Outsider art is in zwang bij musea die pleiten voor diversiteit. Amber Bloos vraagt zich af of de term nu echt bijdraagt aan de erkenning van de kunstwerken van gemarginaliseerde mensen. Een pleidooi voor het losknippen van een schurend label. Met prachtige beelden gemaakt door Ambers vader, Jochum J. Beetsma Riegstra.
Nog voordat ik van de term outsider art had gehoord, werd ik erdoor omringd. Mijn manisch-depressieve vader tekent veel. Hij zet zijn concertbezoeken en andere ervaringen om naar priegelige lijntjes Oost-Indische inkt, ingekleurd met aquarel en soms voorzien van liedteksten. In de verkoop van zijn werk is mijn vader niet per se geïnteresseerd, hij kan de drang om te tekenen simpelweg niet onderdrukken.
Outsider art is een breed begrip, vaak omschreven als kunst gemaakt door psychiatrische patiënten of mensen die op een andere manier buiten de samenleving vallen. Outsider art is geliefd vanwege het spontane en originele karakter en niet in de laatste plaats omdat het zich niets aantrekt van conventies in de kunstwereld.
Toch heeft de kunstwereld outsider art omarmt. Veilinghuis Sotheby’s verkoopt het genre aan verzamelaars. Sinds 2016 is het Outsider Art Museum in de Amsterdamse Hermitage gevestigd. Nu verandert Het Outsider Art Museum van naam en gaat samen met het Dolhuys in Haarlem verder als Het Museum van de Geest. Het lijkt er niet op dat de fuserende musea met hun nieuwe naam geheel afstand doen van de term outsider art, maar opvallend vind ik het wel.
Inclusief outsider art
De term outsider art ontstond in de jaren zeventig van de vorige eeuw als vertaling van het Franse art brut. Halverwege de twintigste eeuw zochten modernistische kunstenaars naar inspiratie buiten de academie. Ze raakten geïnteresseerd in de ‘authentieke’ creaties van kinderen, ‘inheemse stammen’ en psychiatrische patiënten. Kunstenaar Jean Dubuffet was een van de grootste verzamelaars en voorvechters van art brut. Hij vond de kunst superieur aan dat van professionele kunstenaars, omdat het onaangetast zou zijn door de cultuur die vreselijke dingen kon voortbrengen, zoals de Tweede Wereldoorlog net bewezen had.
Met de Engelse adaptatie veranderde de kunstcategorie even later van een term die vooral naar de aard van de kunst verwees (puur of rauw), naar een term die de plaats van de kunst aanduidde: outside. Die plaatsaanduiding sneed outsiderkunst letterlijk af van de kunstwereld. Outsider kunstenaars moesten vanaf nu worden ‘ontdekt’ door gatekeepers zoals curatoren en verzamelaars, en mochten zelf vooral geen interesse tonen in de waardering van hun werk. Zo stuitten verzamelaars Max en Korine Ammann op reis in Finland op mensen die in afzondering leefden en een wereld om zich heen creëerden door hout te bewerken en te tekenen. In de collectie Ammann vind je onder andere de fotocollages met krullerige getekende lijsten van Ilmari Salminen en de houten vogels van Jorma Pihl.
De categorie outsider art reduceert kunstenaars tot hun anders-zijn
vandaag worden outsider kunstenaars geacht om buiten te blijven, dat is deel van hun werk. De categorie outsider art reduceert kunstenaars tot hun anders-zijn. Het deel ‘outsider’ in outsider art is problematisch, omdat het een tegenstelling vooronderstelt. Niets wordt specifiek ‘insider art’ genoemd, tenzij je het hebt over outsider art. Insider is de norm. Inside vind je academisch geschoolde kunstenaars die zich verhouden tot de westerse kunstgeschiedenis en -tradities, die besproken en geduid worden door kunstcritici en opgenomen in tentoonstellingen.
Musea als spiegels voor de samenleving
In de uiteenlopende beschrijvingen van outsider kunstenaars herken ik mijn vader. Hij verzamelt alles. Naast zijn eigen werk biedt zijn huis ruimte aan een heel uiteenlopende collectie, van miniatuurschaakspellen tot fruitstickers. Misschien voel ik me daarom altijd zo thuis in musea en kies ik tijdens mijn bachelor de richting Museumstudies. Ik leer dat het museum in de loop van de twintigste eeuw verandert van een soort tempel met weinig informatiebordjes bij de objecten – want die moeten voor zichzelf spreken – naar een forum: een plek waar verschillende stemmen en perspectieven worden gepresenteerd, met aandacht voor processen van inclusie en exclusie, het doorbreken van stigma’s en het vertellen van ‘andere’ verhalen.
Doordat museum professionals kiezen welke objecten en verhalen ze tonen, oefenen ze macht uit in de samenleving. Ze behouden en verspreiden niet alleen culturele waarden, ze bezitten ook het vermogen om de canon mede te bepalen. De verantwoordelijkheid die dit met zich meebrengt, erkennen musea meer en meer. Het ICOM, het overkoepelende orgaan voor musea wereldwijd, stelt voor die verantwoordelijkheid op te nemen in de nieuwe museumdefinitie.
Hoewel musea de wens hebben democratisch te zijn en openheid rondom taboethema’s te bevorderen, zie ik tegen het eind van mijn bacheloropleiding dat musea in Nederland nog steeds elitaire instituties zijn, die eenzijdige verhalen vertellen. Kijk naar de blockbuster tentoonstellingen Mark Rothko in het Gemeente Museum Den Haag, Late Rembrandt in het Rijksmuseum en Jheronimus Bosch, Visioenen van een genie in het Noord-Brabants Museum. Ze bevestigen vooral de dominante westerse kunstgeschiedenis en -canon en bieden weinig plek voor nieuwe en alternatieve perspectieven. Grote namen, dure topstukken: ‘Kijk, wat we hebben binnen gehaald!’
Tijd om het label los te knippen
Ik ben niet de enige die toe is aan een ander geluid, ontdek ik als ik twee maanden onderzoek doe bij Museum Dr. Guislain, gevestigd in een van de eerste psychiatrische ziekenhuizen van België dat gedeeltelijk nog in gebruik is. Het museum presenteert de geschiedenis van de psychiatrie met een vaste collectie historisch materiaal en kunst, en tijdelijke tentoonstellingen over thema's gerelateerd aan geestelijke gezondheid. Een museum dat moeilijk te labelen is, juist omdat het labels blootlegt. Het streeft naar meer inclusiviteit en beseft dat het tonen van outsider art daaraan kan bijdragen, maar alleen als dat gebeurt zonder het buitensluitende label.
Dat het label outsider art onhoudbaar is, blijkt uit de kunstpraktijk waarin insider-kunstenaars outsider-karakteristieken hebben, en vice versa. Een bekend voorbeeld van kunst die binnen de outsider art omschrijving past en toch is opgenomen in de mainstream kunstwereld, is de kleurrijke stippen-kunst die Yayoi Kusama maakt vanuit de inrichting waarin ze zich vrijwillig liet opnemen. Andersom staat Willem van Genk met zijn enorme stadsgezichten en stations vol detail, tekst en collage, bekend als Nederlands grootste outsider kunstenaar. Dit terwijl Van Genk studeerde aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, onderdeel was van de prestigieuze tentoonstelling Nieuwe Realisten en werd vergeleken met de Italiaanse kunstenaar en neoclassist Piranesi.
Nu begint het label te schuren en te irriteren
Het verhaal over de geschiedenis van outsider art kan, op de juiste manier verteld, een verhaal zijn dat vragen stelt over identiteit, objectiviteit en privilege, maar wat mij betreft eindigt het gebruik van de term hier. Het label outsider art heeft zijn werk gedaan en gezorgd voor het erkennen van de creaties van gemarginaliseerden, zoals mensen met een psychiatrische aandoening, als kunst. Nu begint het label te schuren en te irriteren. Het zegt: ‘Ja, wat deze persoon die niet aan de maatschappelijk norm voldoet maakt is kunst, maar het blijft anders, apart.’ De hoogste tijd dus, om het label los te knippen.
Voor musea die streven naar inclusiviteit: neem werken van kunstenaars die opereren in de marge op in verschillende tentoonstellingen. Geef hen zeggenschap. Waardeer de werken om hun inhoud, schoonheid en dat wat ze los maken. Benoem bij het werk de details die ertoe doen, reduceer de kunstenaars niet tot een aspect uit hun biografie. Erken ze als volwaardige kunstenaars en daarmee als volwaardige mensen.
Naar aanleiding van de psychose die haar vader in Istanbul kreeg, startte Amber en haar broer het langlopende onderzoek ‘Universum van de Waanzin’. Op 25 oktober kun je in het kader hiervan de documentaire ‘Naar Istanbul’ beluisteren op NTR Radio 1. Vanaf 26 oktober speelt de voorstelling ‘Istanbul, bericht van de andere kant’, in theater Frascati / door het hele land.
Headerfoto & foto 1: kunstwerken van Jochum J. Beetsma Riegstra
Foto 2: Museum Dr. Guislain door Jochum J. Beetsma Riegstra