Zondag 12 november werd de landelijke Sinterklaasintocht gevierd in Dordrecht. Een uitgelezen kans om aandacht te vragen voor de racistische roots van Zwarte Piet, zo oordeelden Jerry en Quinsy, kinderfeest of niet. Gewapend met bedrukte shirts en spandoeken togen zij naar de Zuid-Hollandse stad, met student journalistiek Steffi Weber in hun kielzog voor de verslaglegging. Een warm welkom werd het niet.
Een duidelijk doel
De radio doet het niet. Onrustig loop ik heen en weer in de lege cel van ongeveer twaalf vierkante meter. Ik weet niet hoe lang ik hier al zit en kijk naar de slippers die ze me hebben gegeven. Mijn schoenen liggen in een kluis, samen met mijn notitieblok, mijn telefoon en mijn BH. "We brengen zo wel een Donald Duckje," zeiden ze toen ik om een krant had gevraagd, maar het Donald Duckje is er nog steeds niet. Ik ga op het plastic matrasje zitten met mijn hoofd tegen de muur en probeer te bedenken hoe ik deze intocht van Sinterklaas in godsnaam op papier ga zetten.
Jerry Luther King Afriyie (30) is buiten adem als hij stipt om negen uur ‘s ochtends de stationshal van Duivendrecht binnen komt rennen. "Ik moest mijn paspoort nog zoeken, daar gaan ze sowieso naar vragen straks." Hij draagt een hoodie met het opschrift “Zwarte Piet is Racisme”. Omdat hij eerst nog een treinkaartje moet kopen, missen we de trein naar Dordrecht waar vandaag de nationale intocht van Sinterklaas zal plaatsvinden.
"Niet erg, we moeten toch nog op de anderen wachten." De anderen, dat zijn Siri Venning en Quinsy Gario. Venning is een Deense antropologe die in Nederland haar masterscriptie over de rol van de Zwarte Piet schrijft. Ze kwam drie jaar geleden als Erasmusstudente naar Nederland. "Toen ik met vrienden naar de intocht van Sinterklaas ging wist ik niet wat me overkwam. Een blanke man op een paard met een stel zwarte lolbroeken om zich heen. Bizar!" Ze heeft enquêtes bij zich die ze tijdens de intocht wil uitdelen, plus een zak met snoep als dank voor de medewerking.
Quinsy Gario (27) studeert genderstudies aan de Universiteit Utrecht en is daarnaast theater- en televisiemaker. Hij heeft een Noorse Muts met oorflappen op en zijn opvallendste kenmerk is zijn innemende lach. Over zijn leren jas heeft hij een wit T-shirt met dezelfde leus als op de hoodie van Afriyie. Lachend haalt hij een spandoek met diezelfde tekst uit zijn tas en vertelt dat hij er nog zo een bij zich heeft. "Jonguh, je had nog eentje moeten maken met 'Nederland Kan Beter!'", zegt Jerry een tikkeltje teleurgesteld.
Illustratie: Floris Solleveld
In de trein leggen Quinsy en Jerry uit waar het hen om te doen is. Jerry: "We willen Sinterklaas niet afschaffen. We hebben niets tegen gedichten en al helemaal niet tegen kinderen die cadeaus krijgen. Onze campagne richt zich enkel tegen het racistische element in ons nationale feest en dat racistische element kun je nou eenmaal niet ontkennen." Quinsy legt uit dat ze geen kant en klare oplossing hebben. "Eerst moeten we het erover eens zijn dat het anders moet. Dan kunnen we samen op zoek gaan naar een geschikte oplossing."
Creoolse schoorsteenvegers
"Mensen beweren vaak dat het een eeuwenoude traditie is die je niet zomaar kunt veranderen, maar dat is niet waar, Sinterklaas werd heel lang gevierd zonder Zwarte Piet." Geduldig vertelt Quinsy dat het Sinterklaasfeest gebaseerd is op de verering van Nicolaas van Myra, dat tegenwoordig onderdeel van Turkije is. Deze traditie waaide over naar Nederland in de twaalfde eeuw. In de loop van de tijd kreeg Sinterklaas er een hulpje bij in de vorm van een duivel die mensen meenam. Pas in de tijd van de Afrikaanse koloniën werd dit hulpje getransformeerd tot een slaaf. "Ik leer veel door discussies met mensen die het niet met me eens zijn. Ieder argument dat zij aandragen als bewijs dat het figuur niet racistisch is, ga ik onderzoeken. Zo krijg ik stukje bij beetje de geschiedenis op een rij."
Als voorbeeld noemt Quinsy het argument dat Zwarte Piet een schoorsteenveger zou zijn. Dit element kwam erbij aan het einde van de negentiende eeuw toen veel Italianen naar Nederland immigreerden en gingen werken als schoorsteenvegers. Echter, toen was Zwarte Piet al zwart, en niet door het roet. "Zwarte Piet lijkt trouwens in de verste verte niet op een schoorsteenveger, hij heeft creoolse oorbellen, krullend haar en een kostuum van middeleeuwse moren."
De deur van mijn cel gaat open. Twee mannen komen binnen, een van hen heeft opvallend grote oren. Op zijn horloge zie ik dat het half vijf is. Ze bieden mij een schikking aan. "Het is simpel, je betaalt 140 euro en we garanderen je dat je binnen nu en een uur weer op straat staat. Dan hoor je hier nooit meer iets over." Ik weiger, maar om erover na te denken mag ik 'even luchten'. Dat houdt in dat ik in een ruimte van twintig vierkante meter heen en weer mag lopen. Als ik omhoog kijk zie ik door de tralies de lucht. Op de muur staat in grote letters 'Wessel hou je mond!!!!', waarschijnlijk geschreven met de as van een sigaret. Ik krijg het al na een paar minuten koud en wordt weer naar mijn cel gebracht.
Het is druk op het station in Dordrecht. "Follow the kids", zegt Jerry. Terwijl we door de binnenstad van Dordrecht lopen, legt de rapper (Kno'Ledge Cesare) en politicus van de partij Bijlmer Style uit waarom hij een kinderfeest niet de verkeerde plek voor deze discussie vindt. "Kinderen hebben geen last van een spandoek dat ze niet begrijpen. Ze vragen hooguit 'Mama, wat is racisme?' Het lijkt me geen kwalijke zaak om het met kinderen daarover te hebben. Mensen hebben een vreemd beeld van wat racisme is. Ze zeggen: 'Mijn beste vriend is donker, ik kan dus geen racist zijn.' Maar ze zien niet dat jaarlijks meer dan een half miljoen Nederlanders zich buitengesloten voelen op een nationale feestdag. Ze zien het niet omdat zij het niet zo bedoelen, maar ze weten niet hoe het is om Zwarte Piet genoemd te worden en in de bus te worden bekogeld met pepernoten."
Hup Sinterklaas!
We lopen een zijstraatje in waar Quinsy een spandoek uit zijn tas haalt en op zijn knieën gaat zitten om twee stokken aan het doek te bevestigen. "Ik wil wel dat mensen zich hierdoor ongemakkelijk gaan voelen. Dan gaan ze erover nadenken, dat is de eerste stap." Hij is net klaar met de eerste kant van het spandoek als een politieagente en een beveiligingsmedewerker het steegje in lopen.
De agente vertelt op een rustige manier dat er vandaag geen spandoeken getolereerd worden. Ze verwijst naar een Algemene Plaatselijke Verordening die voor die dag is vastgesteld. "De burgemeester heeft veel moeite gedaan om dit feest naar Dordrecht te halen en hij wil niet dat iemand het gaat verpesten. Geen spandoeken dus." "En als er nou 'Hup Sinterklaas!' op zou staan?" "Dan wel."
Terwijl de agente met de jongens discussieert, komt de beveiligingsmedewerker naast mij staan. "Wil jij nou eens onmiddellijk ophouden met schrijven?" Als ik niet naar hem luister verkondigt hij dat het niet is toegestaan om een gesprek met een politieagent vast te leggen. "Dat staat gewoon in de grondwet hoor!"
Inmiddels is er een derde agent bij komen staan, hij komt met Quinsy en Jerry overeen dat ze het spandoek niet zullen tonen. De mannen mogen met hun T-shirts naar de optocht gaan. "Ik heb mijn collega’s geïnformeerd, zodra jullie het spandoek tonen, worden jullie opgepakt, begrepen?" Gario staat lachend op en klopt het stof van zijn broek. "Shit, dit was dus mijn beste dekbedovertrek." Het spandoek is inmiddels van de stok af, ze rollen het op en lopen naar het plein waar de optocht van Sinterklaas zal eindigen.
Een vuist en wat knietjes
Een kwartier later staan de jongens aan de rand van het plein, het spandoek opgerold tussen beiden in bij wijze van statement. T-shirt en hoodie zijn duidelijk zichtbaar. Ze staan rustig met elkaar te praten. Er komen niet veel reacties, een meisje maakt een foto, een man schudt zijn hoofd. Nog geen kwartier later komen er vier agenten die de jongens willen meenemen. Als deze om uitleg vragen proberen de agenten ze mee te trekken. Quinsy blijft rotsvast staan. Tot hij een vuist in zijn maag krijgt.
Als hij op de grond valt slepen drie agenten hem over de straat. Een van hen geeft meerdere knietjes in zijn rug. Quinsy verweert zich niet. "Ik heb niets gedaan!", schreeuwt hij meerdere malen. Er vormt zich een kring met mensen om ons heen. Een klein meisje begint te huilen. Jerry is uit mijn gezichtsveld verdwenen. De drie agenten verplaatsen Quinsy sjorrend, duwend en stompend naar een zijstraatje dicht bij het plein. Als een dertiger probeert in te grijpen wordt hij tegengehouden door een vriend. "Daar help je 'm niet mee, want dan ga jij er straks achteraan."
Siri Venning, Quinsy Gario, Jerry Afriyie en ik worden het zijstraatje ingeduwd, alwaar we handboeien om krijgen en ons verteld wordt dat we gearresteerd zijn wegens het niet opvolgen van een bevel. Terwijl de agenten op het politiebusje wachten, ligt Jerry op de grond met een knie in zijn nek. Het duurt lang. Jerry zegt dat hij het koud heeft en verzekert de agenten dat hij niet zal weglopen. Hij moet op de grond blijven liggen. Quinsy is inmiddels stil. Hij kan zijn ogen niet openen door de pepperspray. Tranen lopen over zijn wangen.
Ik moet met mijn handen op mijn rug naar de muur kijken. Ik probeer alle walging die ik voel te stoppen in de blik die ik de agent geef. Hij knipoogt. Ik besluit maar weer naar de muur te kijken. Jerry blijft met zijn gezicht op de grond leuzen herhalen. Ook als het steegje allang is afgezet en niemand meer langsloopt. "Nederland kan beter!" Dan komt het politiebusje. Het is ongeveer één uur 's middags.
Het verhoor duurt lang, maar het is fijn om alles te vertellen. De man met de grote oren zit tegenover mij en typt met twee vingers mijn verhaal in de computer. Tussendoor neemt hij een slokje koffie. Hij luistert goed en wil ieder detail weten - ook wat een hoodie is. Na afloop lopen we het hele stuk nog een keer door, op zijn verzoek haal ik de spelfouten eruit. De man legt uit dat alle verklaringen nu terechtkomen bij de officier van justitie, die dan zal besluiten of de zaak voor de rechter komt. Even later ben ik mijn veters aan het strikken en neemt de man met de grote oren afscheid. Als hij in de deuropening staat draait hij zich nog even om. "Kom ik nu in je stukje?"
Mijn telefoon staat vol met berichtjes als ik om zeven uur de bus naar het station Dordrecht pak. Mensen hebben me herkend in het filmpje op YouTube. Het staat ook op GeenStijl waar de reaguurders hun licht laten schijnen over de gebeurtenis. Ik stop na een paar reacties met lezen.
--
Dit is een gastbijdrage van Steffi Weber
In een reactie laat de gemeente Dordrecht weten flink van het incident te balen. Het vormde een smet op een verder fantastisch verlopen dag. De politie handelde op basis van een in verband met de intocht ingestelde Algemene Plaatselijke Verordening en bestempelt het toegepaste geweld na een evaluatie als proportioneel maar betreurenswaardig.