Hard//hoofd plaatst regelmatig een ZKV (Zeer Kort Verhaal) van Constantijn Huygensprijs-winnaar A.L. Snijders. Na drieëndertig jaar komt de Jongen eindelijk zijn tractor ophalen.
In Nederland behoren een sportwagen van het merk Porsche en een leeuw achter de tralies in Artis tot dezelfde familie. Een Porsche kan in ons land geen 350 kilometer per uur rijden, en een leeuw kan hier geen zebra achtervolgen en verslinden. De Porsche wordt bekeurd bij 130 km en de leeuw krijgt zijn vlees in afgepaste porties van de slager om de hoek. Dit is aan bijna iedereen bekend. Wat niet iedereen weet is dat Porsche ook tractoren maakte. Zo'n tractor heeft hier ooit drieëndertig jaar in de tuin gestaan. Hij was eigendom van de Jongen. Ik schrijf jongen met een hoofdletter omdat hij als jongen natuurlijk de gewone jongensachtige dingen deed, maar bij hem was het bijzondere dat hij ze bleef doen toen hij strikt genomen geen jongen meer was. Hij was dus een dubbele jongen, vandaar die hoofdletter. Hij heeft zijn woonwagen een paar maanden op ons terrein gestald en na de zomer weer naar de loods gebracht. Ik herinner me niet waarom de tractor achterbleef, waarschijnlijk was er iets loos met de accu. Aanvankelijk hadden we afgesproken dat hij hem na veertien dagen zou ophalen, maar door omstandigheden werden het drieëndertig jaar. Terwijl hij daar stond in de buitenlucht nam de natuur bezit van hem, de braamstruiken deden het werk met hun lange armen en vlijmscherpe doornen. Na een paar jaar was de tractor verdwenen, aan het zicht onttrokken. Maar het herinneringscentrum werkte, soms vroeg ik de Jongen wanneer hij zijn eigendom eens kwam halen. Hij was altijd monter en van goede wil, altijd zei hij: morgen. Na drieëndertig jaar voegde hij de daad bij het woord, hij reed het erf op, hakte het braambos weg en monteerde een accu. De motor startte bij de eerste druk op de knop. We keken elkaar aan, zwegen en bogen het hoofd: Duitse techniek.
Dit alles is jaren geleden gebeurd, maar iedereen weet dat de geschiedenis zich herhaalt. Gisteren komt hij zijn Ural/Dnepr laten zien, een prachtig opgeknapte Russische motorfiets met zijspan, vijfentwintig jaar oud. Ik bewonder vooral de zijspan. Die hangt er niet zomaar bij, het wiel heeft een eigen rem en wordt aangedreven door een speciale as. Ik heb dit nooit gezien. Weinig kennis heeft permanente verwondering als voordeel. Na twee uur praten over de techniek besluit de Jongen huiswaarts te gaan. De motor start niet, hij verwisselt de bougies, hij demonteert de carburateurs, maar alles vergeefs. Ik heb een visioen van de volgende drieëndertig jaar. Ik zie een loshangende draad, ik wijs hem erop. De Jongen maakt verbinding, de motor start. Ik heb het lot een loer gedraaid.