Asset 14

Kraaien

You can understand nothing about art, particularly modern art, if you don’t understand that imagination is a value in itself.
- Milan Kundera

Naar: La peintre dans son atelier van Henris Matisse, 1916-1917, Centre Pompidou

Kraaien_Matisse_bewerkt

beeld via Wikipedia

De kamer heeft hoge ramen en een balkon dat te klein is om op te staan. Ze zit in de paarse stoel en draagt een groene jurk. Haar donkere haar valt in een lange vlecht over haar schouder. Ze kijkt naar buiten. De lucht is grijs, het kan ieder moment gaan regenen. De kraaien in de boom op het pleintje langs het water lijken vandaag extra zwart. Ze schijten alle auto's onder. De gemeente is een anti-kraaien campagne gestart onder de naam 'Anti-Kraa', wat verwarrend werkt, want de meeste mensen kijken niet goed en lezen 'Anti-Kraak'. Nu staan er twee keer per dag mannen in uniform onder de boom met fluitjes. Fufu! Tegen de kraaien. Hier in Parijs denken ze alles en iedereen weg te kunnen jagen met fluitjes. Laatst zat ik met een fles wijn en een meisje op Place de Vosges, in het gras naast de fontein. Het was warm, het hele park zat vol met mensen zoals wij. Zij dronk traag, ik veel te snel en was behoorlijk aangeschoten. Om negen uur kwamen er vijf mannen het park binnen, in uniform met fluitjes. Binnen vijf minuten was het hele park leeg.

Maar de kraaien blijven gewoon zitten. De twee dikste vechten om een plastic zak met mayonaise. Ze staat op en drukt haar neus tegen het glas. Het laat een vettige stip achter op mijn ruit. Ze zegt: 'Kraaien.' Alsof ik dat zelf niet had kunnen constateren. Dan gaat ze weer zitten, ze streelt haar haren. Ik zit tegenover haar, naakt, om het goede voorbeeld geven. Zij wilde haar kleren per se aan laten, hoewel ik haar zei dat dit er nu eenmaal bij hoort. Eerlijk gezegd geloof ik niet in goede voorbeelden, ze werken vaak net zo averechts als goede voornemens. Die jurk heeft ze dus nog steeds aan. Ze went haar blik af van de vogels en kijkt naar mijn geslachtsdeel.
'Voel jij je ongemakkelijk?' vraagt ze.
'Ja,' antwoord ik. 'Uiteraard, ik zit hier naakt op een stoel en jij staart naar mijn pik.'
'Goed,' zegt ze. 'Dan weet je ook eens hoe al die vrouwen zich voelen die jij naar je atelier laat komen.'
Ik verplaatst de ezel alsof ik op zoek ben naar de juiste hoek. Het doek tussen ons in, als een muur. We bouwen altijd en overal muurtjes, heeft ze mij geleerd. Om onszelf te beschermen, waartegen laat ze altijd achter wegen. In de huid van haar gezicht zijn patronen ontstaan. Groeven rond haar mond en lippen, golven op het voorhoofd, ik krijg zin om te varen.
'Dit is niet hetzelfde,' zeg ik dan.
'Hoezo niet?' vraag ze: 'Omdat ik je moeder ben?' Ze strijkt haar jurk glad. 'Dat maakt mij toch niet minder vrouw en jou niet minder man?'
'Toch wel,' zeg ik. 'Het maakt jou juist meer vrouw en mij minder man. Het maakt mij meer kind.'
'Kind?' lacht mijn moeder. 'Jongen toch, jij bent jouw onschuld al zo lang geleden verloren. Jij zult nooit meer naar mij kijken als een kind.' Ze laat haar blik nog eens over mijn naakte lichaam glijden en komt naast mij staan. Ze kijkt naar het doek. Paarse stoel, groene jurk, lange zwarte vlecht.
'Het is beter dat de mensen mij zo onthouden,' zegt ze en legt een hand op mijn schouder. Ze streelt door mijn haar, aait mijn nek en laat haar hand even over mijn rug glijden. Dan trekt ze haar groene jurk uit. Ze laat het liggen, midden in de kamer, als een dikke klodder verf op mijn houten vloer.

De volgende morgen sta ik in mijn badjas voor het raam. Het is koud in de kamer: enkel glas op het noorden. Daar heb ik het appartement op uitgezocht. Noorderlicht schijnt het best te zijn om bij te schilderen, maar het is altijd koel. Zelf op een mooie zomerdag. Ze vertrekt zonder te ontbijten. Haar jurk heeft ze zojuist gestreken, de vlecht weer netjes over haar linkerschouder. Ik heb brood voor haar gesmeerd dat ze weigert te eten. Dat doet ze liever zelf. Ze geeft mij een kus op mijn wang en loopt de trap af. Ik kijk haar lang na, haar snelle pas, de wind die met haar jurk speelt. Net een vlieger. Ze loopt door het park. De mannen in uniform staan weer te fluiten. De kraaien in de boom zitten in een rijtje op de tak, een muur tegen de uniformen. Het schelle gefluit kan ik tot binnen horen, ik vraag me af of kraaien oren hebben. Als mijn moeder de mannen passeert blijft ze staan. De mannen stoppen even om naar haar te kijken, ondanks die golven ziet ze er nog goed uit. De mannen fluiten verder. Mijn moeder zet haar handtas op de grond, ze zoekt wat in een bloemperk. Tussen de dahlia's vindt ze een grote kei. Met de steen gaat ze voor de boom staan. Mijn moeder mist nooit, ze is de beste jeu-des-boulesspeler die ik ken. Ik speel al jaren niet meer tegen haar. Ze smijt de steen naar de tak. De kraaien vliegen op, maar een van de dikke vogels is te laat. Zijn vleugels zijn te kort voor zijn pafferige bovenlichaam, hij dondert uit de boom. Roerloos ligt hij in het gras. De mannen stoppen abrupt met fluiten. Mijn moeder pakt de handtas op, klopt haar handen af en loopt dan door. Over de brug, langs de Seine tot al het groen uit mijn straat is verdwenen.

Dit verhaal van Jente Hoogeveen kwam tot stand dankzij een residentieproject voor schrijvers van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre.

Mail

Jente Hoogeveen is beeldmaker en filosoof. Ze schrijft, tekent en bouwt installaties.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer