De Europese Commissie stelt voor het eerst in twee decennia nieuwe regels op voor digitale diensten. Het is onbegrijpelijk waarom er nauwelijks aandacht is voor de cruciale beslissingen die worden genomen over de macht en invloed van Big Tech.
De onlinewereld wordt gedomineerd door Big Tech, de vijf grootste techbedrijven: Apple, Google, Facebook, Amazon en Microsoft. Aangezien het haast onmogelijk is om je op het internet te bevinden zonder met ze in aanraking te komen, waarschuwen critici al langer voor monopolyvorming, privacyschending en censuur. Ook de rol van Big Tech in het verspreiden van desinformatie en het stimuleren van digitale verslaving is problematisch.
Ondanks de omvang en invloed van Big Tech is de Europese wetgeving omtrent digitale diensten sinds 2000 onaangepast gebleven. Overheden hebben lang de andere kant op gekeken, zetten al bestaande privacy- en informatie-wetgeving in, of plakten sporadisch pleisters waar het zeer deed. Gek, vindt nu ook de Europese Commissie, die daarom begin juni startte met het formuleren van de nieuwe Digital Services Act (DSA), waarvan de eindversie in december gepresenteerd zal worden.
Voor het eerst in twee decennia worden nieuwe regels opgesteld maar het wetgevingsproces lijkt aan onze neus voorbij te gaan
Het is de bedoeling dat het een soort nieuwe grondwet voor het internet wordt. Volgens de Commissie zullen transparantie en het tegengaan van kartelvorming centraal staan. Zo zouden de grootste techbedrijven gedwongen inzicht moeten geven in de werking van algoritmes die aan de basis liggen van hun verdienmodel, en gebruikersdata vrijgeven voor kleinere platforms om eerlijke concurrentie te stimuleren.
Na jaren van kritiek en waarschuwingen van klokkenluiders worden er voor het eerst in twee decennia nieuwe regels opgesteld om de macht van Big Tech aan banden te leggen. We staan op een kantelpunt, maar het wetgevingsproces lijkt aan onze neus voorbij te gaan. Op een aantal alinea’s in een artikel in De Correspondent na is er niets over de DSA te vinden in het Nederlandse medialandschap. Dat, terwijl de journalistiek juist nu een controlerende functie zou moeten uitoefenen, al helemaal bij een technocratisch onderwerp dat voor veel mensen moeilijk te vatten is.
Juist omdat het nog onduidelijk is wat er precies in de DSA komt te staan, en hoe en voor wat er wordt gelobbyd, is het belangrijk om druk uit te oefenen.
Extra problematisch is dat de vier grootste techbedrijven, samen goed voor €5 biljoen, genoeg financiële middelen hebben om zich te mengen in het wetgevingsproces. Onlangs bleek al uit gelekte documenten dat Google met een lobbycampagne “het verzet” tegen de DSA wil “vergroten” en de steun ervoor wil “verzwakken”. Een vooraanstaande denktank, onder andere gesteund door Microsoft, Apple en Google, bekritiseerde de DSA omdat het “niet te rechtvaardigen en arbitraire discriminatie” zou betekenen tegen Amerikaanse techbedrijven.
De DSA is monumentaal te noemen, en zal een belangrijke stap zijn richting het openbreken en afbreken van Big Tech. Al gaat het om Europese wetgeving, Amerikaanse tech-giganten kunnen er niet om heen. Ik ben verbouwereerd dat het onderwerp niet wordt aangekaart in het publieke debat, terwijl al jaren wordt gesproken over de invloed van techbedrijven op ons leven, van nepnieuws tot eenzaamheid. Juist omdat het nog onduidelijk is wat er precies in de DSA komt te staan, en hoe en voor wat er wordt gelobbyd, is het belangrijk om druk uit te oefenen. Gebeurt dit niet, dan ontglippen cruciale beslissingen aan onze aandacht, over onze privacy, het functioneren van de democratie en de afhankelijkheid van Big Tech. Het onderwerp verdient veel meer aandacht in het nieuws, om transparantie af te dwingen van een wetsvoorstel dat belangrijker is dan we ons realiseren.
Beeld: Juraj Vancik via Flickr.com