Asset 14

Marinus Boezem en de eeuwige jaren 60.

Marinus Boezem en de eeuwige jaren 60. 1

‘De handelaar in ideeën die lucht signeerde en polders tentoonstelde.’ Dat staat (online) boven een Volkskrant-artikel over de kunstenaar Marinus Boezem. Hij was in de jaren zestig van de twintigste eeuw een van de grondleggers van de conceptuele kunst in Nederland. Zoals The Beatles een band vormden die àndere muziek wilde en ging maken, zo ging Boezem samen met zijn makkers Ger van Elk en Jan Dibbets voortaan ideeën bedenken in plaatsen van iets scheppen. Concepten in plaats van objecten. In die beginjaren, lees ik, maakte Boezem in eerste instantie alleen een simpele schets en die voerde hij dan op bestelling uit.

Tja. Er zijn winkeliers en andere middenstanders die minder lui zijn.

Maar het idee erachter, zegt hij nu, was dat het onzinnig was dat kunstenaars allemaal kunstwerken maakten waarnaar geen vraag was. ‘Dat hoopt zich allemaal maar op en dan krijg je dus zielige kunstenaars.’

Nee, dan liever luie kunstenaars.

Iets van humor heeft hij wel, lees ik. Want vers van de kunstacademie presenteerde Boezem zichzelf als handelaar in ideeën. Gekleed in driedelig pak en met een attachékoffertje in de hand trok hij langs musea, om zijn schetsen voor de Shows aan de man te brengen. Ze vonden maar weinig aftrek en bestonden tot nu toe alleen op papier. Maar nu exposeert het Kröller-Müller Museum in Otterlo al zijn Shows.

‘Mijn eerste conceptuele kunstwerk,’ vertelt Boezem, ‘was het tentoonstellen van een stuk polder bij Asperen, in 1960. Ik had wijn in mandflessen ingeslagen, dat dronk je in die tijd bij de opening van een tentoonstelling. Op klapstoeltjes kon je vanaf de dijk de polder bewonderen.’

Fun. Lol. Leuk. A happy happening. Compleet met slechte Italiaanse chianti in mandflessen die, ik vermeld het er maar even bij, niet voor niets ‘fiasco’ heten.

Maar het ging om de context. Nee, het concept: noem het de alchemie van de moderne kunst. De steen der eigenwijzen. Of zoiets.

Hij vertelt met zichtbaar plezier dat hij voor het Stedelijk Museum in Amsterdam een kunstwerk maakte van toiletblokjes met viooltjesgeur: ‘Op een gegeven moment kon je bij de Van Goghs, in een andere vleugel, de viooltjes ruiken. Dat oude werk werd helemaal opgefrist!’

Want dat was wat ze wilden, lees ik: een frisse wind door de kunstwereld. Alsof Van Gogh al oudbakken was. Moderne tijden, nieuwe zeden. Onze vooruitstrevendheid wordt gekenmerkt door ongeduld en haast.

En tja. Het is een ideetje. Dat van die viooltjeslucht. Een grapje.

Best leuk. Misschien.

Ik vind het nogal dun en ieletjes. Maar goed. Ieder het zijne.

Het is net zoiets als de blikjes die Manzoni (1933-1963)) jaren eerder met poep vulde. Merda d’artista vermelden de wikkels. Ze worden vandaag de dag op de kunstbeurzen soms aangeboden voor 275.000 euro per blikje.

Shit happens. (And pays. As long as there are shitheads.)

Ja, dat was een geslaagde grap, kunstparodie en consumeerkritiek ineen.

Manzoni had al veel eerder volledig witte schilderijen zonder voorstelling vervaardigd. Opgetrokken wenkbrauwen bij de museumbezoekers: was ook dat al kunst? Piero Manzoni (1933-1963) had ook het fatsoen om op tijd te sterven, nog geen dertig jaar oud. En niet de lulligheid om op z’n tachtigste te staan glimlachen om wat je zestig jaar geleden in die vermaledijde jaren zestig voor kunstje geflikt had.

Verfrissend? Manzoni wel, toen.

Hij luisterde naar de titel graaf Meroni Manzoni di Chiosca e Poggiolo

Dus een simpele Poggio de grollengrutter was hij niet.

Hij vulde trouwens ook rode ballonnen met zijn ademtocht:  Fiato d’Artista, waar je nooit iemand over hoort, terwijl dat toch een mooi en oprecht kunstzinnig idee is.

Maar geheel origineel was ook hij niet.

Hij had de kunst afgekeken van het enigmatisch genie Marcel Duchamp en vooral van die andere Fransman, Yves Klein, die compleet blauwe doeken schilderde. Toen Manzoni die letterlijke blauwdrukken gezien had in een in een galerie in Milaan, kwam hij op het idee om geheel witte en voorstellingsloze varianten te maken – zònder verf. Hij dompelt doeken in natte gipsklei en legt ze te drogen op canvas, waardoor de krimp spontaan plooien en kreukels doet ontstaan. Achterliggende gedachte: niet de kunstenaar ‘schildert’ het doek, maar dat doet dat doek zelf. En daarmee wordt het schilderij wordt teruggebracht tot het nulpunt: een non-schilderij.

In 1958 kwam Manzoni met een aantal witte minimalistische werken naar Rotterdam om die tentoon te stellen in het Groothandelsgebouw. Vergeefs. De organisatie ziet niets in zijn Achromes (letterlijk: zonder kleur).

Maar de Rotterdamse galeriehouder Hans Sonnenberg vindt het wel interessant werk. Hij neemt Manzoni op in de door hem opgerichte groep van Zero-kunstenaars, een divers gezelschap met onder meer Jan Schoonhoven en Henk Peeters. Zij experimenteren ook met nieuwe vormen van expressie, waarbij het achterliggende idee of concept vaak belangrijker is dan de uitvoering.

Ze zijn allemaal onder de indruk van de sprankelende bron Manzoni, die volgens Schoonhoven de noodzaak laat zien om ‘ook de laatste resten van het overbodige overboord te zetten’. Onder invloed van Manzoni worden de lijkgrauwe reliëfs van Schoonhoven Carrara-marmerwit. En Henk Peeters gaat ‘schilderijen’ maken van bolletjes witte watten: in navolging van Manzoni’s doeken van veren en donsjes. De bleke Hollanders ageren met hun feitelijk nogal droge keutels ook heel keurigjes tegen wat zij noemen het ‘kleurig gekakel’ van het abstract-expressionisme uit de jaren vijftig. Denk aan een opzettelijke knoeier als Karel Appel. Het zijn de jaren van de verzuiling. Het is dood tegen leven, protestantisme tegen katholicisme. De gortdroge theorie van het minimalisme versus de natte praktijk van maar wat aanrotzooien Het is de keuze waar deze vredelievende kinderen in barbaarse tijden voor staan.

Manzoni doet in 1962 ook mee aan de eerste grote tentoonstelling van Nederlandse Nul- en internationale Zero-kunstenaars in het Stedelijk Museum van directeur Sandberg in Amsterdam. Hij laat er zijn poepblikjes zien en voert een van hem bekende performance op (Linee, oftewel Lijnen). Een papierrol wordt langzaam uitgerold en hij tekent hij daar een lijn op. Dan wordt de rol afgescheurd en in een metalen huls gestopt. Nou, dat was wat! Het Parool schreef: ‘Met Sandberg naar het absolute nulpunt’. De Duitse Zero-kunstenaars houden zich vooral bezig met bewegende kunst. Verder vinden deze nogal bedrukte poepers de ingeblikte kunst van Manzoni tè conceptueel. Manzoni, oneerbiedig maar humorvol, komt daarop met het zijn voorstel om witte kippen los te laten in het museum, want die zijn ook wit èn bewegen: net als de werken van zijn hooggeëerde en in de kunsten doorgeleerde, Duitse academische collega’s.

Manzoni, origineel als hij kon zijn, staat ook aan de basis van de levende kunstwerken: soms heel kunstig verklede straatartiesten die overal ter wereld op pleinen te zien zijn. In Schiedam staat een kopie van het originele idee: de Base Magica, de magische sokkel waarop Manzoni mensen liet plaatsnemen om zelf een levend kunstwerk te worden.

Dat was in 1961. Zestig jaar geleden!

Maar toen de conceptuelen zich en masse manifesteerden, was de frisse geur er wel al een beetje vanaf. Een beetje erg zelfs.

Een van Boezem’s bekendste ‘werken’ is Signing the Sky uit 1969. Voor dat kunstwerk liet hij een reclamevliegtuigje met condensatiestrepen het woord ‘Boezem’ in de lucht schrijven boven de haven van Amsterdam. ‘Ik had dus als het ware het heelal gesigneerd.’

De papieren krant geeft het artikel over en met hem ‘Gesigneerde lucht’ als titel mee. Dàt vind ik wel een aardige vondst.  Maar het had dus evengoed ‘Chemische bloemenlucht’ of ‘Vliegtuiguitlaatgas’ kunnen heten. Of Stank-voor-dankkunst of zoiets.

De tentoonstellingen in 1969, Op losse schroeven in het Stedelijk in Amsterdam en When Attitudes Become Form, in Kunsthalle Bern, presenteerden die nieuwe conceptuele kunst en zetten de kunstwereld op zijn kop.

Het had grote gevolgen. Conceptuele kunst bleef alomtegenwoordig in musea.

Samen met dochter Natasja, óók kunstenaar, maakte hij voor de Vleeshal in Middelburg een tentoonstelling over het syndroom van Stendhal, waarbij iemand ontzet raakt bij de confrontatie met een overdosis aan schoonheid. De schrijver Stendhal zelf had daar last van bij zijn bezoek aan Florence en erover geschreven.

Zij op onderzoek aldaar, vader en dochter. En daarbij stuitten ze op een boek van Umberto Eco: De geschiedenis van de schoonheid – wat in zijn landstaal Stendhaliaans veel schoner klinkt: La storia della bellezza. (De tegenhanger over de Lelijkheid mag er ook zijn: Storia della bruttezza.)

In dat boek over schoonheid zegt Eco hij dat de voorstelling van een madonna met kind een subliem voorbeeld van schoonheid is. Een kloppend cliché en als dusdanig zeker ouder en bijna viezer dan een blikje stront van Manzoni, maar toch.

Terug in Nederland lieten vader en dochter jonge moeders met baby’s elk apart plaatsnemen in de nissen van de muren van de expositieruimte de Vleeshal te Haarlem. Voorzien van onder meer een dekentje. En dan konden de moeders daar mooi hun kindje verzorgen: de borst geven, verschonen, lekker laten slapen. Dat werk. Boezem vertelt het met trots: ‘Over kunst die dicht bij het leven staat gesproken.’

En over kitsch, wil ik daaraan toevoegen. Kunst bevindt zich in een ‘spanningsveld’ tussen quatsch en cliché. De echte kunst zweeft ergens daarboven, als een condensatiestreep achter een vliegtuigje.

 

Marinus Boezem: Alle shows is tot en met 14 november 2021 In het Kröller-Müller Museum op De Hoge Veluwe in Otterlo te zien. 

Beeld: G.J. van Rooij / Kröller-Müller Museum

 

 

 

Mail

Marc Schoorl schrijft over literatuur, popmuziek en kunst. Onlangs publiceerde hij Ode aan Joy Division, een boekje over aforismen: Veelzeggende zinnen, en de cyclusromans Zes broers en een zus (deel I) en Zo vader, zo zoon (II). Deel III  O moeder... verschijnt circa september 2021.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu