Asset 14

Emmer en Den Heijer doen alsof

Weerwoord: Emmer en Den Heijer doen alsof

Julius Koetsier bindt in Weerwoord de strijd aan met de dogma’s en de dooddoeners die hij tegenkomt in de gevestigde opiniesecties. Hij fluit praatjesmakers die uit de bocht vliegen terug en voorziet hun meningen van een ongevraagd weerwoord. Deze week: Piet Emmer en Henk den Heijer moffelen met een aantal mooie trucs historisch bewijs uit het debat weg.

‘Niet alles had in de Gouden Eeuw met slavenhandel te maken, dus laten we ook niet doen alsof,’ luidt de kop boven een stuk dat op 30 april in de Volkskrant verscheen. Ik ben het daarmee eens: laten we niet beginnen met doen alsof. Waar historici Piet Emmer en Henk den Heijer echter vooral voor pleiten, is het negeren van pijnlijke delen van onze geschiedenis.

    “Een van onze mooiste kunstmusea, het Mauritshuis, presenteert momenteel een tentoonstelling die weinig met kunst, maar veel met geschiedschrijving te maken heeft. Er was namelijk commotie ontstaan over het feit dat bezoekers nergens werden geïnformeerd over het mensonterende koloniale verleden van de bouwheer. Johan Maurits, zo werd zonder bewijs beweerd, zou zijn ‘paleis’ hebben gebouwd met bloedgeld verdiend aan slaven.”

‘Zo werd zonder bewijs beweerd,’ dat is een mooi trucje. Wat zeggen Emmer en Den Heijer nu eigenlijk? Niet dat de bewering onjuist is. Dat zou absurd zijn, want het is wel degelijk bewezen dat Maurits aan slavenhandel verdiend heeft. De historici zeggen alleen dat het ‘zonder bewijs beweerd’ werd. Door wie? Dat staat er ook niet bij. Heel verstandig: er zijn natuurlijk mensen die mét bewijs hebben hardgemaakt dat Maurits aan slavenhandel deed. Maar er zijn ook mensen die dat zonder bewijs hebben herhaald. Je kunt nu eenmaal niet in elk gesprek bewijsstukken zitten leveren. De zinsnede ‘zo werd zonder bewijs beweerd’ is dus zonder meer correct, maar ook misleidend. Deze truc is toe te passen op iedere correcte stelling die je impliciet in twijfel wil trekken: ‘De Volkskrant beweert zonder enig bewijs dat Piet Emmer en Henk den Heijer historici zijn.’ Even juist, even misleidend.

    “Alleen onderzoek kan daarover duidelijkheid brengen, maar intussen heeft het museum een tentoonstelling ingericht getiteld ‘Bewogen beeld. Op zoek naar Johan Maurits’.”

Onder die ‘experts’ die zo wantrouwend tussen aanhalingstekens worden gezet ook ene Piet Emmer.

Er is onderzoek gedaan en er zal meer onderzoek gedaan worden. Onderzoek naar de geschiedenis is natuurlijk nooit af. Dat ‘maar intussen’ is ook een aardig trucje. Alsof de curators deze tentoonstelling presenteren in plaats van onderzoek te doen. Ook hier geldt universele toepasbaarheid: alleen onderzoek kan duidelijkheid bieden over het leven in het oude Egypte, maar intussen zitten musea er allerlei tentoonstellingen over te organiseren!

    “Bij elk van de tentoongestelde objecten zijn digitaal vier bijschriften van ‘experts’ beschikbaar die elkaar soms tegenspreken.”

Onder die ‘experts’ die zo wantrouwend tussen aanhalingstekens worden gezet ook ene Piet Emmer. Ik zeg het even, want zelf laat hij het achterwege.

    “Het meest in het oog springende object is een maquette van het Mauritshuis, opgebouwd uit suikerklontjes. Daarmee is Johan Maurits bij voorbaat veroordeeld.”

Het Mauritshuis werd tijdens Maurits’ leven al ‘het suikerpaleis’ genoemd door Hagenezen. Een verwijzing naar dat feit is geen veroordeling.

    “Er is wel meer aan te merken. Zo spreken de bijschriften niet over ‘slaven’, maar over ‘tot slaaf gemaakten’. Dit activistisch taalgebruik suggereert dat alle slaven die naar Brazilië zijn gebracht aanvankelijk vrij waren en pas daarna slaaf zijn geworden.”

Nee. De term ‘tot slaaf gemaakt’ wordt gebruikt door mensen die willen benadrukken dat niemand van nature slaaf is. Ook mensen die in slavernij geboren worden, worden dus ‘tot slaaf gemaakten’ genoemd. Er is ook niets inherent activistisch aan die benoeming.

    “Ook wordt zonder enig bewijs beweerd dat Johan Maurits hoogstpersoonlijk betrokken was bij de slavenhandel -”

Hier stappen Emmer en Den Heijer over van suggestieve verdachtmakingen naar regelrechte onwaarheden. Mark Ponte, de historicus die deze bewering doet, levert wel degelijk bewijs. Zoals Pepijn Brandon opmerkte in zijn reactie op het artikel, komt Ponte met een notariële akte waarin een schipper verklaart 55 Afrikanen naar Brazilië te hebben vervoerd op persoonlijke rekening van Maurits.

    “- en dat de West-Indische Compagnie veel kind slaven [sic] kocht.”

Wanneer het Nederlandse aandeel in slavernij benadrukt wordt, is dat activistisch.

Wederom een onwaarheid: zoals de samenstellers in hun reactie verklaren, wordt nergens gesproken over ‘veel kindslaven’. Er wordt alleen verteld dat er óók kinderen verhandeld werden. Of het er veel waren is natuurlijk relatief. Je kunt van elk aantal vinden dat het ‘veel’ of ‘niet veel’ is. Maar waarom zeggen Emmer en Den Heijer niet gewoon hoe groot het percentage kinderen was onder de mensen die de WIC verhandelde? Dan kan iedereen voor zichzelf uitmaken of 20,3% veel is.

    “Ook de mythe over de hoge sterfte op Nederlandse slavenschepen wordt herhaald -”

Wederom laten Emmer en Den Heijer het na een getal te noemen, en moeten we maar aannemen dat de subjectieve kwalificatie ‘hoog’ onjuist is. Volgens de database van slavevoyages.org betrof de gemiddelde sterfte op Nederlandse slavenschepen in de zeventiende eeuw 13,1% van de tot slaaf gemaakten. Dat is lager dan het totale gemiddelde van die tijd, 22,8%. Bovendien – zoals Emmer benadrukt in zijn boek De Nederlandse slavenhandel 1500 – 1850 – kwam vaak een even groot deel van de Nederlandse bemanning om tijdens de reis. Maar ik vermoed dat de gemiddelde stervende ontvoerde Afrikaan ook met deze cijfers ter vergelijking de sterfte als te hoog had gekwalificeerd.

Maar ook hedendaagse, relativistische Nederlandse historici spreken van enorm hoge sterfte. Zo is er een ‘expert’ die begin dit jaar nog stelde dat er ‘ontzettend veel’ mensen stierven aan boord. Ene Piet Emmer. Maar wat weet die er nou van.

    “- net als het verkeerde idee dat zonder de overzeese expansie Nederland geen ‘Gouden Eeuw’ zou hebben gekend.”

Hoe Nederland eruit zou zien zonder overzeese expansie weet niemand.

    “Weet de bezoeker wel dat de Afrikanen het aanbod van slaven in Afrika volledig beheersten? Dat alleen Afrikaanse kooplieden bepaalden hoeveel slaven er werden aangeboden, van welke leeftijd en van welke sekse?”

Tijdsrelativisme is een populair argument onder de verdedigers van onze vermeende helden uit de Gouden Eeuw.

Aan het begin van hun stuk klagen Emmer en Den Heijer nog dat de tentoonstelling ‘weinig met kunst, maar veel met geschiedschrijving te maken heeft’. Hier blijkt definitief dat dat niet het echte probleem is: het ze gaat om de sóórt geschiedschrijving. Wanneer het Nederlandse aandeel in slavernij benadrukt wordt, is dat activistisch. Wanneer het aandeel van Afrikaanse slavenhandelaren benadrukt zou worden – in een tentoonstelling rond Johan Maurits – zou dat blijkbaar neutraal zijn.

    “En van deportatie was geen sprake, voor elke slaaf werd betaald. Mensenhandel is verwerpelijk, zeker, maar suggereer geen deportatie naar vernietigingskampen.”

Of iets deportatie is, is niet afhankelijk van een financiële transactie. Deportatie betekent gedwongen verplaatsing van mensen. Het lijkt me niet te ontkennen dat daar sprake van was. Vernietigingskampen worden er door Emmer en Den Heijer bij gehaald.

    “Meermaals wordt gesteld dat Johan Maurits de slavenhandel naar Brazilië heeft vergroot. De website slavevoyages.org, waarin meer dan veertig jaar internationaal historisch onderzoek zit, laat zien dat er onder de Portugezen vóór en na Johan Maurits vele malen meer Afrikaanse slaven naar Brazilië zijn gebracht. Onder Johan Maurits waren dat er circa 24 duizend in de Portugees-Braziliaanse periode ervoor, daarna ruim 4 miljoen.”

Wederom misleiding zonder te liegen. Want wat Emmer en Den Heijer ter verdediging van Maurits aanvoeren, is dat onder Portugezen in een periode van 350 jaar in totaal meer mensen verhandeld zijn, dan in de acht jaar dat Maurits gouverneur was. Als dit punt al zo relativerend zou zijn als de historici blijkbaar hopen, is het alsnog geen bewijs tegen de stelling dat de slavenhandel onder Maurits toenam. Die stelling klopt ook gewoon. Zodra Maurits in 1637 in Recife aankwam, constateerde hij dat de suikerrietproductie alleen opgevoerd kon worden door meer Afrikanen te ontvoeren, want ‘zonder slaven is het niet mogelijk iets uit te richten in Brazilië’.

    “Gelukkig wordt in een van de bijschriften ook een mythe ontkracht. Het lijkt inderdaad vast te staan dat Johan Maurits zijn huis niet had kunnen laten afbouwen zonder zijn inkomsten uit zijn gouverneurschap, maar er wordt eerlijk bij verteld dat die inkomsten maar voor een beperkt deel afkomstig kunnen zijn geweest uit de slavenhandel en slavernij. Johan Maurits kreeg immers ook een salaris en een percentage van de krijgsbuit. Of de bezoeker daardoor opgelucht naar huis gaat, valt te betwijfelen, want de meeste bijschriften slagen er niet in duidelijk te maken dat het verleden een vreemd land was, waar ze de dingen anders deden.”

Alsof een tentoonstelling bezoekers gerust zou moeten stellen. Tijdsrelativisme is een populair argument onder de verdedigers van onze vermeende helden uit de Gouden Eeuw. ‘Toen zag men dat anders.’ Het is wel waar: de Nederlandse slavernij was in de zeventiende eeuw veel controversiëler dan nu. Tegenwoordig zeggen historici als Emmer en Den Heijer dat het er ‘nu eenmaal bij hoorde’. Er is bijna niemand meer die slavendrijvers zo ondubbelzinnig veroordeelt als bijvoorbeeld de predikanten Jacobus Hondius, Justus Vermeer en Cornelis van Poudroyen. Of neem toneelschrijver Bredero, uit wiens blijspel Moortje ik citeer: ‘Onmenselijck gebruyck! Godloose schelmerij! Dat men de menschen vent tot paertsche slavernij. Hier zijnder oock in stadt, die sulcken handel drijven, maar ‘t sal Godt niet verhoolen blijven.’

Als de bijschriften in het Mauritshuis de toon aansloegen van Maurits’ kritische tijdgenoten, dan zouden Emmer en Den Heijer écht iets hebben om over te schrijven.



Beeld: Andrew Griffith via Flickr.

Mail

Julius Koetsier is columnist, filmcriticus, vertaler, video-editor en zo af en toe iets anders.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven

Steun de makers van de toekomst

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe makers. Een niet-commercieel platform waar talent online en offline de ruimte krijgt om te experimenteren en zich te ontwikkelen. We zijn bewust gratis toegankelijk en advertentievrij. Wij geloven dat nieuwe makers vooral een scherpe en eigenzinnige stem kunnen ontwikkelen als zij niet worden verleid tot clickbait en sensatie: die vrijheid vormt de basis voor originele verbeelding en nieuwe verhalen.

Steun ons

  • Jochum VeenstraHoofdredacteur
  • Mark de BoorderUitgever
Lees meer
het laatste
Komiek schreeuwt tegen wolk

Komiek schreeuwt tegen wolk

Of je vertelt de waarheid, bent grappig en wordt vervolgens gecanceld, óf je bent ‘politiek correct’ en daarmee helemaal niet meer grappig. Daar wil Jihane Chaara het even over hebben. Lees meer

illustratie van een meisje in een tent waarin ze leest en veel spullen om zich heen heeft staan, in contrast met de paarse lucht buiten

De magen zagen bleek in dit licht

'Ik heb een onstilbare behoefte mensen van hier te ontmoeten / op zoek naar een bewoonbare waarheid.' De gedichten van Angelika Geronymaki worden bevolkt door bietjes, bralhonden en bulderende koeien: lijfelijke poëzie die je voelt en proeft. Lees meer

Automatische concepten 55

Mijn vader en ik, mijlenver uiteen

Hoe blijf je strijdvaardig als misstanden generatie na generatie niet worden opgelost? Marthe van Bronkhorst reflecteert op de relatie met haar vader en hoe ze verschillend met onrecht omgaan. Lees meer

Illustratie van twee bomen. De bomen zijn wit en kaal, en je ziet hun wortels en takken voor een achtergrond van een groene en paarse gradiënt.

Van bladeren tot wortels: liefhebben zonder te verliezen

Hoeveel van jezelf lever je, dan wel niet onbewust, in om samen te kunnen zijn met een geliefde? Stefanie Gordin onderzocht wat Rainer Maria Rilke, Herman Hesse en bell hooks hebben geschreven over deze dynamiek. Ze probeert een antwoord te vinden op de vraag: Wat ging er mis in haar vorige relatie, waar ze juist zo duidelijk hadden afgesproken elkaar niet te verstikken? Lees meer

Over het lijk van Picasso

Over het lijk van Picasso

Ferenz Jacobs onderzoekt, vijftig jaar na het overlijden van Picasso, hoe groot de prijskloof tussen commerciële kunst van mannen en vrouwen nog is. Lees meer

'Ik dacht dat je met je vriend ging'

'Ik dacht dat je met je vriend ging'

Een koetjes-en-kalfjesgesprek tussen Eva en een collega in de trein wordt ongemakkelijk wanneer hij ongefundeerde aannames doet over haar privéleven. Lees meer

Illustratie van een vrouw die een deur opent en daarachter een wereld van verschillende kleuren ziet

Rust Roest

Met dit verhaal waarin surrealisme en de werkelijkheid op een poëtische manier in elkaar overlopen, won Chris Kok de Debutantenschrijfwedstrijd van Editio. Lees meer

een persoon die naar hun eigen vervormde gezicht staart in de weerspiegeling van een telefoon

AI-angst

Wanneer Aisha in het bibliotheekcafé ineens met een human robot hybrid wordt geconfronteerd die rechtstreeks uit the Uncanny Valley schijnt te komen, lijkt het toppunt van haar industrialisatieverwarring bereikt. Lees meer

Kamer aan zee

Kamer aan zee

Twee mensen ontmoeten elkaar: de een werkt in een hotel en de ander wordt niet vaak tegengesproken. Wat volgt zijn een strandopgang, cocktails en een gedeelde sigaret. Lees meer

Baas in eigen brein

Baas in eigen brein

Marthe van Bronkhorst loopt in haar werk als psycholoog tegen een dilemma aan - is medicatie wel echt altijd de oplossing voor psychische problemen? Lees meer

Met welke zin begin ik de laatste zinnen?

Met welke zin begin ik de laatste zinnen?

Vivian Mac Gillavry schreef een reeks korte verhalen over de vragen waarmee we achterblijven vlak na de dood van een dierbare, van 'Wanneer besloot hij dat hij gecremeerd wilde worden?' tot 'Welke schoenen zijn gepast voor de uitvaart?'. Lees meer

Een versie van mezelf die ik liever niet wil leren kennen

Een versie van mezelf die ik liever niet wil leren kennen

Eva slaapt de laatste tijd slecht. De nachtelijke hersenspinsels die ze compulsief noteert 'rieken een beetje naar waanzin'. Lees meer

De tastbare droom van Escher

De tastbare droom van Escher

Ferenz Jacobs schreef over Espai XC, het Escher-achtige huis van kunstenaar Xavier Corberó: fotogeniek, maar ook verwarrend. Lees meer

Verliefde klimaatvluchtelingen

Verliefde klimaatvluchtelingen

Het is midden november en 17 graden. Twee geliefden kuieren het strand af en aanschouwen de vreemde schoonheid van het industriële landschap. Waar zullen ze gaan wonen als het water komt? Lees meer

Mijn buurjongen 1

Mijn buurjongen

"In hun vriendschap waren ze onaantastbaar, als een groep soldaten voor een veldslag." Een kwetsbaar kort verhaal van Lars Meijer waarin tractors worden opgegeten, kleedkamers vol stoom hangen en geheimen worden ontdekt. Lees meer

Welkom in het circus van de dood

Het circus met één wild dier

Marthe van Bronkhorst verbaast zich tijdens een circusact die verkeerd afloopt over hoe laconiek het publiek reageert: "We hadden met zijn allen bij de galg kunnen staan, een standrechtelijke executie, een heksenverbranding – de popcorn was rondgegaan." Lees meer

Een ongelukje in Niemandsland 3

Een ongelukje in Niemandsland

Hoe weet je of dat wat je kiest het juiste is? Een kort verhaal van Stefanie Gordin over liefde, zwangerschap en autonomie. Lees meer

De slag om Lützerath: beeldvorming over solidariteit en geweld

De slag om Lützerath: beeldvorming over solidariteit en geweld

Er is jarenlang gestreden, maar onlangs werd bruinkooldorp Lützerath hardhandig door de Duitse politie ontruimd. Een gesprek over representatie, politiegeweld en de kernboodschap van ‘Lützi Lebt'. Lees meer

Onthouden dat ik het even moet vergeten 1

Onthouden dat ik het even moet vergeten

Heeft iedereen zo'n fabelachtig goed geheugen voor schijnbaar onbenullige details, of ligt het aan Eva? Lees meer

Stuur je pitch in voor Hard//hoofd Magazine #3! 2

Stuur je pitch in voor Hard//hoofd Magazine #3!

Stuur uiterlijk 28 februari je pitch in voor de derde editie van Hard//hoofd Magazine, met als thema: ‘Aaah!’. Lees meer

Steun de makers van de toekomst. Sluit je aan bij Hard//hoofd!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe kunstenaars en schrijvers. Een niet-commercieel platform waar talent online en offline de ruimte krijgt om te experimenteren en zich te ontwikkelen. Wij zijn al meer dan twaalf jaar bewust gratis toegankelijk en advertentievrij. Onze kunstverzamelaars maken dit mogelijk. Sluit je nu aan en ontvang jaarlijks gesigneerde kunstwerken van veelbelovende kunstenaars én je eigen Hard//hoofd-tasje. Veel verzamelplezier!

Steun en verzamel