Asset 14

Als je wordt uitgenodigd voor een euthanasiefeest, dan ga je

Als je wordt uitgenodigd voor een euthanasiefeest, dan ga je

In de zesenhalf jaar dat ik psycholoog ben, zijn twee patiënten overleden – voor zover ik weet.

Meneer F opent de deur van afstand met een touwtje, gevolgd door een ‘Well, COME ON in!’, ‘Goddammit!’ (kat ontsnapt) en ‘Robin!’ (de hulp, met roze hanenkam, die ’s maandags shagrokend de kastjes sopt). F zit in een rolstoel en is sindsdien vereenzaamd in zijn huis, dat naar veelsoortige kaas ruikt. Hij was een paradijsvogel geweest, liet hij zien op foto’s, met vrienden over de hele wereld. Bij navraag bleek hij het gros niet meer te zien (want niet goed ter been), of spreken (geen Outlook, geen Skype) nu hij zijn computerscherm niet meer kon lezen (steeds slechtere ogen).

Ik maakte een afweging: meneer F vragen ‘en hoe voel je je erbij dat je dat scherm niet kunt lezen?’ Of hem gewoon helpen die computer in te stellen zodat F weer contact kon maken? Ik koos het laatste – kwam nog een ontzagwekkende collectie porno tegen op de schijf, die ik ongemoeid liet – en F bloeide op, bedankte me hartelijk en had me niet meer nodig. Maar had ik daar goed aan gedaan? Misschien had ik toch meer over zijn gevoelens moeten praten. Een half jaar later nodigde F me per email – want die deed het weer – in all caps uit voor zijn EUTHANASIA PARTY. “AM DYING FRIDAY, WOULD LIKE TO SEE YOU ALL THURS. HAVE MADE LOADS OF SNACKS.”

Of ik nog blij werd van die koelkast. Zeker. Er zit alleen nog wel veel kaas in

Als je je psycholoog écht een brevet van onkunde wil geven, moet je haar uitnodigen voor je euthanasiefeest. Voor mijn baas (de huisarts) was het de eerste keer euthanasie ‘verlenen’ – raar woord eigenlijk, alsof je het na het verlenen nog terugkrijgt. Ook hij was voor zijn doen ontdaan. Er was niets tegen F’s besluit in te brengen. De pijnen van zijn spierziekte waren te heftig geworden. Op het euthanasiefeest – ik was toch maar gegaan – was F’s tuin gevuld met paradijsvogels, hapjes en gelach. Ik ben vóór het recht op zelfbeschikking, maar de snelheid waarmee geconcludeerd was dat F’s leven uitzichtloos en waardeloos was, bedroefde me. Ik kon uiteraard geen hap door mijn keel krijgen. Een man naast me had daar minder moeite mee. ‘Ik kende hem eigenlijk helemaal niet,’ zei hij met volle mond, ‘maar ik woon in de straat en zag dat hij zijn koelkast wegdeed. Of ik daar nog blij mee werd. Zeker. Er zit alleen nog wel veel kaas in.’ Dat moest op, zei meneer F: ‘Eet! Drink!’ Een dag later was hij er niet meer.

Meneer H, jaren eerder, had door uitgezaaide longkanker een dubbele beenamputatie gehad. Hij had twee protheses en ik moest hem motiveren om daarmee opnieuw te lopen. Anders zouden zijn beenstompen afsterven en zou hij zeker weten dood gaan. Hij had een waanzinnig mooie vrouw en een leuke, jonge dochter. Al met al veel om voor te vechten, zou je denken. H is kettingrokend in een bed gestorven. Zelden heb ik me zo bedroefd en mislukt gevoeld. Toen mijn baas het vertelde, bood ik stamelend mijn excuses aan. Mijn baas vergeleek H met een containerschip op drift, dat ik, een roeibootje, toch niet had kunnen keren. Ik vond meneer H niet op een containerschip lijken: hij was dun en broos. Had ik maar iets anders gedaan, iets gezegd, een fatale stuurfout aangepast.

Nu ligt er een derde patiënt in het ziekenhuis. Meneer J ligt na een val in coma. Een stijlvolle man in tweed met een wandelstok, die driehoog achter woont. Zijn oude leven (‘Golfen, naar de Bordeaux... Ik had wel vier auto’s op een gegeven moment.’) is hij door schulden kwijt. Ik plan hem altijd in voor mijn pauze, om te wandelen. Dat doet hij naar eigen zeggen ‘alleen zodat ik weer eens met een mooie vrouw gezien word.’ Want sinds de thuiszorg bij J komt, is hij passief. Héél passief: doorligplekken van het zitten. Daardoor wordt hij stram, en valt hij nog vaker. Een slechte zaak, ook al heb ik die thuiszorg zelf in gang gezet.

'Ze smeren mijn boterhammetjes nog voor me'

Meneer J ziet dat anders: ‘Ik krijg meerdere keren per dag meisjes langs en ze doen alles voor me.’ Hij ziet de thuiszorg niet als zorg, maar als zijn personeel – logisch.
‘Alles? Doet de thuiszorg ook dingen die u eigenlijk zelf kan?’
Hij glundert: ‘Absoluut! Ze smeren mijn boterhammetjes nog voor me.’
Meneer J werd door zijn kinderen aangemeld: hij was zo somber was en zorgde slecht voor zichzelf. Ik moest hem motiveren om daar wat aan te doen. Op stap met een maatje: ‘Die vrouw was eenzaam, ik heb haar een plezier gedaan.’ Hobby’s: ‘Ik had een raspaard, ik wil niet naar de kinderboerderij, dat zijn lelijke knollen.’ En familie: ‘Wandelen? Ik wacht wel tot mijn zoon me meeneemt in de Jaguar.’ Het lukt J niet om te schakelen naar zijn nieuwe leven.

Mijn gesprekken met meneer J hebben geen doel, werken niet toe naar zelfstandigheid, zijn geen therapie. Het is wat we in de huisartsenpraktijk een ‘sociaal bezoek’ of ‘onderhoudscontact’ noemen. We voeren altijd hetzelfde gesprek: J zou zo graag willen dat zijn kinderen vaker langskwamen. Eén keer zag ik dat hij zijn vingers steeds op tafel trommelde. Toen ik hem vroeg daarmee te stoppen, lukte dat niet: hij moest zijn andere hand over de eerste leggen om de beweging af te remmen.

Er gingen belletjes rinkelen: een neuropsychologisch probleem? Het bleek dementie. Het leren van zijn eigen gedrag, van oorzaak-gevolg, zit er niet echt in. Laatst herkende hij me voor het eerst niet in de wachtkamer. Ik rook de typische acetongeur van een hoge bloedsuikerspiegel: hij had zichzelf buitengesloten en was dus de thuiszorg, met zijn diabetesmedicatie, misgelopen. Ik ben met hem meegelopen naar huis (‘Nee, zet me maar af bij de kapper.’ ‘Meneer J, u heeft net nog geprobeerd te pinnen, u heeft geen geld voor de kapper.’) We wachtten tot zijn dochter de sleutel kwam brengen. Misschien zou ik haar nu eindelijk kunnen vertellen dat dit niet de bedoeling is: al het menselijke contact van meneer J is naar de zorg geoutsourcet, maar hij mist zijn kinderen. Haar auto (een Opel) stopte voor de deur, ze gooide de sleutel uit het raampje en scheurde weg. Ik ving meneer J op voordat hij struikelde. Maar is één keer vangen genoeg?

Papa

Laat ik je achter vandaag weggedoezeld in je stoel
moet ik voelen of je middenrif beweegt?
Is er nog lucht, of is die al geklaard,
blijf je langer weg op straat dan het schuilen
voor de regenbui, moet ik al zoeken?

Ik kan nooit eens kwaad uit huis met een deur
zonder dat ik daar mogelijk voorgoed iets mee dichtsla,
moet ik sorry zeggen?
Je neemt de dagen tot je per medicijn: soms niet,
soms alle tegelijk.

Nu moet er ineens opgeruimd worden! Moeten we ineens opgeruimd zijn!
Dan weer stil, veel te veel.
Elke dag maak je plannen voor nog één keer.
Elke dag een nieuw overhemd gekocht.
Elke dag is een geschenk: maar waar berg je alles op?

O, je zou wensen dat het stopt, maar dat mag je niet wensen.
Maar soms wens ik dat het stopt, nee, dat het anders was.
Zo veel nieuwe overhemden in de was.
En ik hoop dat je ze straks nog past.

Mail

Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.

Jasmijn ter Stege (zij/haar) is illustrator werkend vanuit Den Haag. In haar werk laat ze graag kleurrijke metaforen, zachte vormen en stevige verhaallijnen het woord voor haar overnemen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Was dit nou een flirt?

Was dit nou een flirt?

Als de Amsterdamse Carrie Bradshaw schrijft Marthe van Bronkhorst over de schemerflirt: een net te lange blik, een ambigu compliment, een hand die 'per ongeluk' de jouwe aanraakt. Lees meer

De talkshow is dood, lang leve de talkshow

De talkshow is dood, lang leve de talkshow

In deze colum geeft Marthe Bronkhorst je een van haar geheime toverzinnen om vervelende talkshowgasten de mond te snoeren. 'Is dat zo?' Lees meer

Comme tu veux

Comme tu veux

In de bruisende souks van Marrakech leert Aisha Mansaray haar vader – de ultieme hosselaar, de praatjesmaker in zes talen, en de filosoof in een (illegale) taxi – beter begrijpen. Lees meer

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

Marthe van Bronkhorst vraagt zich op 4 mei bij de herdenking af of we wel weten wat oorlog is en waar het begint. Lees meer

Nog een keer: baas in eigen buik! 1

Nog een keer: baas in eigen buik!

Je zou zeggen dat het abortusrecht in Nederland vanzelfsprekend is, maar is dat eigenlijk wel zo? Een abortus is wettelijk gezien namelijk nog steeds strafbaar. Jihane Chaara neemt je mee in de politieke geschiedenis van het verworven abortusrecht in Nederland, die gepaard gaat met weerstand tegen dit recht op zelfbeschikking, maar ook met veel feministisch verzet en solidariteit. Lees meer

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

'Ik verlang zo erg naar een inspirerend figuur die logica ontdekt in de willekeur van wat ons allemaal overkomt. Die tegen me zegt: "Marthe, zó is het, en de rest is bullshit".' Lees meer

Afgebeeld is een vrouw in badpak, zwemmend tussen vissen.

Anders zijn is niet ‘tegen de natuur’

Marthe van Bronkhorst duikt in de diepzee en ontleert acht lessen die ze vroeger op school onderwezen kreeg. Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

When life gives you hepatitis A-bessen, kruipt Marthe van Bronkhorst in de pen om het toch nog eens over de voedselindustrie te hebben. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer