Elke dag verschijnt op hard//hoofd het fameuze woord van de dag. Bij één van deze woorden zoekt Mila elke maand een passend beeld uit de kunstgeschiedenis. Het is nu tijd voor een vrouwelijke kunstenaar, en wat voor één: Louise Bourgeois (geboren in 1911!). Bourgeois is vooral beeldhouwster, maar ze maakt ook tekeningen, schilderijen en installaties. Ze woont en werkt al sinds 1938 in New York, maar ze is Française.
Louise Bourgeois, Spider, 1997 (staal, tapijt, hout, glas, rubber, zilver, goud, bot)
Bourgeois put inspiratie uit haar jeugdherinneringen, die de de kern van haar werk vormen. Zelf zegt ze hierover: “All my work... all my subjects, have found their inspiration in my childhood. My childhood never lost its magic, it has never lost its mystery, and it has never lost its drama.” Het onderbewuste is haar beste vriend, ze stelt zich dan ook helemaal open voor de emoties die gepaard gaan met de herinneringen uit haar jeugd.
Haar ‘spinnen’ zijn een paar van haar beroemdste sculpturen. Ze heeft er meerdere gemaakt, van verschillende grootte. Er is ook een hele grote, Maman genaamd, van wel 10 meter hoog, die de hele wereld over gaat. Ze zien er best wel griezelig uit, van het soort waar je als kind nachtmerries over had. Maar het zijn goede spinnen, ze stellen namelijk Bourgeois’ moeder voor.
Hier zien we een spin die waakt over een soort kooi. De kooi is van binnen een kamer. Er staan oude spullen, zoals een lege stoel, horloges, glazen stolpen, en er hangen een aantal tapijten aan de muur. Het is een verlaten kamer, vol herinneringen. De bezoeker kan de cel niet in, hij kan alleen van buitenaf door het gaas heen kijken.
De spin die de kamer omhult is een zwarte weduwe. Spinnen zijn volgens Bourgeois vriendelijke wezens, ze zijn heel slim en als ze een web spinnen gaan ze heel beheerst te werk. Bourgeois’ moeder restaureerde tapijten, ze was dus net als de spin goed in weven. Verder beschermen spinnen ons, volgens Bourgeois, omdat ze muggen eten. Haar moeder stierf jong, en Bourgeois hield heel veel van haar. Met de spinnen brengt zij een ode en verzoent zij zich met haar moeder.
Bourgeois werd in haar jeugd voortdurend heen en weer geslingerd tussen haar moeder en haar vader. Haar moeder was rationeel, slim en zonder ‘gevoelsuitbarstingen’, terwijl haar vader een dominante, emotionele man was die voor Bourgeois staat voor verraad (hij ging vreemd met het kindermeisje). Hij pestte Louise ook vaak en daar maakt ze zich nog steeds boos over. Dat haar moeder de aanwezigheid van het kindermeisje in haar huis toestond, is voor Bourgeois onbegrijpelijk. Háár karakter is veel temperamentvoller dan dat van haar beheerste moeder. Zo wordt ze soms boos of jaloers op haar eigen werk en maakt ze het kapot. In een stukje uit de Volkskrant van 4 december 1998 las ik dat ze over een van haar beelden van twee vrijende mensjes zei: “Wat moet hij met haar? Genieten ze? Vermoorden ze elkaar? Hun gedoe maakt me zo kwaad dat ik hun kop eraf hak.”
Robert Mapplethorpe, Louise Bourgeois, 1982