Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk - en heroverweegt haar eigen positie.
Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op me af zodra ik de trap naar de kelderverdieping van het Stedelijk Museum Amsterdam afloop. Eenmaal beneden zie ik hoe mechanische bloemblaadjes zich in een hypnotiserend ritme openen en sluiten. Voordat ik goed kan kijken, neemt de curator van de ABN AMRO Kunstcollectie het woord om een introductie te geven over de kunstenaar, Selma Selman. De bank kende haar eerder een prijs toe; bij de winst hoort deze solotentoonstelling. Maar de curator wordt overstemd – door Selmans eigen stem, die in de andere ruimte uit de speakers schalt, door het geklap van de metalen bloemblaadjes en door een geluidsopname van artillerievuur. Dan neemt Selman zelf het woord, en misschien komt het doordat ze gewend is in zo’n omgeving te spreken, maar haar werk lijkt opeens stiller.
Selma Selman, tentoonstellingsoverzicht 'Sleeping Guards', Stedelijk Museum Amsterdam, ABN AMRO Kunstprijs, 2025. Courtesy de kunstenaar, acb Gallery, Boedapest en ChertLüdde, Berlijn. Foto: Gert Jan van Rooij
V.l.n.r. Flowers of Life, 2024, Sleeping Guards, 2025 en Crossing the Blue Bridge, 2024
De eerste keer dat ik Selmans werk zie is in Sarajevo, mijn geboortestad. Het is de tweede zomer van de coronapandemie en ze heeft haar eerste solotentoonstelling in Bosnië en Herzegovina. Mijn moeder en ik lopen bij de tentoonstelling naar binnen, niet echt wetend wat we kunnen verwachten, want we hebben nog nooit van haar gehoord. We lopen de trap op waar bezoekers decennialang het marmer hebben afgesleten. De koele lucht in het museum is een welkome afwisseling van de verzengende stad en zodra we het gebouw binnenkomen, worden we niet alleen begroet door airconditioning, maar ook door een doordringende geur. Industrieel en chemisch, tegelijkertijd verleidelijk zoet. Dezelfde geur die ik jaren later in Amsterdam zou ruiken.
In Sarajevo zijn Selmans zelfportretten het eerste wat me opvalt. Haar gezicht met verschillende gezichtsuitdrukkingen is geschilderd op wat er nog over was nadat haar familie de auto's, de koelkasten en de wasmachines had gestript voor verkoopbare onderdelen. Ernstig staart haar gezicht naar me vanaf een oude motorkap en op het zijpaneel van een wasmachine staat Selman geschilderd in een ruimtepak met de tekst “I am a millionaire.” Ik vind het geniaal. Zuinig, milieuvriendelijk en een statement. Selman vertelt in interviews dat de keuze voor dit canvas ontstond doordat zij – in tegenstelling tot veel anderen op haar kunstopleiding – niet de middelen had om nieuwe doeken te kopen. Selmans familie was niet rijk. Ze verdienden hun geld als schroothandelaars.
Als ik niet had hoeven vluchten, had ik dan nog dezelfde verbinding met haar werk kunnen voelen?
Selma Selman is Roma en de Roma-gemeenschap in Bosnië en Herzegovina wordt nog steeds zwaar gediscrimineerd. De taal, het Servo-Kroatisch en/of Bosnisch, bevat negatieve uitdrukkingen over de Roma, om nog maar te zwijgen van de racistische beledigingen die deze groep naar het hoofd krijgt geslingerd. Toegang tot (basis)onderwijs is niet gegarandeerd voor deze gemeenschap, onder andere door intergenerationele armoede en maatschappelijke vijandigheid. In combinatie met een discriminerende arbeidsmarkt betekent dit dat de kansen voor Roma om de sociale ladder te beklimmen op zijn best beperkt zijn.
Hier komt Selma Selman vandaan. Dit is onderdeel van haar en van haar kunst. Haar afkomst en haar werk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar het is niet wat haar definieert.
Haar werk heeft mij, als geboren Sarajevose die al op jonge leeftijd moest vluchten, meer inzicht gegeven in het leven van de Roma in mijn land. Ik kende de gezegden en scheldwoorden en hoewel ik ze zelf niet gebruikte, leken ze in mijn jeugd niet per se taboe. Mijn vader legde uit welke positie de Roma innemen in de (voormalig) Joegoslavische republiek en hoe ze worden gezien, maar ik had me nooit zo sterk met hun cultuur verbonden als toen ik de tentoonstelling in Sarajevo binnenliep.
Ik ben opgegroeid in Nederland, in een niet bepaald gastvrije gemeenschap in de Betuwe, dus ik weet hoe het voelt om de Ander te zijn, degene die wordt verstoten. Maar Selmans werk zette me op mijn plek. Door naar haar kunst te kijken, werd ik me bewust van mijn eigen privilege in Bosnië, waar ik niet tot een gediscrimineerde minderheid behoor – iets waar ik nooit echt bij had stilgestaan. Als ik niet had hoeven vluchten, had ik dan nog dezelfde verbinding met haar werk kunnen voelen? Ik hoop het wel natuurlijk, maar het is ook een vraag die geen antwoord heeft.
Selma Selman, Ophelia’s Awakening, 2024, ABN AMRO Kunstruimte, 2025. Courtesy de kunstenaar, acb Gallery en ChertLüdde. Foto: Gert Jan van Rooij
De tentoonstelling in Sarajevo bevatte een aantal videoprojecten die Selman had gemaakt. Een daarvan heet I buy my freedom when…, waarin ze haar familie vraagt hoeveel geld ze dachten te krijgen als ze haar uithuwelijken. Het totale bedrag was ongeveer tienduizend euro. Selman wist dat ze haar kunst kon verkopen en daarmee geld kon verdienen, dus deed ze dat. Haar ouders gebruikten het om een mercedes te kopen.
Wat me aantrok tot Selmans werk was de bereidheid om binnen haar eigen wereld te blijven, terwijl ze tegelijkertijd begon in een heel andere wereld, namelijk de wereld van kunstinstellingen. Ze schuwt haar erfgoed niet, en ze centreert het ook niet. In plaats daarvan kiest Selman ervoor haar positie te bevragen en actief binnen haar cultuur te werken.
Dat was duidelijk zichtbaar tijdens haar tentoonstelling in Sarajevo. Naast de portretten die ze op schroot schildert en de video’s die ze maakt met haar familie, plaatst ze ook de restanten van auto's binnen de galeriemuren. Ze hangt doeken op die eerder de bestelbus van haar familie hadden bekleed. Ze doen me denken aan de enorme doeken van de Chinese kunstenaar Cai Guo-Qiang. Maar waar die kunstenaar vuurwerk gebruikt om ingewikkelde patronen te creëren, laat Selman de toevalligheden van het dagelijkse leven hun beelden op de zeilen tekenen.
Maar nu, in deze sacrale kunstruimte, halen ze een andere werkelijkheid binnen – een die ruikt naar motorolie.
Selman breekt met wat zij beschouwt als een beperking binnen haar eigen cultuur, bijvoorbeeld uitgehuwelijkt worden, maar ook met wat zij ziet als een dominante culturele praktijk. Haar werken, inclusief die in het Stedelijk, zijn groot, lawaaierig en vies – ze brengen een realiteit binnen die de klinische stilte van het museum overspoelt. Zonder Selmans artistieke interventie horen ze op een schroothoop. Maar nu, in deze sacrale kunstruimte, halen ze een andere werkelijkheid binnen – een die ruikt naar motorolie. Het is een radicale vorm van ruimte innemen: niet door zich aan te passen aan de codes van het museum, maar door die codes te overstemmen met haar eigen werkelijkheid. Selman toont dat zichtbaarheid niet alleen gaat over het krijgen van een podium, maar over het volledig hertekenen van wat dat podium kan bevatten.
Alles aan haar kunst is activisme en alles aan haar activisme is kunst. Haar leven is volledig verweven met haar werk. Selman gebruikt haar familie in haar performances. Ze zegt dat ze tijdens haar performances het werk uitvoert dat haar familie in het dorp doet. Maar ze plaatst het in een kunstruimte. Bij haar performance in het Berlijnse Gropius Bau keken drieduizend mensen gebiologeerd, stil, ademloos naar haar performance. Hopelijk zullen diezelfde mensen ook haar organisatie Get the Heck to School opmerken, die jonge Roma-meisjes naar school helpt. Dit alles doet mijn activistische hart gloeien. Niet enkel l’art pour l’art, maar kunst als een poging tot verandering.
Selma Selman, tentoonstellingsoverzicht Ophelia’s Awakening, 2024, ABN AMRO Kunstruimte, 2025. Courtesy de kunstenaar, acb Gallery en ChertLüdde. Foto: Gert Jan van Rooij
Toen ik na de persconferentie in Amsterdam met Selman een kop koffie ging drinken, was ik natuurlijk nogal onder de indruk. Die inmiddels zo bekende geur - zoet, naar motorolie - hing om ons heen. Ze had het als parfum laten ontwikkelen, vertelde ze me in het Bosnisch. Onze gedeelde taal betekende dat ik mijn Engelse vragen wilde vertalen. Ik struikelde over wat woorden, wat me nog nerveuzer maakte. Het gesprek verliep niet zoals ik zou willen, maar we raakten wel een belangrijk punt. Ik vraag naar een gedicht dat ze schreef voor haar onlangs overleden vader. Het gaat als volgt:
u mahali nismo imali struje deset godina / tako je vlast mislila / kad padne noc, moj tata / postaje nikola tesla / izmislio je struju.
(tien jaar lang hadden we geen elektriciteit in onze buurt / zo dacht de macht / wanneer de nacht valt / wordt mijn vader nikola tesla / hij vindt elektriciteit uit. [vertaling IK])
Mijn vader stierf een maand na die van Selman. Ik deel dit met haar tijdens ons gesprek. Ze wordt ernstig en zegt dat, hoewel ze de toekomst niet letterlijk kan voorspellen, het hele idee voor het kunstwerk dat ze vandaag presenteert – The Flowers of Life – zijn oorsprong vond bij haar vader, die opmerkte dat de grijpers op bloemen leken. De titel kwam later, maar ze voelde zich er ongemakkelijk bij. Het zou hun laatste samenwerking worden. Ze zegt dat ze het gevoel heeft dat haar hand werd geleid door iets waarvan ze zich nog niet bewust was. Dit beangstigt haar, maar ze is niet iemand die ontmoedigd raakt door de zoektocht naar antwoorden. Ze zei dat als ze antwoorden had, ze zou stoppen met werken. Dat ze geen kunstenaar zou zijn. Dus ze maakt kunst, dát is de vraag. Ze noemt het een taal. Een taal die iedereen begrijpt. Werk dat iedereen aanspreekt. Niet alleen Roma-vrouwen uit Bihac, of Bosnische vrouwen in het algemeen, maar ook mensen uit landen die minder trauma’s hebben gekend dan ons thuisland. Ook mensen uit Nederland. Ook mensen in het Stedelijk die nog nooit motorolie hebben geroken.
Werk van Selma Selman is te zien in de tentoonstelling ‘Selma Selman: 600 Years of Migrant Mothers’ tot 23 augustus 2025 in Kunsthuis Syb, Hoofdstraat 70 in Beetsterzwaag.
In de ABN AMRO Kunstruimte (Gustav Mahlerlaan 10, Amsterdam) is Ophelia’s Awakening te zien tot tot 23 oktober 2025.
De tentoonstelling ‘Sleeping Guards’ was tot 21 april 2025 in het Stedelijk Museum Amsterdam te zien.