Mad Men anno 2022. In het aangrenzende reclamebureau naast mijn werkplek zit een dozijn dezelfde jongens (twintiger, sneakers, NY-petje, pen speels achter een oor gestoken) filmpjes van auto’s op maanlandschappen te monteren. Ik word rondgeleid door een meisje dat op een actrice lijkt van wie ik de naam steeds vergeet. Nergens staat een boek. Er staan retro rode koelkasten in de keuken, er is een mok met ‘MIJ NIET BELLEN.’ In deze perfecte omgeving, waar nog geen vaas vloekt met een bijzettafel, ga ik acht weken lesgeven in verhalen vertellen en creativiteit. Boven mij hangt een letterbord: GOOD VIBES ONLY. Maar zoals Leonard Cohen zei, ‘there’s a crack in everything, that’s how the light gets in.’ Tijdens mijn les vraag ik de studenten wat de fictieheld zou zijn van hun personage.
‘Ik ken niet echt fictiehelden,’ zegt een studente, ‘ik ken alleen échte helden.’
De anderen knikken. O ja, de echte wereld, schiet door me heen, die had je ook nog. Waarom heb ik het de laatste tijd alleen nog maar over ‘wat is betekenis en betekenaar?’ en ‘hoe theatraliseer je dat?’ De wereld bestaat niet alleen uit word-afdrukweergaves, podia, meerlaagse personages met elektracomplexen, en non-lineaire raamvertellingen.
‘Ik wil gewoon een verhaal,’ verzucht een student.
‘Met singuliere details?’ vul ik in, ‘Een outsider, die een obstakel overwint en innerlijke kracht in zichzelf vindt aan de hand van een betekenisvol object, een glazen oog bijvoorbeeld, in een interessante arena zoals, pak hem beet, een zandverstuiving?’
‘...dat niet alléén verkoopt,’ maakt ze af. ‘Ik ben al zo veel bezig met verkopen.’
O ja, geld verdienen, denk ik dan even, wat een normale behoefte eigenlijk. Daar zou ik me ook eens mee bezig moeten houden.
Een dag later ben ik dat voorstel alweer vergeten en zit ik in een filmcursus. Ander voorstelrondje, andere mensen, dezelfde verwarring. Vol spanning verwacht ik verhalen van gekwelde genieën. Van allerlei Heath Ledgers die zich method actend als The Joker opsluiten op hun zolderkamertje tot ze gek sterven. Van hyper-perfectionistische Stanley Kubricks die elke take 300 keer overdoen. Mensen met namen als ‘River Phoenix’ en ‘Gwendoline Christie.’ Voorstelrondjes zijn in mijn artistieke vriendenkring vaak moeizame aangelegenheden. Schrijvers kijken vaak gekweld, gebruiken disclaimers om een à twee feiten waar ze trots op zijn direct de grond in te boren (‘Ja, ik doe een beetje dit, maar ik ben nog héél erg zoekende’). In mijn vorige les was er een jongen die bij elke zin door zijn haar streek, iets prevelde over ‘op zoek naar dat spanningsveld’ (stilte), ‘een beetje unheimisch maar dan...’ (hier stak hij op Zoom dan meestal een peuk op) ‘nee, ik kan het niet uitleggen.’ Diep teleurgesteld trok hij zich dan weer terug.
Maar die dag zijn het geen kunstenaars, maar vakmensen die zich voorstellen.
‘Ik ben J. en ik ben overal goed in. Ik doe dus een beetje van alles, ik ben een generalist,’ zegt de eerste zonder een spoortje zelfhaat of vertwijfeling. ‘Ik heb een succesvol productiehuis,’ zegt de tweede. ‘Ik werk al jaren in het vak, het werd nu tijd voor wat ontwikkeling,’ zegt nummer drie. ‘Ik ben een beelddenker, het gaat gewoon vanzelf bij me,’ zegt nummer vier. ‘Ik heb geen enkel succes om te vertellen,’ denk ik, ‘en niets gaat vanzelf.’
Vriendin M. en ik staan na afloop tuimelend op de stoep.
‘Er is iets met deze mensen,’ zeg ik. ‘Ik weet niet wat, maar ik ben helemaal leeg.’
‘Ik ook.’
‘Iedereen is goed in dingen,’ raas ik door, ‘iedereen praat hard. Niemand is verlegen. Iedereen heeft een mening. En niemand heeft…’
‘Psychische problemen,’ vult M. aan. ‘Ze zijn allemaal zo normaal.’
Het unheimische spanningsveld in mijn binnenste is direct verklaard. ‘Dat is het.’
‘Ik ben het niet meer gewend,’ zucht vriendin M., ‘om om te gaan met allemaal normies.’
Inderdaad, denk ik, al die normies, wat een gekkenhuis.

Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.

Hanneke Rozemuller (1998) is beeldedacteur bij Hard//Hoofd en illustrator. Met dromerige scenes met veel textuur en een beetje absurdisme wil ze een nieuw esthetisch laagje aan verhalen geven.