Elke week zit schrijfster Kira Wuck een half uur in een wachtkamer. Ze trekt een nummertje, hoewel ze geen afspraak heeft, kijkt om zich heen en wacht. Elke zondag een andere wachtkamer, een andere sfeer en andere wachtenden, verbeeld door Ludwig Volbeda.
Hier moet ik mezelf helaas wel bekend maken, omdat er verder niemand zit en je echt langs een balie moet voor je de wachtkamer in kunt. Ik vertel de baliemedewerkster dat ik stukjes over verschillende wachtkamers schrijf in Amsterdam. Ze moet even met de dokter overleggen. De dokter komt naar mij toe en zegt dat ze net een discussie hadden over welke muziek ze het beste in de wachtkamer konden draaien, klassiek of gewoon radio. Ik denk zelf dat radiomuziek het beste is, want bij het horen van klassieke muziek bij een huisarts krijg je het gevoel dat er wel wat ergs met je aan de hand moet zijn. Ik mag na de lunchpauze terugkomen.
Als ik een half uur later weer binnenloop hoor ik de baliemedewerkster tegen een collega zeggen dat ik wachtkamers beoordeel, om het hoekje wordt er even naar mij gekeken, dan ga ik zitten.
Een kleine oude man komt met een enorme doos naar de balie gelopen, even denk ik dat er kwekerboom kroketten op de doos staat geschreven. Maar het lijkt me sterk dat dokters tijdens hun lunch kroketten naar binnen werken.
De wachtkamer bestaat uit verschillende ruimtes, vanaf mijn plek kun je een lager gelegen kamer inkijken. Boven staan gekleurde kinderstoeltjes, boekjes en een computer. Er lopen wel af en toe mensen binnen maar die komen niet verder dan de balie, ze vragen advies of komen wat ophalen. Misschien dat de crisis ervoor zorgt dat mensen hun consult uitstellen tot er echt wat is en daarom alleen gratis advies over hun kwaal proberen in te winnen bij de balie. Er komt een moeder met grote bontkraag binnen, voor haar uit lopen drie jongetjes die ook alledrie een bontkraag op hun jas hebben. De bontfamilie wordt naar beneden gestuurd, daar hoor ik de jongens rondrennen.
Naast de balie hangen folders met informatie over ziektes die je zou kunnen hebben. Vroeger was ik dol op zulke folders. Ik nam er altijd een stapel van mee en vergeleek alles met mijn eigen kwalen tot ik er zeker van was iets te hebben. Daarna kon ik dan dagen in bed blijven liggen.