De zomer drijft fanatieke recreanten naar buiten, de straten op, de parken in. Jules blijft misschien maar binnen.
In de zomer doemen de grenzen van de persoonlijke vrijheid op als zweetplekken in de oksels van een lichtbruin overhemd. Spijtig genoeg blijft het niet bij hemeltergend lelijke korte broeken en mouwloze shirts die een keur aan tatoeages van voorbije liefdesrelaties blootleggen. Nee, de echte pest van de zomer is de manisch enthousiaste recreant die met een beangstigende geestdrift de straat op gaat om zijn hobby te beoefenen.
Amateurwielrenners, om maar eens een voorbeeld te noemen, wanen zich opeens in de Tour. Ze gedragen zich alsof er langs de wegen meutes wielerfans staan opgesteld die hen toejuichen. Op professionele wijze mikken ze hun lege bidons de berm in, tegen de hoofden van nietsvermoedende bejaarden, kinderen en puppy’s. Ze gaan er prat op dat zij, net als de echte wielrenners, volledig beslag mogen leggen op de openbare weg. Dat ze daarbij zichzelf en het overige verkeer ernstig in gevaar brengen doet er niet toe. Daar hoeft Bauke Mollema zich ook niet druk om te maken. Een enkeling wordt zelfs zo bevangen door het Tourvirus, dat hij zijn buurman zover probeert te krijgen achter hem aan te rijden met een op zijn leaseauto gemonteerd rek met reservewielen.
Illustratie: Chiel te Bokkel
Boven de doorgedraaide wielrenners en getroffen puppy’s cirkelen de brommende vliegtuigjes van de plaatselijke modelbouwvereniging, die ongetwijfeld in een slepend conflict verzeild is met de nabijgelegen dronevereniging. Beiden claimen zij waarschijnlijk een deel van het lokale luchtruim en beiden benadrukken ze hoe onveilig drones/modelvliegtuigjes (doorhalen wat niet van toepassing is) zijn. Ondertussen slaat er op de grond een paard op hol omdat het schrikt van een blaffende hond, die op zijn beurt weer geschrokken is van een opstijgende luchtballon.
Daar tussendoor marcheren hordes bejaarden als gingen zij opnieuw de oorlog in. Met een woeste onverzettelijkheid steken ze hun skistokken zo diep de droge klei in dat er af en toe een blijft hangen. Dan moet de boswachter eraan te pas komen om de pensionado en zijn stok te ontzetten. De ouderen die zich te goed (of te slecht) voelen om te voet te gaan, rusten zich uit met elektrische fietsen die duizelingwekkende snelheden ontwikkelen zonder dat daar enige inspanning voor nodig is. Dit is natuurlijk weer tegen het zere been van de amateurwielrenners die gewend zijn om in allerlei heldhaftige termen te praten over de pijn in hun kuiten. Zodoende is de openbare weg in de zomermaanden een Mad Max-achtig wasteland dat geregeerd wordt door fanatieke types die zich identificeren met hun vervoermiddel. Types die niet bereid zijn om hun manier van leven zonder slag of stoot op te geven.
De zomer beweegt mensen ertoe op gewelddadige wijze hun deel van de openbare ruimte op te eisen. Er zijn te veel hobby’s die buitenlucht vereisen en te weinig plekken om ze uit te voeren zonder elkaar ondersteboven te rijden, wandelen of vliegen. ‘Het kwam zomaar uit de lucht,’ aldus de naaktslak die op brute wijze werd gespietst aan een Nordic Walking-stok.
Jules Roosenboom (1987) woont en werkt in Zuid-Limburg. Hij is bezig met zijn master politieke cultuurwetenschappen en werkt daarnaast als freelance tekstschrijver.