Illustratie: Tejo Verstappen

Wanneer Olaf weer thuis is heeft alles meer gewicht gekregen." />

Illustratie: Tejo Verstappen

Wanneer Olaf weer thuis is heeft alles meer gewicht gekregen." />
Asset 14

Water

Deel 2 uit onze reeks zomerproza. Alles heeft meer gewicht gekregen, Olaf is bijna volwassen. Een verhaal van Anna van Gerve.

Het zilverfolie knispert als Olaf zijn armen probeert te bewegen. Voor hem zit een man in een geel fluorescerend pak op zijn hurken. Het is niet donker en niet licht. Olaf knijpt zijn ogen dicht, hij hoopt dat hij weet welk tijdstip van de dag het is wanneer hij ze weer openmaakt. Er wordt een hand op zijn knie gelegd. Hij schopt, biedt zijn verontschuldigingen aan, zegt dat het niet de bedoeling was, dat het een reflex was en dat hij zal proberen voortaan zijn reflexen onder controle te houden. Hij zit op de achterrand van een ziekenwagen. Beide deuren zijn open, binnen staat een brancard en aan de wand hangen apparaten waar slangen uit komen. Olaf wordt in tweeën gedeeld door het licht dat op zijn rug valt. Zijn hele voorkant is zo donker als de zee. Hij beweegt zijn hoofd voorzichtig opzij. Zijn haren zijn statisch door de zilveren deken die hij omgeslagen heeft gekregen. Hij is een man in de ruimte. Hij is geland op de maan. Maar zijn helm is weg en zijn hoofd staat op ontploffen. In de verte ziet hij het grindstrand. De stenen zijn donker, dat had hij nooit gedacht. Er spoelen lage golven aan die zich snel weer terugtrekken. Olaf houdt een hand boven zijn hoofd om te voelen hoe licht zijn haren zijn. Zijn ouders zullen zo wel komen. Hij heeft zoveel mogelijk informatie gegeven als hij kon, zodat er geen misverstanden zouden ontstaan.
‘Vergeet u niet te vermelden dat ik van alle dieren houd, allemaal, dat ik rode laarzen heb en dat ik een goede bomenklimmer ben, maar dan moet ik wel betere schoenen aan, want mijn laarzen vallen uit als mijn voeten in de lucht hangen,’ had hij gezegd.
Een vrouw had alles genoteerd. Soms leek ze te lachen, maar Olaf zag het verschil niet goed, misschien wilde ze huilen maar hield ze zich groot voor hem.

‘Ik ga een korte wandeling maken,’ zegt Olaf en laat zich in zijn nieuwe gewaad op de grond vallen.
‘Het gaat wel, dank je, de ziekenwagen was iets hoger dan ik had ingeschat.’
De man in het fluorescerende pak blijft vlak achter Olaf lopen. De lucht is egaal grijs en de zon zo zwak dat ze de maan lijkt, of de maan zo fel dat hij de zon lijkt. Om op het strand te komen, moet je een strook distels oversteken. Ze hebben paarse bloemen. Olaf maakt zo groot mogelijke stappen, zweefsprongen omdat hij op de maan is. Hij ademt zo rustig als hij kan en telt voor de zekerheid zijn hartslagen. Het zwarte stenen strand voelt hij door de zolen van zijn laarzen heen. Hij slaat de zilveren deken iets strakker om zijn schouders. Achter hem loopt zijn omgekeerde schaduw, de lichtgevende man. Olaf zwaait, uit beleefdheid. De man steekt zijn arm in de lucht.
Het strand is smal, vier meter, misschien vijf. Vlak tegen de horizon vaart een vrachtschip. In de zee zwemmen zwarte vissen. Olaf draait een rondje om zijn as. Misschien zijn hier geen kwallen omdat de stenen te hard en te koud zijn. Hun buiken hebben vrijwel zeker zacht en warm zand nodig. De lichten van de ziekenwagen staan nog steeds aan. Olaf herinnert zich niet of hij op de brancard heeft gelegen, maar hoopt van wel. Iets verderop staat een witte politiewagen met blauwe strepen. De deuren zijn open. Er leunt iemand tegen het achterportier. Het uiteinde van zijn sigaret zwermt als een vuurvliegje om hem heen. Olaf draait zich om en gaat precies op de plek staan waar de golven zijn laarzen overspoelen. Hij kijkt naar het kleurverschil tussen onder en boven water. Zijn voeten lijken heel ver weg. Hij zakt door zijn knieën en legt een stuk van de zilveren deken in de zee, in de verwachting dat er kortsluiting zal ontstaan. Dat het gaat knetteren, dat er vonken vanaf springen en hij geëlektrocuteerd wordt. Dat zal zijn grote ontsnapping op een slechte dag zijn. Zijn lichaam zal doorzichtig worden en heel even kan je al zijn botten zien als op een röntgenfoto.

Illustratie: Tejo Verstappen

Op het stenen strand ligt een zilveren kwal. Hij ademt rustig en is levensgroot. Tegen de avond, aan het eind van de middag, in de loop van de ochtend of midden in de nacht wordt hij opgetild en op de achterbank van een auto neergelegd. Hij verzet zich niet, dat is nergens voor nodig. Ze rijden uren achter elkaar en stoppen soms bij een tankstation om de benen te strekken, een plaspauze te houden of de benzine bij te vullen. Kwallen lopen niet, plassen niet, eten niet, praten niet. Hij krult zijn zilveren lijf op en steekt als je te dichtbij komt. De wielen ruisen over het asfalt. Het raam is een stukje opengedraaid, de wind strijkt langs zijn rug. Ze rijden Frankrijk uit, passeren de grens en doorkruisen het land waar de huizen in het landschap lijken neergegooid. Een paar uur later passeren ze de volgende grens, waarachter alles plat en groen wordt. Eerst is er nog bos en heide, maar daarna beginnen de weilanden. Ze steken twee rivieren over en rijden alsmaar naar het noorden. Totdat ze bij de afrit komen, vaart minderen en de sloten in de polder volgen. Voor het eerst is het echt donker. In het dorp staan maar een paar lantaarns, alleen rond de kerk. De auto draait een tuinhek in, de motor stopt. De kwal laat zich naar binnen tillen en in zijn bed leggen. Zijn zilveren huid wordt afgepeld en op een stoel gelegd.
‘Welterusten Olaf,’ zegt zijn moeder, ‘morgen praten we verder.’
Ze is op de rand van zijn bed gaan zitten en aait door zijn haren. Olaf slaat zijn ogen nog even open. Hij kijkt naar de knieën van zijn moeder. Ze draagt een linnen mintgroene broek die hij niet kent.
‘Het was niet mijn bedoeling,’ zegt hij, ‘maar soms kunnen dingen niet anders.’
Zijn stem klinkt droog, alsof hij van heel ver moet komen.

De eerste paar dagen blijft Olaf thuis. Hij komt alleen zijn kamer uit voor het eten. Overdag gaat zijn vader met het busje naar zijn werk. Achterin liggen bundels snoeren en bakken met gereedschap. Als hij laat in de middag thuiskomt, trekt hij zijn badjas aan, stapt onder de douche en komt daarna pas goedendag zeggen. Olafs moeder staat dan meestal in de keuken. Ze draait zich om en lacht. Alle muren zijn blauw. Olaf ligt op zijn bed te luisteren naar hun woorden die zo zacht zijn dat ze in elkaar overlopen. Hij heeft een nieuwe verzameling aangelegd. Elke dag staat hij vroeg op, pakt het telefoonboek en belt het alfabet af om te vragen of mensen misschien ansichtkaarten van de zee hebben en die naar hem kunnen opsturen. Eventueel wil hij ze ook wel komen halen, maar als het ver is moest hij even overleggen met zijn secretaresse, omdat hij liever geen gebruik maakt van het openbaar vervoer. Iedere ochtend loopt hij naar de brievenbus, zwaait naar de jongen van de overkant, legt de krant op tafel en hangt zijn nieuwe aanwinsten boven zijn bed.
Zijn ouders proberen te vragen wat er is gebeurd, waarom hij niet teruggekomen is naar de weg, naar de auto, dat verdwalen niets voor hem is. Ze hadden uren gewacht, waren de vangrail overgestapt en het bos in gegaan om hem te zoeken.
‘Wat heb je al die tijd gedaan? Had je wel te eten? Was er iemand die voor je zorgde? Heb je hulp gevraagd? Waarom ben je niet naar de politie gegaan?’
Olaf haalt zijn schouders op, zegt dat het hem spijt, maar dat het zo heeft moeten zijn en wijst aan wat hij de mooiste kaart tot nu toe vindt.
Na verloop van tijd stoppen ze met vragen. Olaf moet weer naar school. Er staat ontbijt voor hem klaar. De overbuurjongen is op straat met een bal aan het stuiteren. Boris is altijd vroeg, zo vroeg als hij wil. Hij is Olafs beste vriend, maar in de klas zitten ze niet naast elkaar. Boris heeft uitgelegd waarom dat het beste is. Zo kunnen ze op afstand communiceren. Ze lopen samen naar het midden van het dorp. De school staat naast de kerk. De kerk is hun gymzaal. Er hangen basketbalnetten, touwen en ringen. Het is vier minuten lopen, maar dat is precies lang genoeg voor Olaf om Boris te laten zweren dat hij een geheim kan bewaren.
‘Ik ben koning van een dennenbos geworden,’ zegt hij, ‘wist je dat bomen kunnen praten? Ik was lang weg hè? Laten we een pact sluiten dat we elkaar nooit langer dan vijf dagen niet zien.’

Hoewel de dagen als altijd zijn, heeft Olaf het idee dat alles meer gewicht heeft gekregen. Misschien is hij eindelijk groter geworden, krijgt hij spieren en wordt hij een man. De weegschaal zegt van niet en ook de spiegel laat het afweten. Hij probeert rechter op te lopen en zijn schouders niet te laten hangen. Hij ziet uit naar de dag dat hij volwassen is en niets hem meer kan raken. Om te weten welke leeftijd daarvoor nodig is, heeft hij een enquête gehouden met vragen als ‘Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?’, ‘Hoe oud was u toen u voor het laatst dacht niets te begrijpen van de wereld?’ en ‘Op welke leeftijd merkte u dat u alles aankon?’. De meeste formulieren heeft hij nog niet teruggekregen, dus het resultaat laat op zich wachten. Een prognose heeft hij al wel gemaakt. Drieëntwintig moet oud genoeg zijn.

Olaf zit op de stoel naast de bestuurder. Zijn vader vraagt of ze zullen stoppen voor pannenkoeken. In het eerste dorp buiten de stad ligt een pannenkoekenhuis aan een meer. Dit meer is het centrum van het dorp, alle huizen zijn eromheen gebouwd. In de zomer wordt er een waterdag gehouden waarop de dorpskinderen over een balk in het water fietsen totdat ze eraf vallen. Wie het verste komt heeft gewonnen. Olaf schudt zijn hoofd. Het dorp ligt al bijna achter hen. Naast de bushalte groeit een grote kastanjeboom. Er staat niemand te wachten, anders had Olaf voorgesteld om de wachtenden een lift te geven. Auto’s zijn nu eenmaal veiliger dan bussen. Dat moet haast wel. Hij trekt zijn gordel iets strakker. Soms is hij bang dat er doden vallen.
Er rent een koe met bokkesprongen door de wei. De rest staat in een groepje te grazen. Helemaal boven in de lucht hangen grijze wolken. Olafs oren suizen, het lijkt op een gedempt schreeuwen van heel ver weg. Hij legt zijn hoofd in zijn handen. Misschien heeft hij contact met de koe, dat zou kunnen, hij is een dierenvriend en zou best signalen kunnen opvangen. Het gaat niet goed met hem. Ze moeten stoppen. Hij roept zijn vader. De richtingaanwijzer gaat aan, de auto rijdt het gras op, naast de sloot. Olaf gooit de deur open voordat ze stilstaan. Zijn vader zegt iets dat hij niet meer hoort, want hij is al buiten. Hij ligt op zijn buik, met zijn gezicht zo dicht mogelijk bij de grond. Tot hij zoveel gras ruikt dat hij nergens anders meer aan kan denken. De schaduw van zijn vader valt over hem heen. Hij maakt een schijnbeweging, een judorol en duikelt over de rand het water in. Zijn vader staat aan de kant, hij huilt. Olaf scheldt.
‘Je mag niet huilen!’ roept hij, ‘waar slaat dat nou op, doe niet zo achterlijk!’
Hij probeert op te staan, de modder aan zijn voeten trekt hem achterover.
‘Grote mensen huilen niet! En zeker mijn vader niet. Snap je er dan helemaal niets van? Zo komt het nooit meer goed.’
Hij slaat met zijn handen op het water. Al het kroos drijft uit elkaar, maar zijn voeten blijven onzichtbaar. Als er een koe in de sloot valt, moet hij er met een tractor en touwen uit getrokken worden. Olafs vader heeft zich zittend naar de rand van de sloot laten glijden. Verderop staat riet, maar hier is niets om je aan vast te houden. Olaf heeft zijn vader nog nooit zo zien zitten, alsof hij elk moment kan omvallen. Een eend steekt zijn kop onder water en blijft minutenlang zo hangen, met alleen zijn staart die boven komt. Olaf probeert de uitgestrekte armen van zijn vader te pakken. Voordat hij omhoog getrokken wordt, roept hij ‘wacht!’. Zo staan ze tegenover elkaar. Een kleine jongen in het water, een grote man op het droge. Het is al lang geen zomer meer.
‘Als je doodgaat en je hebt je mond dicht, valt hij dan weer open?’ vraagt de kleine jongen.

Anna van Gerve (1986) studeerde in 2009 af aan de Gerrit Rietveld Academie. In hetzelfde jaar won ze de Elle Literatuurwedstrijd en sindsdien zijn er verhalen van haar gepubliceerd in Met Andere Zinnen en ANS. Op het moment studeert ze kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Een ode aan de pornofilm 2

Een ode aan de pornofilm: Het Porn Film Festival Amsterdam

Porno is meer dan wat Pornhub en andere grote platforms ons voorschotelen. Het Porn Film Festival Amsterdam laat deze donderdag tot en met zondag zien, dat porno kwetsbaarder, artistieker en vrijer is dan velen verwachten. Emma Zuiderveen spreekt met organisatoren Erik ter Veld en Franka Bauwens. Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

When life gives you hepatitis A-bessen, kruipt Marthe van Bronkhorst in de pen om het toch nog eens over de voedselindustrie te hebben. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Oproep: bel de Hard//hoofd Biechtlijn

Op zoek naar een luisterend oor? Bel de Hard//hoofd Biechtlijn op 06 16 85 74 57 en word trouwe lezer van Hard//hoofd op papier om de collectieve audiobiecht te beluisteren. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine! 1

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Welk verlangen kenmerkt jouw leven en waar snak jij naar? Stuur voor 14 februari 2025 je pitch in en voed ons met jouw ideeën over (beeld)verhalen, essays, poëzie en kunstkritiek voor het magazine ‘Honger’. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Illustreer jij de volgende cover van het Hard//hoofd Magazine?

Voor ‘Honger’, het najaarsnummer van 2025 van Hard//hoofd, zijn we op zoek naar illustrator die de cover van ons magazine wil maken. Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Gebeden van keramiek - Nieuw werk voor kunstverzamelaars! 1

Gebeden van keramiek - Nieuw werk voor kunstverzamelaars!

Als dank voor hun steun, ontvangen onze ruim 1.700 kunstverzamelaars in januari een prachtig werk van beeldend kunstenaar Dakota Magdalena Mokhammad. Om welk werk het precies gaat blijft een verrassing, maar in gesprek met onze chef Kunst Jorne Vriens licht Dakota een tipje van de sluier op. Lees meer

Auto Draft 1

Hoe jij politiek je zin weer krijgt: valse dilemma’s, overdrijven en nog drie tactieken die ik leerde van mijn vader

Marthe van Bronkhorst leerde van haar vader dat goed vals niet lelijk is. In deze column legt ze je drie technieken uit om je (politieke) zin te krijgen. "Links, doe nou eens wat mijn vader deed: nooit genoegen nemen met minder." Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer