Asset 14

De tanden van opa

De tanden van opa

 

Bart en zijn vader brengen het kunstgebit van Barts opa terug naar een Duitse soldaat. Een verhaal van Pieter Drift over het onkenbare verleden en de anoniem gestorven vijand die we nooit helemaal zullen kennen.

Na twee flessen Weingut Geil Frühburgunder uit 2018 vertelde zijn vader dat Barts opa aan het begin van de oorlog, 's ochtends vroeg en licht aangeschoten, een Duitse parachutist had gevonden. Levenloos was hij op het Noordereiland terechtgekomen zonder ooit een schot gelost te hebben. De mond van de dode soldaat stond nog open. Hij leek opa uit te nodigen om zijn gebit over te nemen. Voor opa was het een gelukje omdat zijn tanden al wel waren getrokken, maar zijn kunstgebit nog niet was aangekomen. Zonder verder na te denken had hij de tanden van de soldaat in zijn eigen mond gestopt. Wonderwel had het gepast. Deutsche Gründlichkeit. Altijd had hij verkondigd dat hij het gebit tijdens de oorlog niet één keer uit zijn mond had gehaald. ‘Je moet je tegenstander altijd bij je houden,’ had hij gezegd. Vlak voor zijn sterven had hij aan Barts vader gevraagd of hij de tanden wilde teruggeven. Het was het enige wat hij ooit had gestolen en hij wilde niet dat het hem zijn plek in de hemel zou kosten.

Zijn vader was na het verhaal naar boven gegaan. Aangeschoten liet Bart zich op de bank vallen. Hij keek rond en zag alleen maar spullen die vertrouwd waren. Bart hoorde de vlizotrap naar beneden gaan. Niet veel later kwam zijn vader terug met een bruin pakketje. 'Ik zou niet willen dat door mijn nalatigheid voor hem de hemelpoort gesloten blijft.' Bart kreeg het pakje in zijn handen gedrukt. Hij opende het en zag een bovenprothese met gele tanden. Zijn vader grapte dat het wel schoongemaakt was na opa’s dood.

Nadat Bart afscheid had genomen van zijn vader liep hij een beetje wankelend over straat. Het speeksel van de dode soldaat zag hij telkens weer verdwijnen in opa’s mond. Vaak genoeg had hij opa gekust. De geur uit zijn mond had Bart nooit gestoord, maar nu wist hij wat het geweest was. Bart kokhalsde.

 

‘Weet jij waar we heen moeten?’ vroeg Bart toen hij instapte.
Zijn vader knikte. ‘Ysselsteyn.’ Hij gaf hem een dikke envelop en wachtte. Bart haalde er een stapeltje A4’tjes uit en keek ernaar. Hij verwachtte dat zijn vader direct zou wegrijden maar de auto bleef staan. ‘Waarom gaan we niet?’ vroeg Bart.
Zijn vader wees naar Barts buik. ‘Je gordel.’ Bart sjorde zich vast en op het moment dat de veiligheidsklik klonk, trok zijn vader op.  In de envelop zat een aantal volgeschreven velletjes. Het handschrift was niet goed leesbaar. Al snel begonnen de krabbels voor zijn ogen te draaien. Bart keek recht voor zich.

‘Mag er een raampje open?’ vroeg hij. Zijn vader drukte op de knoppen in zijn portier en alle ramen gingen tegelijk omlaag. De velletjes vlogen door de auto. ‘Dicht, doe dicht!’ schreeuwde Bart. Zijn vader keek even opzij en probeerde met één hand het papier te grijpen. ‘Doe eerst die ramen dicht,’ zei Bart, ‘Handen aan het stuur.’

‘Vroeger wist je ook al niet wat je wilde,’ zei zijn vader. Bart besloot niets terug te zeggen. Hij propte de velletjes terug in de envelop en zette de radio aan.

 

Vanuit Ysselsteyn reden ze de Timmermansweg op. De begraafplaats werd afgeschermd door een dikke rij bomen. Na ruim een kilometer sloeg zijn vader linksaf en zette de auto op de parkeerplaats. Tegelijk stapten ze uit de auto. Bart met de envelop, zijn vader met het bruine pakketje. Het veld leek een zee van doden. Normaal gesproken zijn de kruizen op een militaire begraafplaats wit, maar hier waren ze grijs. ‘Waar ligt onze soldaat?’ vroeg zijn vader. Bart gaf hem de envelop. Al deze jongens waren gestorven voor een zaak die geen sympathie meer opriep. Toch geloofde hij niet dat hij een hekel zou hebben gehad aan de meesten van hen.
‘Er mist een velletje!’ hoorde hij zijn vader briesen. Meteen maakte zijn vader rechtsomkeer en liep naar de auto. Even later kwam hij scheldend terug. ‘Gewoon weg! Het papier waarop de naam staat, is verdwenen!’

‘Weet je niet meer hoe hij heette?’ vroeg Bart verbaasd.

Zijn vader keek hem aan. ‘Nee, hij had zo’n typisch Duitse naam. Er liggen bijna 32.000 doden op dit veld dus…’ Met z’n tweeën keken ze naar de kruizen. Alle graven waren identiek, alleen naam en data waren anders. Hier lag zoveel potentiële levenslust onder de grond. Bart probeerde bij elk kruis een gezicht te bedenken maar strandde al snel. Zijn vader liep iets voor hem en leek alleen maar namen te scannen.

 

Na enig zoeken vonden ze de velden BU, BV en BW waar de militairen lagen die gevallen waren in de meidagen van 1940 te Rotterdam. Hier zou de parachutist moeten liggen. Zijn vader bekeek alle graven met een precisie die Bart niet vaak bij hem zag. Een aantal maal liep hij heen en weer. Soms bleef hij even staan. ‘Ze zouden het allemaal kunnen zijn… Gottfried, Hans, Walter, Rudolf, Willi, ik weet het echt niet.’ Bart keek naar zijn vader die stil stond voor kruis BU-083 waarop ‘Ein Deutscher Soldat’ stond. ‘Een zoon van niks…’ hoorde hij zijn vader mompelen. Met het pakketje voor zijn buik bleef hij naar het kruis kijken.
Toen zijn vader weer verder wilde lopen, vroeg Bart: ‘Zullen we de tanden aan hem geven?’ Hij wees naar graf BU-083.
Even keek zijn vader naar de graven om zich heen om daarna de blik ten hemel te richten. 'Goed...' zuchtte hij, 'Het maakt ook niets uit. Al die jongens hebben hetzelfde gedaan.' Bart nam het bruine pakket uit zijn vaders handen, haalde het papier eraf en legde de gebitsprothese vlak voor het kruis. Nu lag Barts opa ook een beetje op dit kerkhof. Samen keken ze naar de tanden op het graf. Zijn vader draaide zich om en liep zonder iets te zeggen richting uitgang.


Mail

Pieter Drift is een verhalenverteller in woord en beeld. In een ver verleden is hij afgestudeerd aan de kunstacademie te Rotterdam. Sinds 2012 vormt hij een duo met Willem Jakobs met wie hij kunstprojecten en performances doet. // www.pieterdrift.nl

Melcher Oosterman is een freelance illustrator uit Rotterdam. Zijn werk bestaat vooral uit tragische en humoristische karakters die stiekem als een soort zelfportret fungeren. Naast commercieel werk houdt Melcher zich bezig met persoonlijke projecten zoals het maken van strips, bedrukken van t-shirts en het brouwen van bier.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer