Het koppel dat achter mij op een kleedje in het park zit, is duidelijk op hun eerste date. Goede vriend T. en ik zitten een paar meter verderop onder een boom het kaartspel Munchkin te spelen. Terwijl T. nadenkt over hoe hij mijn monster kan verslaan, luister ik stiekem mee met het gesprek.
De man – begin dertig, kalend, met kaarsrechte rug en hoog opgetrokken gele sokken – vertelt in een niet-aflatende woordenstroom over zijn baan in het onderwijs, zijn ex-vriendin in Noorwegen en zijn roadtrip door Nieuw-Zeeland. De vrouw – ook begin dertig, donkere krullen, zwart zomerjurkje – krijgt alleen beleefheden als ‘werk je fulltime?’ en ‘hm hm, ja ja, ah zo’ tussen zijn relaas, begrijpelijkerwijs op ietwat verveelde toon. Na ongeveer tien minuten weet ik hoe hij bijna een huis kocht maar toch net niet, dat hij 36 uur per week werkt, en wat zijn hechtingsstijl is (vermijdend). Van de vrouw weet ik niets.
T. heeft zijn gedachten blijkbaar losgerukt van mijn monster, want hij kijkt me met hoog opgetrokken wenkbrauwen aan en seint met zijn ogen naar de plek achter me. Ik kijk met wijd opengesperde ogen terug: ja, ik hoor dit ook.
Na ongeveer tien minuten weet ik hoe hij bijna een huis kocht maar toch net niet, dat hij 36 uur per week werkt, en wat zijn hechtingsstijl is (vermijdend). Van de vrouw weet ik niets.
Mijn single, hetero vriendinnen klagen steevast over de geen-vragen-stellende mannen die zij op dates tegenkomen. Vriendin N. besloot – na talloze mannen te hebben ontmoet die amper (weder)vragen stelden – op haar laatste Hinge-date na een krap half uur al de rekening te vragen, omdat ze geen energie had voor de zoveelste een man die vooral over zichzelf praatte. ‘Ik voelde me ineens een soort eendimensionaal floddertje, dat alleen goed was om als publiek te fungeren’ appte ze. ‘Als je elkaar wilt leren kennen, ben je toch benieuwd naar de verhalen en ideeën van de ander?’ Haar date had de ontmoeting overigens heel anders ervaren en stelde bij het afscheid dat hij verbaasd was dat het zo snel voorbij was. Ze hadden toch een leuk gesprek?
Als T. en ik iets later die middag van het park naar een terrasje zijn verplaatst, bespreken we het wel-of-niet vragen stellen over een glas wijn. Ik vertel hem dat het een notoir date-fenomeen lijkt onder de vrouwen in mijn omgeving, de geen-vragen-stellende man. ‘Is het niet gek dat er op zich zoveel geïnteresseerde mannen zijn, maar ze die juist bij het daten niet vaak tegenkomen?’
‘Mijn vriendin heeft toen we dateten ook weleens gezegd dat ik niet genoeg doorvroeg’, antwoordt T. ‘Toen legde ik haar uit dat ik natuurlijk heel geïnteresseerd in haar ben, maar dat ik als ze iets vertelt, gewoon focus op de feiten’, vervolgt hij. ‘Dat ze er ook nog allerlei dingen bij vóélt, waar ik naar kan vragen, dat komt dan niet zo bij me op. Bovendien verwacht ik dan ook gewoon dat ze me alles zegt dat ze me op dat moment wil vertellen.’
Ik knik, en denk aan het pseudo-wetenschappelijke boek Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus. ‘Is het misschien gewoon een verschil in hoe we als jongens en meisjes leren communiceren?’, vraag ik aan T.
‘Ja, misschien wel.’ Hij denkt een paar seconden na.
‘Als ik met mijn mannelijke vrienden afspreek ga ik sowieso vaker iets doen, dan praten’. ‘En als we dan praten, dan vragen we elkaar niet per se iets. We vertellen elkaar gewoon dingen.’
Is dat niet immers al eeuwen wat het patriarchaat ze voorschrijft, dat zij de jagers zijn?
Als ik aan het begin van de avond naar huis fiets, bedenk ik me dat internetdaten sowieso ongemakkelijke communicatie in de hand werkt. Je start vanuit het niets een conversatie, waarachter de hele tijd een soort druk voor een romantische connectie ligt.
Dat is voor iedereen onnatuurlijk en spannend, ongeacht gender. Maar misschien dat patriarchale genderrollen extra versterkt worden in een tijd waarin je elkaar digitaal leert kennen en selecteert op een aantal catchy kenmerken, in plaats van natuurlijke chemie. En waar je, als je niet genoeg je best doet, zo verruild wordt voor de volgende match. Misschien dat een man zich in zo’n interactie wel gedwongen voelt tot een dominante sales pitch, om indruk te maken. Is dat niet immers al eeuwen wat het patriarchaat ze voorschrijft, dat zij de jagers zijn?
Misschien is het dus eigenlijk een compliment. Mannen zijn gewoon net pauwen, die op zo’n eerste date al hun veren willen laten zien. Ik denk aan het koppel in het park. Zij ‘hmhm-end’ en afwachtend, en hij druk vertellend, in kaarsrechte houding, zijn armen gespannen om zijn knieën geklemd, met zijn hoog opgetrokken gele sokken. Aandoenlijk, eigenlijk. Ik hoop dat ze hem een vervolgdate gunt.
Aisha Mansaray (zij/haar, 1988) studeerde Engelse taalwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Is o.a. columnist van Hard//hoofd en OneWorld, en hoopt ooit zo goed te worden als Amerikaans schrijfster Vivian Gornick.
Elianne Koolstra Elianne Koolstra (1994) is illustrator en ontwerper. Ze ontwerpt en produceert boeken voor verschillende uitgeverijen, en maakt beelden door te spelen met en soms juist weg te laten van vormen. Favoriete onderwerpen: bomen, bergen, gebouwen, vertes en soms een vleugje troosteloosheid.