Dit najaar verschijnt bij de nieuwe uitgeverij Babel en Voss de bundel “Wat we missen kunnen,” een originele verzameling pleidooien tegen overbodige producten, organisaties en personen. Met welke gebruiken zouden we definitief moeten afrekenen, welke instellingen hebben hun nut verloren? "Wat we missen kunnen" wordt een leesbaar alternatief voor de nu zo bedreigde miljoenennota. Hard//hoofd levert een bijdrage en in de aanloop daarnaar publiceren redactieleden stukken rond dit thema. Vandaag de eerste: Philip over 'Rotzooi.'
Wat we missen kunnen. Die dingen buitelen in mijn hoofd over elkaar heen, als gulzige puppy’s met dichte ogen, op zoek naar hun moederborst. Zacht en nog lichtelijk nat, te fragiel haast om te kunnen optillen en goed te bekijken. Maar als je ze soezend na het sabbelen aan de tepels van hun moeder toch optilt, beginnen ze te zeiken en te kwijlen en blijken ze niet zindelijk te zijn; niet in staat hun eigen broek schoon te houden. Niet in staat hun eigen broek op te houden.
Denk ik aan parasiterende puppy’s, dus aan dingen die we kunnen missen, dan denk ik niet alleen aan jonge mensen. Ik denk ook meteen aan Freek de Jonge, die parasiteert op het verleden en die schaamteloos profiteert van datgene waar hij ooit tegen predikte: autoriteit door leeftijd. Maar ik denk ook aan mensen van mijn eigen generatie, de presentatoren en de journalisten van in de twintig die parasiteren op alle domheid in de wereld. En ook aan de dochters-en-zonen-van van deze wereld die ver voorbij de twintig zijn, maar nog steeds aan deze kant van de zestig verkeren en die onbeschaamd teren op hun vaders naam: Johnny de Mol en Aaf Brandt Corstius.
Maar denk ik aan Aaf Brandt Corstius, dan denk ik ook meteen aan Jelle Brand Corstius – inderdaad: de broer-van en dus ook een zoon-van; je ziet het in de ogen, ook als je niet goed kijkt – die voor alles staat waar ik achter wil staan: dingen (niet mijn woord), gemaakt uit liefde voor wat je maakt, niet uit liefde voor je zelf. Dingen, gemaakt zodat ze gezien kunnen worden, omdat ze gezien moeten worden – en niet de maker. Want die verdwijnt in wat hij maakt, zoals het hoort. Ik ben er niet. Dat is het woord.
Dan denk ik aan dingen dus, die er toe doen. Dat zijn niet de dingen die we kunnen missen.
Zodoende zoom ik uit (afstand schept overzicht) en zie ik wat we wel missen kunnen:
Mensen die te oud zijn van geest.
Freek de Jonge, dus.
Maar ook: mensen die te jong zijn van geest.
Mensen dus, die te dom zijn om op televisie te mogen verschijnen.
Hier denk ik aan Nicolette Kluijver, die naakt, bovenop een brug gezeten, naast haar medemeiden Sophie Hilbrand en Yolanthe Cabau van Sneijder en die puppytrut zonder wenkbrauwen (ik zie hier een verband) haar tieten aan toeristen laat zien. En naast hen zit Filemon – want voor je het weet ben je een patriarch – met zijn blote lus te spelen.
Dit zijn mensen die niet willen dat er mensen naar hun programma’s kijken, maar naar henzelf.
Dat brengt ons bij Wende Snijders. Die over twee jaar toch weer langs de theaters gaat met een reprise van haar Franse Soundmixshow. Want Wende wil niet dat haar liedjes worden bewonderd. Wende wil zelf worden bewonderd. In zo groot mogelijke zalen.
Mark my words.
We we ook missen kunnen: patriarchen.
Freek de Jonge, dus. En Jan Mulder. En Antoine Bodar.
Mastodonten.
Freek de Jonge, dus. En Jan Mulder. En Antoine Bodar.
Mensen die te oud zijn van geest (of had ik dat al gezegd? Ik zie een verband. Alweer. Maar door al de namen heb ik het overzicht niet meer).
Mensen met een narcistische persoonlijkheid.
Mensen die niet langer voelen.
Niet alleen Linda en Johnny de Mol, dus maar ook de mensen die hen elke keer weer uitnodigen op de publieke omroepen. Want wat we nodig hebben, zijn niet zij. Dat zijn de zussen-van en de zonen-van van deze wereld. Die kunnen niets.
Wat we nodig hebben, zijn de mensen die er werkelijk te doen, doordat ze een gezicht geven aan dat wat er werkelijk toe doet. En een stem. Een huid, om aan te raken. Om te doorboren van mijn part. De Jelle BC’s van deze wereld.
Wat we dus nodig hebben, is een Beeldenstorm. Wat we nodig hebben, is een sloophamer om de huidige staat van gemoedelijke verontwaardiging en politieke malaise te doorbreken en de meesters van de stront omlaag te halen.
Wat we nodig hebben, zijn mensen die de kutmuziek van nu bestrijden; de kutboeken, de kutkunst, de overheid – op wat voor een manier dan ook. Niet hen, die die shit komen verkopen.
Want wat zij aanbieden is rotzooi. Plastic punk, impotente hip hop, rockmuziek van vroeger verkocht om auto’s van nu te verkopen; rot op met die rotte zooi. Ik wil geen mensen die de wereld lelijk maken; die de status quo eren door hem te consumeren. Ik wil mensen die de wereld liefhebben en hem daarom willen veranderen op de punten die verkeerd zijn uitgezet.
Want dat is het spel, hier op de wereld: één keer van start tot af. Punten zetten. Bakens. En dat staat er op het spel.
Je kunt het bos maar één keer doorkruizen.
Er zijn maar twee wegen die je kunt bewandelen.
Waar zoek je naar een opening in het bos? Een plek om de hemel te bekijken? Om ten hemel te stijgen?
Op de achterkant van de Volkskrant, in het gezicht van Freek de Jonge of op zondagmiddag, in de Bar Italia, waar het plafond zwart is en glittert door de ballen van gebroken spiegels?
Of in spiegel van je tijd? In het suizen van je bloed? In werkelijk mooie dingen, uit noodzaak gemaakt?
Ik wil geen columnisten die over zichzelf schrijven, geen cabaretiers die Freek de Jonge eren (dat doet hij zelf wel), geen bar die cappuccino schenkt met chocoladesnippers. Ik wil mensen die de wereld in woorden verpakken zodat ik haar beter kan begrijpen. Ik wil mijn eigen rotzooi maken bij het koffie zetten.
Ik wil iemand die een grote zak koopt, de mouwen opstroopt en al die puppy’s uit de schoot van hun moeder zooit, het geheel dichtknoopt en naar een brug over de Amstel loopt. Ik wil de rotzooi die zijn eigen broek niet kan ophouden op een rijtje gezet zien worden. Ik wil het zien afzinken.
En daarna wil ik mooie dingen zien.
Mooie dingen maken.
Dingen, die we niet kunnen missen. Dingen die nooit voorbijgaan.