Hoewel studenten zijn lessen mild spottend een ‘zitvak’ noemen, merkt Cox dat bij sommigen intellectuele nieuwsgierigheid opbloeit, ondanks de lage verwachtingen van de buitenwereld. Lees meer

How can I make this about me? 1

How can I make this about me?

Marthe van Bronkhorst staat stil bij een jaar genocide en pleit ervoor om het meer over onszelf te laten gaan: 'Die dode Palestijnen hadden jouw kinderen kunnen zijn.' Lees meer

De inspraakavond

De inspraakavond

Om een progressief geluid te laten horen gaat Michiel Cox naar een inspraakavond over windmolens. Maar tijdens de bijeenkomst begint hij te twijfelen. Is dit inspraak? Lees meer

Dit kabinet is ziek - het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Dit kabinet is ziek: het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Marthe van Bronkhorst stelt dat het kabinet likkebaardend zou moeten trappelen om vernieuwende ideeën te presenteren, maar komt van een koude kermis thuis. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer