Asset 14

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. De illustratie erbij, gemaakt door Sarah Pannekoek, won de juryprijs van De Stoute Stift 2025.

deBuren · Pekingeend | Fleur Klemann | Juryprijswinnaar Het Rode Oor 2025

Je vist een vleeshaak uit je kontzak en steekt behendig het ijzer door de kop van de pekingeend. De doffe zwarte kraalogen staren me aan. Je gebaart mij dichterbij te komen, tot we zij aan zij aan het fornuis staan. Mijn glazen beslaan van de hete stoom die uit de pan opstijgt, met trillende vingers schuif ik mijn bril wat lager op mijn neusbrug.

Het is hoe je arm steeds langs die van mij schuurt terwijl je met een soeplepel heet water over het ontvleugelde beest schenkt, over de kop en de snavel die zacht en roze is. Hoe je lippen iets uit elkaar staan, de kleine druppels glinsterend boven je lip. Van opzij gluur ik naar je.

Ik leer je hoe je pekingeend bereidt, had je gezegd. De andere jongens waren al weg. Je had ze een voor een naar huis gestuurd, tot alleen ik nog overbleef. Mijn T-shirt had ik net over mijn hoofd uitgetrokken, toen je de personeelsruimte in kwam. In de spiegel aan de muur zag ik mijn spierwitte buik. Losjes leunde je tegen een van de lockers aan, je buis tot boven dichtgeknoopt.

Bij de spoelkeuken vraag je me de eend af te blussen. Met de spuitkop sproei ik koud water op het bleke vlees. Je kijkt naar me en knikt goedkeurend. Bloed stijgt naar mijn wangen, ik hou er niet van om bekeken te worden – zelfs niet door jou. Niet voor niets werk ik diep weggestopt in de krochten van de keuken.

We herhalen het opgietritueel met zwarte azijn. Om beurten houden we de eend vast boven de pan. De azijn heb je zelf gemaakt, dat weet ik al. Ik zag je in de weer met kleefrijst en suiker, alles woog je zorgvuldig af. Je doopt de top van je pink in de zwarte azijn en zuigt.

‘Proef,’ zeg je.

Je doopt opnieuw je pink in de pan en steekt hem zonder twijfel in mijn mond. Mijn lippen plooien om je vinger heen. De azijn is zoet en heeft iets aards. Door het aardse heen proef ik jou. Het puntje van mijn tong glijdt over je nagel, je trekt je terug.

We lopen naar achteren, jij hebt de eend vast. De meeste lampen zijn al uit, alleen de grove lijnen van de werkbanken kan ik onderscheiden. Voor de dikke, bolstaande deur van de koelcel houd je halt. Een koude vlaag slaat in mijn gezicht als je de deur opent, wit licht springt aan. Binnen blazen vijf ventilatoren lucht op tientallen geel uitgeslagen, dode pekingeenden. Van het geel druipt vocht naar beneden dat wordt opgevangen op metalen platen. Op het zoemen van de waaiers en het zachte druppen na, is het stil. Mijn ademhaling voelt gejaagd.

Hoeveel kikkers heb ik je zien strippen, tot ze bleek en naakt op de rvs-werkbank liggen?

Je stapt naar binnen, verwacht dat ik je volg. De deur zet je op een kier, de eend hang je op aan een balk. In het midden van de koelcel staat een krat vol diepgevroren kikkerbillen. Vaak heb ik je het vel van de kikkers vast zien houden, tussen je duim en je wijsvinger. Gezien hoe je met een keukenschaar het vel rondom het middenrif losknipt, als een riem die wordt losgemaakt. Hoeveel kikkers heb ik je zien strippen, tot ze bleek en naakt op de rvs-werkbank liggen? Je vraagt me waar ik aan denk.

‘Kikkerbillen,’ zeg ik.

‘Ah,’ zeg je, ‘cuisses de grenouille.’ Het roze puntje van je tong piept tussen je tanden.

Je schuift het krat aan de kant en gaat achter me staan, legt je handen op mijn schouders. Ik zou mijn koude handen op die van jou kunnen leggen, je dichter tegen me aan kunnen drukken. Ik ben blij dat je achter me staat, in dit licht zie je alles. We kijken samen naar de eenden.

‘Zeven uur,’ zeg je. Je stem klinkt heser, je hete adem kriebelt in mijn nek. ‘Tot de huid uitgedroogd is.’

Beeld ik het me in, of kneed je zacht de bladen van mijn schouders? Mijn hoofd voelt zwaar, te zwaar voor mijn nek. Lichtjes kantel ik mijn hoofd naar achteren. Je bent veel langer dan ik, je zou je kin op mijn kruin kunnen leggen.

‘Het wordt te warm binnen,’ zeg je.

Ik wankel als je van me weg stapt. Je pakt de twee geelste pekingeenden en geeft er één aan mij. De huid staat strak, de laatste druppels vocht sijpelen naar beneden. De ijzeren haak vriest bijna vast aan mijn klam geworden hand.

De laatste halte in de keuken is een glimmend roestvrijstalen vat. Vaak heb ik op mijn knieën het staal schoongewreven met een ijzerspons, soms stond je achter me en wees je kleine plekjes aan. Je opent het luik voor me. Binnen in het vat hangen we de eenden boven het vuur. ‘Langzaam zal de huid kastanjebruin kleuren,’ zeg je, ‘zal het schroeien.’

Je sluit het luikje en neemt me mee naar de personeelsruimte. Je knoopt je buis los, je borst is harig.

Dit zei de jury over Pekingeend:
De jury bleef smachtend achter na het lezen van dit verhaal. Het verhaal is heel beeldend, zintuigelijk en haast filmisch geschreven en we stonden dan ook vanaf de eerste (geweldige) zin ('Je vist een vleeszaak uit je kontzak en steekt behendig het ijzer door de kop van de pekingeend') naast deze personages in de keuken. Het verhaal is mooi gedoseerd met een zeer sterke spanningsopbouw en een geweldige cliffhanger op het einde. Als locatie is de restaurantkeuken goed gekozen en heel overtuigend uitgewerkt. Het contrast tussen de tamelijk gruwelijke handelingen die worden verricht en die gedetailleerd worden beschreven en de tedere gebaren werkt ontzettend goed. De spanning tussen de twee personages is heel voelbaar, terwijl we onszelf als jury tegelijk afvroegen of er nu eigenlijk íets erotisch was gebeurd in dit verhaal of dat alles zich ook enkel in het hoofd van de ik-persoon kon hebben afgespeeld.

De jury bestond dit jaar uit Sophie Kok, Lisette van Eerten, Elianne van Elderen, Giovanni Baudonck, en Arno Boey.

Mail

Fleur Klemann is schrijver. Met haar werk verscheen ze eerder in Hollands Maandblad en op het podium van deBuren op het Festival van de Gelijkheid in Gent. Ze is winnaar van de juryprijs van Het Rode Oor 2025, en nam deel aan het Frontaal Schrijverskamp.

Sarah Pannekoek is illustrator, stripmaker en animator. Ze behaalde haar bachelor Illustratie & Animatie aan Academie Minerva in Groningen en haar master Animatie aan St. Joost in Den Bosch. In haar werk vloeien illustratie, animatie en strip moeiteloos samen. Haar afstudeerfilm Lost Eye werd wereldwijd vertoond op filmfestivals. In 2024 verscheen haar graphic novel-debuut Josefien en de wasmachine bij uitgeverij Oogachtend. Pannekoeks werk kenmerkt zich door een speelse toon, levendige beweging, absurditeit en liefde voor analoog materiaal. Naast haar kunstenaarspraktijk is ze docent aan Academie Minerva, waar ze graag samen met studenten verhalen tot leven brengt.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu