Van hoge prijzen tot pottenkijkers: een bezoek aan een openbaar toilet is voor vrouwen vaak niet vanzelfsprekend. Sofie Hees verdiept zich in de ins en outs van dit decennia-oude probleem.
Op zomaar een zaterdagochtend liep ik met twee vriendinnen aan de rand van Nijmegen het bos in voor een wandelingetje. Amper de bebouwde kom uit zagen we een mevrouw. Ze was nog net een paar stappen van het pad af gegaan. Daar hurkte ze met haar billen naar achteren en broek op de enkels en tuurde de polder in. Tot zij ons ook opmerkte en we oog in oog stonden. Een warm stomend stroompje kletterde op de bruine bladeren. Ze was aan het plassen.
Ongeveer zo zal het ook met Geerte Piening zijn gegaan toen zij in 2017 haar blaas leegde in een steegje bij het Amsterdamse Leidseplein en daarbij de ogen trof van drie politieagenten. Die bekeurden haar vervolgens voor wildplassen. Ze vocht dit aan, maar de rechter was het niet met haar eens en oordeelde dat ze dan maar een plaskrul had moeten gebruiken. Piening vindt niet dat de plaskrul beschikbaar is voor een vrouw.
En terecht. Dit donkergroene stuk straatmeubilair mag met zijn sierlijke kromming dan wel de discretie van een slakkenhuis beloven, het biedt weinig bescherming als je genoodzaakt bent te hurken. Je kunt er aan alle kanten onderdoor en doorheen kijken, behalve ter hoogte van het plasorgaan – van een staande plasser. Extra awkward is het kijkrooster met biechthokjesmotief. Al kan degene die in de plaskrul staat zo wel gelijk vergiffenis vragen voor het feit dat hij eigenlijk nog steeds aan het wildplassen is, want wat blijkt: er zit daarbinnen (in de Amsterdamse variant) helemaal niets. Niet het urinoir waar je op hoopt, althans. Slechts een spatplaat en een heel lullig klein gootje.
Was de stad dan alleen voor mannen? Zaten vrouwen toch thuis opgesloten?
Uit solidariteit met Piening en uit onvrede met de uitspraak van de rechter riepen vrouwen in steden met plaskrullen elkaar op om te laten zien hoe het hen niet lukte daarin te plassen. Ze deelden foto’s van hun plaspogingen met de hashtag ‘#zeikwijf’. Het was niet de eerste keer dat plaskrullen het toneel waren van feministisch verzet. In de jaren zeventig strikten de Dolle Mina’s ze al eens dicht met roze linten en wc-papier in ‘Aktie Hoge Nood’, waarmee zij openbaar plasrecht eisten. In een pamflet dat ze die dag uitdeelden, vroegen ze of men soms dacht dat toiletten voor vrouwen niet nodig waren. Was de stad dan alleen voor mannen? Zaten vrouwen toch thuis opgesloten? De actievoerders wilden geen winkel of café in moeten om te kunnen plassen, niet in de rij staan en niet worden gedwongen om ‘een dubbeltje’ te betalen.
Het protest in de jaren zeventig mocht niet baten. Een vrouw die moet plassen moet haar portemonnee trekken en dat dubbeltje van de Dolle Mina’s is sinds de Aktie Hoge Nood alleen maar met de economie meegegroeid. Voor minder dan een cent of vijftig kun je het vandaag de dag wel vergeten. Ironisch genoeg is de toilettendichtheid in de stad absurd hoog: als je de gevels even wegdenkt, ben je non-stop omgeven door tig toiletten. Je kunt er alleen net niet bij en de haves kunnen hun pot lekker uitbuiten. Met Koningsdag zag ik de eurotekens in de ogen van een barman verschijnen, toen hij spontaan werd gecharterd als toiletheer voor de groeiende rij in zijn café. Hij wist niet hoe rap hij het kartonnen bordje met €0,50 moest omdraaien om op te achterkant €2 te krabbelen en ging de rest van de middag tevreden zitten cashen.
Sterker nog, je mag vaak van geluk spreken als je er met geld uitkomt. Volgens de Toiletalliantie, een samenwerking van belangenbehartigers die blijkbaar nodig is om te strijden voor meer openbare toiletten, worden mensen in de horeca en winkels regelmatig geweigerd als ze vragen of ze naar de wc mogen. Dat gaf een groep respondenten aan in een landelijk onderzoek voor Nationale Plasdag. En de vrouwen worden vaker geweigerd dan de mannen, terwijl (of omdat?) mannen gezien hun fysiek sowieso al zo weinig nodig hebben om hun urine te lozen. Zoals een vriend laatst opgewekt zei: ‘De wereld is onze wc!’
Het is niet zo dat vrouwen minder vaak moeten plassen. Ze plassen alleen minder vaak wild.
In hetzelfde onderzoek van de Toiletalliantie gaf een derde van de ondervraagden aan dat het tekort aan openbare toiletten invloed heeft op hun kwaliteit van leven en een kwart dat zij soms tot regelmatig thuisblijven uit angst niet op tijd een wc te zullen vinden. In het hele land zijn er dus mensen die niet op pad durven voor een sociale afspraak, wat beweging of hun eigen boodschappen, door het tekort aan toiletten. En het zijn niet alleen vrouwen die openbare wc’s missen, vertelde een vertegenwoordiger van de Toiletalliantie aan Vice: ‘Het is ook een probleem voor buik- en blaaspatiënten, voor ouderen, voor kinderen, voor toeristen die het in hun thuisland beter gewend zijn, voor dagjesmensen die de weg niet zo goed kennen… eigenlijk voor iedereen die geen gezonde volwassen man tot een jaar of 45 is.’
Het lijkt nu alsof deze gezonde volwassen mannen de enigen zijn die plasrecht hebben, maar zo zit het dan ook weer niet. De plaskrul is er niet omdat zij daar recht op hebben, maar enkel om hun wildgeplas, verder blijkbaar algemeen geaccepteerd als een vaststaand feit, enigszins binnen de perken te houden. Een op dubieuze gronden ‘verdiend’ privilege. Het is niet zo dat vrouwen minder vaak moeten plassen. Ze plassen alleen minder vaak wild, zo wist ook de rechter van Piening, die voor haar pas één keer eerder een zaak met een wildplassende vrouw had gehad. ‘Blijkbaar wordt wildplassen door mannen beloond met extra voorzieningen,’ concludeerden Bahareh Goodarzi en Naomi Donner al eens eerder in het NRC.
Ze bleef lekker doorplassen alsof plassen de normaalste zaak van de wereld is.
Wat mij betreft zouden wij vrouwen op z’n minst evenveel gratis gelegenheid moeten krijgen om de wet niet te hoeven overtreden. Daarom kon ik niet anders dan sympathie voelen voor die ene mevrouw in het bos. Zelf leek zij zich ook allerminst te schamen voor wat ze aan het doen was. We groetten elkaar met een knikje en een hallootje en ze bleef lekker doorplassen alsof plassen de normaalste zaak van de wereld is.
Laten we eerlijk zijn: dat is het ook. Zelfs voor de mannen vind ik een sanitair beleid dat alleen draait om het tegengaan van wildplassen wel een erg beperkte publieke taakopvatting. Gelukkig is er in Amsterdam sinds kort eindelijk geld vrijgemaakt om genderneutrale openbare toiletten te plaatsen, al dient zich nu weer een volgend probleem aan. Buurtbewoners van een beoogde locatie in de Jordaan dreigden deze mijlpaal in een decennialange strijd te dwarsbomen en gingen in protest. Ze willen geen toilet voor de deur, zelfs als er eerst al een plaskrul stond. Zij zijn natuurlijk ook de enigen voor wie een volle blaas op die plek geen probleem is, omdat ze lekker thuis kunnen gaan.
Ja, de hypocrisie rondom die dingen is hardnekkig. Naar de wc gaan zou geen gunst moeten zijn, niet iets waar je om moet smeken, waar je voor kunt worden geweigerd en waar geld aan moet worden verdiend. Na al dat gesteggel over plaskrullen en plasrecht wordt het hoog tijd dat die toiletten er gewoon komen. En graag met een kraantje, papier en een prullenbak.
Dit essay is onderdeel van De on//smakelijke week (themaweek).
Sofie Hees (Nijmegen, 1991) studeerde politicologie, is het liefst onderweg en wil niet alleen horen wie het hardst roept.
Marieke Luthart (1996) is illustrator. Met haar werk wilt zij inzicht geven in werelden van anderen om zo meer begrip voor elkaar te ontwikkelen. Op deze manier wilt zij bijdragen aan een meer inclusieve samenleving. Ze gebruikt hiervoor simpele technieken als linoleumsnedes, acrylschilderingen en lijntekeningen met een heldere en platte beeldtaal.