Asset 14

Voed me, straf me

Voed me, straf me

Vijftien bananen per dag of een heerlijk glaasje klei als ontbijt? Als het is om die begeerde ‘killer body’ te verkrijgen, lijken we overal voor te strikken. Else Boer dook in de wereld van bikram-yoga en bizarre schoonheidsidealen en ontdekte dat de scheiding tussen de fitten en de niet-fitten veel verder reikt dan dat.

Omdat ik op een middelbare school werk, was ik onlangs in de unieke positie om hetzelfde gesprek maar liefst twee keer achter elkaar te horen: één keer gevoerd door meisjes van vijftien, en één keer door volwassen collega’s. Het onderwerp? Eten. De meisjes hadden snoep gekocht, maar vroegen zich nu af of ze alles ook echt op moesten eten.

‘Dit is echt zo slecht,’ zei een van hen.

Ook de collega’s twijfelden over een traktatie.

‘Het vlees is zwak,’ zuchtte een collega, toen hij een stuk taart in zijn mond stopte. Het is een man die bij mijn weten nooit iets slechters heeft gedaan dan de sproeier aanzetten terwijl er een hitteplan in werking was.

Ik heb geen maat 34, dus ben ik blijkbaar nog niet fit genoeg.

Het maakte maar weer eens duidelijk dat vrijwel iedereen eten indeelt in twee categorieën: goed of slecht. Denk alleen al aan de woorden die we ervoor gebruiken. We hebben het over ‘guilty pleasures’ als we aan zoetigheid denken, en wanneer je die ‘guilty pleasures’ uit je dieet schrapt, doe je aan ‘clean eating’ – alsof er ook zoiets als ‘dirty eating’ bestaat. De term ‘superfoods’ impliceert bovendien dat het tegenovergestelde ook wel zal bestaan: eten dat niet super, maar juist verschrikkelijk is. Denk aan de Amerikaanse arts Robert Lustig, die suiker als vergif bestempelde.

Eten, gezondheid en schuld lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat je eet zegt niet alleen iets over je gezondheid, maar ook iets over je karakter: dat is ofwel goed en sterk, ofwel slecht en slap. ‘Fit zijn’ is je eigen verantwoordelijkheid, maar dat niet alleen: anderen zullen je daadwerkelijk als béter zien wanneer je gezond bent. Je gezondheid managen is je morele plicht, en wie dat niet doet kan op een flinke portie kritiek rekenen. Eat that.

De meisjes uit mijn klas of mijn collega’s zijn dus niet de enigen die met hun gezondheid bezig zijn. De hashtag #fitspiration levert maar liefst 15 miljoen hits op op Instagram. Fitnessgoeroes als de Australische Kayla Itsines of de Nederlandse Fajah Lourens laten zien hoe je moet sporten en wat je daarbij moet eten om zo fit mogelijk te worden. Ook eetgoeroes doen een duit in het zakje, zoals Freelee the Banana Girl, die haar volgers aanraadt om maar liefst vijftien bananen per dag te eten, of Rens Kroes met haar beruchte klei-ontbijt. De eetpatronen die ze aanraden verschillen (en zijn gelukkig niet allemaal knettergek), maar over één ding zijn ze het allemaal eens: iemand die fit is, is zonnebankbruin, gespierd en slank. Bijzonder slank.

Dat verklaart waarom een zwangere vriendin zich zorgen kan maken over haar groeiende buik. De kilo’s die ze aankomt zijn noodzakelijk en gezond - ze moet een kind in leven houden - maar het ziet er niet erg ‘fit’ uit. Het verklaart ook waarom een collega zich slecht kan voelen wanneer hij een stuk taart eet: weer een stapje verder van het ideaal. En het verklaart waarom ik ontevreden ben terwijl ik vier keer in de week sport. Ik heb geen maat 34, dus ben ik blijkbaar nog niet fit genoeg. Fit zijn is niet alleen iets wat je bent, maar vooral ook iets wat je moet laten zien: je lijf als uithangbord.

Wie kan laten zien dat hij of zij fit is, hoort automatisch bij een nieuwe bovenklasse.

Niet alleen het schoonheidsideaal rondom ‘fit zijn’ is problematisch, ook de karaktereigenschappen die we aan dat ‘fit zijn’ verbinden zijn dubieus. Als je fit bent, dan ben je ‘goed bezig’, je toont wilskracht en zelfdiscipline. Maar als je te dik bent, dan betekent dat automatisch dat je ‘slecht bezig’ bent, een slap karakter hebt en weinig wilskracht toont. Dikke mensen hebben niet alleen meer vet, ze hebben vooral weinig ruggengraat.

Onderzoek naar obesitas laat zien dat het niet zo eenvoudig ligt. Overgewicht is grotendeels genetisch bepaald, en de eerste levensjaren van een kind spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van zwaarlijvigheid. Niet iets waar je veel invloed op kan uitoefenen.

Daarnaast zijn gezonde keuzes niet voor iedereen even makkelijk beschikbaar. In het artikel ‘Ziek gezond’ stellen Ernée Derckx en Bram van Vulpen: fit is the new rich. Wie kan laten zien dat hij of zij fit is, hoort automatisch bij een nieuwe bovenklasse: de bovenklasse die de tijd en het geld heeft om aan gezondheid te besteden. Tegelijkertijd zet het het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden nog eens aan. Het overgrote deel van de mensen dat zich druk maakt over gezondheidshypes is hoogopgeleid, jong en woont in de stad, aldus Derckx en Van Vulpen. Onder laagopgeleiden komen daarentegen meer ziektes en gezondheidsklachten voor.

De nieuwe scheiding tussen boven- en onderklasse wordt niet zozeer bepaald door geld, maar door opleidingsniveau en prioriteiten: prioriteer je je gezondheid, dan hoor je bij de club. Bij die prioriteiten hoort dan wél weer dat je er veel geld aan uitgeeft. Biologisch eten is niet goedkoop, net als bikram-yoga of Crossfit. Fit worden kan iedereen - maar je moet er wel tijd, geld of mogelijkheden toe hebben. Heb je die niet, dan is dat niet alleen jammer, maar vooral ook je eigen schuld.

Het idee dat gezond-zijn een verantwoordelijkheid is en dat ongezond-zijn een keuze is, is diepgeworteld.

Het venijnige aan dit idee is niet alleen dat je gezondheid volledig je eigen verantwoordelijkheid is, maar ook dat gezond zijn morele superioriteit impliceert. En bij die superioriteit horen beloningen. Denk aan Promovendum, een zorgverzekeraar die zich richt op hogeropgeleiden. Omdat hogeropgeleiden over het algemeen minder ziek zijn, ligt de premie lager. De keerzijde daarvan is niet ondenkbaar: een wereld met een steeds hogere premie voor mensen met overgewicht of met een ongezonde leefstijl. Dan had je immers je verantwoordelijkheid maar moeten nemen.

‘Don’t judge a book by its cover,’ zeggen de Engelsen. Dat wordt steeds lastiger, nu het uiterlijk van mensen blijkbaar ook iets onthult over hun karakter. Je lijf is immers ‘maakbaar’. Als je maar hard genoeg sport en goed genoeg eet, zie ook jij er binnenkort uit als Fajah Lourens.

Dat idee van maakbaarheid houdt natuurlijk geen stand. Het houdt geen rekening met ziekte of armoede, of gewoon het verschil in bouw en metabolisme. Obesitas is voor een groot deel genetisch bepaald, tegen de voedingsindustrie is niet altijd op de te zelf-disciplineren, sporten is duur. Het idee dat al die factoren te controleren zijn is onzin, maar wel heel geruststellend. Het deelt de wereld heerlijk zwart-wit in: je eet goed of je eet slecht, je hebt wilskracht of je hebt het niet. Het is het sprookje van onze tijd: door maar gezond genoeg te leven kan je ziektes en lichamelijke ongemakken buiten de deur houden. Pech of ongeluk bestaan niet. Wie weet worden we door een bepaald dieet te volgen gezond honderd, zoals in Japan. Misschien blijft onze huid voor altijd strak. Misschien gaan we wel nooit dood.

Het idee dat gezond-zijn een verantwoordelijkheid is en dat ongezond-zijn een keuze is, is diepgeworteld. Maar om echt een constructief maatschappelijk debat te kunnen voeren is het essentieel dat we dat idee laten varen. Net als onze ideeën over de karaktereigenschappen die zogenaamd bij een fit lichaam horen. Natuurlijk is het goed voor je om groente en fruit te eten of regelmatig te bewegen, maar sporten maakt je geen intrinsiek beter mens, net zoals het eten van een zak snoep je niet slecht maakt. Een lijf toont niet hoe je tegen de serveerster praat, of je je oma zo nu en dan een kaartje stuurt, wat je tegen de straatkrantverkoper zegt. Hoe ‘goed’ je bent wordt niet bepaald door je omvang. En daarnaast zegt een lijf ook weinig over discipline: of je deadlines haalt, je toilet schoonmaakt en je belastingaangifte op tijd invult zijn dingen die je niet aan iemand kan zien.



Mail

Else Boer schrijft korte verhalen, artikelen en essays. Haar debuutroman Ik wacht hier verschijnt in 2021.

Mark van Wijk Beïnvloed door een grafische achtergrond en strips uit zijn jeugd puzzelt Mark van Wijk totdat er een illustratie staat die speelt met de geschreven tekst.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer