In één week: Albert Heijn riep bessen terug vanwege heptatitis-A (overal slachtoffers). AH riep ook andijvie terug die te sterk bespoten was met insectengif tau-fluvalinaat - dat – suprise surprise - ook ziekmakend blijkt voor mensen. Lidl riep de rundersaucijzen terug en Aldi de kip-pestodip vanwege STEC-bacterie. En veertig ophokkoeien zakten met ‘efficiënte’ stalvloer en al in hun eigen shit. Maar waar maakte BBB-frontvrouw Van der Plas zich druk om? Iemand op tv had de gewelddadige boerenprotesten vergeleken met de NSB – een soappersonage uit Woeste Grond had dat gezegd. ‘Kamervragen zijn in de maak’, schreef de BBB op X. Het is typisch voor de BBB om nooit de problemen uit de landbouw bespreekbaar te maken, maar wel meteen aan damage control te doen bij negatief nieuws over boeren. Het lijkt haast wel een propagandapartij. En spoiler... dat is het ook.
Was deze woedende tweet nou typisch BBB? Eigenlijk neemt de BBB haar tactieken – van critici aanvallen, propaganda, een volks imago creëren en zondebokken (bij de BBB is dat vaak ‘de Randstad’, soms ook de vluchteling) – heel precies over uit het stijlboek van de PVV. Daar heb ik al meer dan genoeg over gezegd, dus waarom niet eens inzoomen op de mensen achter de politieke partijen. Want waarom wil Van der Plas zo graag dat wij onthouden dat de boerenprotesten niet NSB-achtig waren, dat de landbouw goed en eerlijk is, en dat we al die terugroepacties en in de gierput gezakte ophokkoeien gauw vergeten?
Besmette bessen, gif-andijvie en shitzooi zijn juist exemplarisch voor de staat van onze voedselindustrie. Toch maken weinig zelfbenoemde antikapitalisten zich druk om het kapitaal achter eten. En nee, ik bedoel niet alleen de vlees- en zuivelindustrie. Ook groente, fruit, graanproducten, en bewerkt voedsel. Ik weet het antwoord wel: omdat het systeem achter voedsel en landbouw - de agro-industrie - ondoorgrondelijk en saai is. Het zit vol economie-taal - afzetmarkt, productieketens - en verstikkend stoffige regeltjes - kritische depositiewaardes. Ik dacht dat ik laatst mijn saaiste artikel ooit had geschreven (over de voedselindustrie). Maar toen ik na die publicatie online werd achtervolgd door woedende landbouwondernemers en politici, realiseerde ik me: I’m onto something. Vleeshorror is bekend, want het heeft shock value. Voor vlees worden dagelijks 5.800 koeien getaserd, 40.000 varkens geknipt en 1.3 miljoen kippen vergast (CBS, 2023). ‘Ja ja, nou weten we het wel’, denken jullie. Maar onze grond doen we eigenlijk hetzelfde aan. Je zou kunnen zeggen dat we dagelijks de Nederlandse bodem kapotsnijden, vervuilen, doodknuppelen en als een bang stierenkalfje vergassen. Maar hoe wordt daar in de media over bericht?
Als de hele wielrensport doping gebruikt en jij fietst op alleen een energiereep, dan verlies je
Sensatie als ‘Terugroepactie bessen AH: Mogelijk honderden besmettingen hepatitis!’ vulde deze weken het nieuws. Landbouwmisstanden worden elke keer besproken alsof het incidenten of onvoorspelbare natuurverschijnselen betreft. De achterliggende mega-industrie van ons eten wordt zelden kritisch besproken. Zoals: hoe het kan dat dat virus zo lang bewaard bleef - omdat we ons eten massaal invriezen in plaats van vers eten (zie hieronder: Het kan anders). Of dat de bron waarschijnlijk een bessenplukkende arbeider met hepatitis was, die ziek aan het werk was. (zie: verdiensten). En hoe het komt dat zo veel mensen die bessen überhaupt hebben gegeten, en waarom we allemaal bij dezelfde winkel boodschappen doen (zie: monopolisering). Maar agro-industriereuzen zoals FrieslandCampina, ForFarmers en Albert Heijn willen niet dat jij van hun werkwijze weet, want voor je het weet kleeft er evenveel bloed aan hun imago als aan de gemiddelde slachterij.
Ze spelen Monopoly met ons
De agro-industrie speelt Monopoly met ons. Een blauwe bes op weg naar jouw bord gaat van de boer door een achtbaan van vrachtwagens, bewerkingsbedrijven en distributiefirma’s. Die transport en fabrieken, maar ook alle landbouwhulpmiddelen, -foefjes en -gadgets: alles wat een boer ‘nodig heeft’ (om winst te maken) is in handen van een paar grootbedrijven, schreef ik al in dat eerdere stuk voor Oneworld. Denk aan landbouwgif, kunstmest, krachtvoer, technologie (slimme stalvloeren!), transport en koelcellen. Niemand is verplicht om die hulpmiddelen te gebruiken (vrije markt), maar laat ik het zo zeggen: als de hele wielrensport doping gebruikt en jij fietst op alleen een energiereep, dan verlies je. Biologische boeren kunnen niet écht concurreren met deze vorm van landbouw. Dezelfde monopolies zie je in de supermarkten: hoe vaak ga jij nog naar een een buurtsuper die niet onderdeel is van een keten van één van de usual suspects (Albert Heijn, Jumbo, Dirk, Aldi)? Ons geld verdwijnt dus via veel trechters in slechts enkele zakken.
Ze verdienen enorm veel aan onze eetlust
Als één bes of één melkfles besmet is met een virus, dan is waarschijnlijk de hele productieketen besmet: de keerzijde van ‘grootschaligheid’. Het voordeel van grootschaligheid is natuurlijk de efficiëntie en de winst: een boer die met agro-bedrijven samenwerkt, heeft dankzij alle hulpmiddelen gegarandeerd vette koeien en insectenloze plantjes; geld. De agro-industrie bestaat voornamelijk uit zuivelverwerkers FrieslandCampina (omzet 11,5 miljard) en A-ware (2,2 miljard), maar ook vleesverwerkers als Vion Food (4,6 miljard) en VanDrie (2,3 miljard). Voor veevoer zijn de grote namen ForFarmers (2,7 miljard), Agrifirm (2,4 miljard) en Nutreco (7 miljard) en om vee te slachten is er Plukon (2,2 miljard. En voor groente heb je Greenery (1 miljard) en Cosun (2,3 miljard).
Voor de natuurschade die deze roofbouw-landbouw aanricht, hoeft helemaal niemand te betalen
Hoe zit het dan met de CEO’s? Een CEO van FrieslandCampina - nu is dat Jan Derck van Karnebeek- verdient zo’n miljoen per jaar. De CEO van Ahold Delhaize (waar o.a. Albert Heijn, Etos en Gall & Gall onder vallen), Frans Muller, verdient 6.957.432 euro per jaar, dat is 214 keer meer dan zijn laagstbetaalde medewerker.
Big Agro is dus mega-lucratief. Voor de natuurschade die deze roofbouw-landbouw aanricht, hoeft helemaal niemand in de industrie te betalen. Het zou wel zo netjes zijn om die rekening niet (alleen) naar de boeren en belastingbetaler, maar ook naar de agro-bedrijven te sturen. Dat was wat ik in mijn eerdere stuk bij Oneworld schreef. Als we de milieukosten eerlijk in de prijs verwerkten, zou Ekoplaza de goedkoopste supermarkt zijn, want veel van hun biologische producten zijn stukken minder vervuilend. In plaats daarvan is het andersom: de vervuilende troep van Albert Heijn is duur maar nog net betaalbaar ‘in de bonus’ terwijl je na één keer bij Ekoplaza winkelen met een hartverzakking je faillissement kan aanvragen.
Ze lobby’en en doen aan damage control
Goed, toen ik hier vorig jaar een artikel over schreef, kreeg ik woedende reacties … van mensen die werkten bij diezelfde agro-organisaties (Forfarmers, LTO), maar ook van boeren. Het geloof in dit landbouwmodel zit diep, haast religieus, en is jarenlang door de overheid gepropageerd. Er zijn bepaalde landbouw-bots die alles wat er over landbouw gepubliceerd wordt, naar geabonneerde lezers doorgeven en die als een radar automatisch het internet afspeuren op artikelen met landbouw-steekwoorden. Een paar uur nadat ik een kritisch stuk schreef over deze bedrijven, stond mijn stuk als ‘meestgelezen’ op sites als nieuwsgrazer.nl en boeren.online, en al gauw op heel twitter. Boze lokale CU, JA21 en BBB’ers dagenlang nonstop op mijn twitter, tientallen medewerkers van Agri-firm op mijn linkedin pagina. Haastig nodigden sommigen me uit om op het erf van één van hun partners te komen kijken. Het deed denken aan de damage control in Amerikaanse films wanneer een oliebedrijf een grote storting in een meer heeft gedaan. In Trouw kaartten onderzoekers in december 2024 aan hoe landbouwlessen op basisschool vooral reclameverhalen vertellen over veeteelt en intensief natuurgebruik.
Wie wil er nou nog boer worden?
Nou, mijn vrienden en ik dus. Ik was bijna boerin geworden. Jaren geleden logeerde ik in de B&B van een boerenzoon tijdens een theaterproject, en reed hij me rond over het Waddeneiland waar we waren. Hij wees me de weilanden aan van de buren met hun verzakte schuurtjes, met klimop overgroeid. ‘Allemaal leegloop,’ zei hij, ‘niemand wil meer boeren.’ Hij kon precies aanwijzen wie van zijn buren allemaal aan Boer Zoekt Vrouw hadden meegedaan. ‘Mijn ouders hebben een boerderij.’ vervolgde de boerenzoon, ‘Maar ze zoeken nog een opvolger.’ Hij wilde wel, maar ‘in je eentje zo’n boerderij runnen, is geen doen’. Veelbetekende blik op mij. Had ik eigenlijk toekomstplannen?
De Playmobil-boerderijset vertelt je er niet bij dat je glyfosaat moet spuiten met een gasmasker op en je playmobil-kalfjes van de moeder moet scheiden
Toegegeven, ik heb even getwijfeld. Als kind wilde ik niets liever dan boerin worden: ik zag het voor me zoals het me op school was geleerd. Een boer had een paar dieren die hij bij naam kende, werkte hard en deed alles zelf met liefde. Een Dick Bruna en Playmobil-idylle. Maar de Playmobil-boerderijset vertelt je er niet bij dat je glyfosaat moet spuiten met een gasmasker op, je playmobil-kalfjes van de moeder moet scheiden, je gewassen genetisch moet manipuleren, en toch maar een paar euro verdient omdat de supermarkt bodemprijzen wil rekenen, terwijl ondertussen de wereld vergaat aan droogte door ontbossing en monocultuur.
Het kán wel anders
Vrienden van mij hebben een biologische landbouwstichting opgericht, die land ‘vrijkoopt’ voor verwildering en natuurvriendelijk landgebruik: het land is op papier officieel ‘van niemand’. Het heet stichting Kapitaloceen. En dat is een mooie metafoor voor de tijd waarin we leven: een waarin kapitaal alles overheerst, en al ons denken en omgaan met land bepaalt, totdat toekomstige archeologen een bodemlaag zullen ontdekken waar ineens geen enkele vruchtbaarheid meer in zat. Ze zullen zeggen: ‘Ah, de 21e eeuw!’
Maar ook het Kapitaloceen, net als het pleistoceen, het trias en het Jura, zal voorbijgaan. Wat doen we met de tijd die ons nog rest? Laten we koeien op hun eigen uitwerpselen staan zodat ze, wanneer de vloer instort, in een riool vallen in plaats van in de wei? Gaan we koeien weer namen geven in plaats van nummers? Blijven we doen alsof levende koeien een topleven hebben terwijl de gemiddelde koe amper buitenlucht ziet en volgeplompt wordt met supplementen (krachtvoer) als de eerste de beste bodybuilder, zodat die bodybuilders melk kunnen drinken die eiwitrijk is? Programma Keuringsdienst van Waarde toonde al aan: de vitamines-B12 uit melk komen uit supplementen, het ‘melk is goed voor elk’ verhaal was staatspropaganda en is feitelijk onjuist, de helft van de wereld is bovendien lactoseintolerant.
Blijven we ingevroren bessen per kilo kopen bij Albert Heijn? Laten we nog mango’s invliegen uit de Fillepijen en een paar hectare bos kappen voor guacamole? Of gaan we seizoensgroente eten, accepteren dat op soms op is, en prachtige groenten uit de vergetelheid halen? Het bandje waar een collega van mij in speelde heette bijvoorbeeld Pastinaak & de Vergeten Groenten. Maar wat dacht je van knol, raap en lof, schorseneren en prei? Er zit zo veel poëzie in deze groenten. Er zit magie in het leven met de seizoenen. En als ik nu weer woedende agro-mannen achter me aan krijg zeg ik ze dit:
Jonge sla
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van velden,
stervende bijen, Hoek van
Holland kan ik met droge ogen
zien overstromen, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in december,
ingevlogen, slap nog,
in grootverpakt plastic, nee.
Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.
Jasmijn ter Stege (zij/haar) is illustrator werkend vanuit Den Haag. In haar werk laat ze graag kleurrijke metaforen, zachte vormen en stevige verhaallijnen het woord voor haar overnemen.