Malika Soudani verzamelt de herinneringen die ze nog heeft aan alle plekken waar ze een slaapkamer heeft gehad, vanaf haar geboorte tot aan het moment waarop ze haar afstudeerbundel schrijft. Hier lees je een fragment uit Waar ik een slaapkamer heb gehad. Over een zusje met kanker, twee culturen onder één dak, bruin zijn in een witte familie en een gebroken gezin.
(1997-1998)
Jacob Geelstraat
Amsterdam
(1999-2007)
Korenbloemstraat
Amsterdam
(2004-2004)
Monseigneur Doctor H. Poelslaan
Amstelveen
(2004-2007)
Blauwe Peugeot Expert-bestelwagen
(2004-2006)
Klipperstraat
Amsterdam
(2006-2011)
Platanenweg
Amsterdam
(2007-2010)
Fiat Ducato Camper met alkoof
(2007-2011)
Kinderdijkstraat
Amsterdam
(2010-heden)
Beige vierseizoenentent
(2011-2017)
Hoornsestraat
Amsterdam
(2011-2017)
Admiraal de Ruijterweg
Amsterdam
(2017-2021)
Gildemeestersplein
Arnhem
Jacob Geelstraat (1997-1998)
Amsterdam
deze plek ken ik alleen van foto’s en verhalen
ik slaap in een donkerbruine wieg van hout
ik weet niet in welke kamer de wieg staat
ik word geboren op 6 juni 1997 in Amsterdam
zes weken te vroeg – ik ben te klein en ik heb geelzucht
mijn moeder herinnert zich het warme weer
ze zal het hoe dan ook heet hebben gehad denk ik
mijn moeder herinnert zich ook een dokter tegen wie zij heeft geschreeuwd
omdat ik er maar niet uit wilde komen
ik vraag me af of geboren worden iets met willen te maken heeft
Korenbloemstraat (1999-2007)
Amsterdam
de massief houten salontafel, het litteken op mijn knie van de punt
van de tafel omdat ik er rondjes omheen blijf rennen, zodat
mijn moeder mij niet kan pakken wanneer ze boos is
de kleine keuken waar mijn vader zelf een tussenmuur voor bouwt
de mand met speelgoed in de woonkamer
de groene leren bank die aan je huid plakt als het warm is
de groene leren bank waar ik met mijn meest troste glimlach Jasmina
voor het eerst vasthoud wanneer zij een dag oud is en ik drieënhalf jaar ben
de tussendeur
de houten jaloezieën voor het raam van de tussendeur waar ik vanaf de trap
tussendoor kijk om te zien of mijn moeder al minder boos op mij is
de blauwe of grijze tegeltjes in de wc waar mijn moeder mij
op mijn tiende voor het eerst een maandverbandje in mijn onderbroek leert plakken
de trap waar ik een keer vanaf rol, mijn moeder zegt dat ik stil moet blijven liggen
voor het geval er iets niet goed is gegaan in mijn nek of ruggengraat
de trap die mijn moeder even niet meer op kan lopen na de bevalling van Jasmina
vanwege bekkenbodeminstabiliteit
de trap die Jasmina een jaar later met haar mollige beentjes op klimt
de trap die Jasmina nog iets later niet meer op kan lopen na de eerste chemokuur
de slaapkamers, links die van Jasmina, rechts daarvan de kamer van
mijn ouders, daarnaast die van mij
de witte, daarna roze, daarna grijze muren van mijn slaapkamer–
ik vraag om een prinsessenkamer daarna om een grijze
(zodat mensen mij als volwassene behandelen)
de badkamer rechts van mijn slaapkamer
de witte tegeltjes, het douchegordijn van Ikea, de geliefde plastic
badkuip die mijn moeders verlangen naar een groot, vrijstaand bad op
pootjes tijdelijk stilt
in dit huis groei ik op samen met Jasmina
mijn oom, tante, neef en nicht wonen schuin tegenover ons
mijn opa, (stief)oma en oom wonen op de hoek
Jasmina huilt
slangetjes in haar neus, een naald in haar hand
ik wiebel onrustig met mijn benen
hinkel op mijn tenen door de kamer
ik tel de kaarten die op het prikbord achter het hoofdeind van het ziekenhuisbed hangen
de dokter zegt dat het normaal is
dat mijn zusje zich even niet lekker voelt
mijn moeder huilt, mijn vader rookt een sigaret
ik vraag of ze straks weer een cadeautje uit de grabbelton mag pakken
mijn vader zegt: ‘Het komt goed.’
‘Het komt goed.’
mijn moeder zegt: ‘Maar het is nu niet goed.’
‘Het is nu niet goed.’
soms heeft Jasmina een flinke bos krullen
soms heeft ze twee miniknotjes
soms heeft ze gaten in haar haar
soms is ze kaal
ik weet niet of ze bij mij wil slapen omdat ze niet alleen wil
of dat ze naast mij komt liggen zodat ze in slaap kan vallen met haar
hand in mijn haar
ze draait een pluk van mijn haar net zolang om haar wijsvinger tot ze met haar
nagel rondjes draait op mijn hoofdhuid
telkens als ik het gevoel heb dat ze een kale plek op mijn hoofd gaat achterlaten geef ik een nieuwe pluk haar aan
door een oogafwijking
trillen mijn moeders ogen zachtjes heen en weer
alsof ze steeds op haar hoede is
de onrust lijkt haar nooit te verlaten
mijn vader neemt Jasmina en mij regelmatig mee
naar een begraafplaats
we maken vieze graven schoon
gaan op zoek naar het oudste en het nieuwste graf
besluiten welke grafmonumenten we het mooist vinden
ik denk dat mijn vader graven schoonmaakt uit respect voor de mensen die er begraven liggen
als ik hem later vraag of dat klopt is dat niet zo
hij neemt ons mee om ons te laten zien dat de dood niet eng is
om te laten zien dat, mocht het zover zijn gekomen,
Jasmina op een rustige plek zou komen te liggen
ik ben ontstaan uit twee werelddelen
geboren onder het sterrenbeeld Tweelingen
verdeeldheid broedt in mijn baarmoeder op de binaire wetenschap
waarin het een het ander uitsluit, tegenstelt
het negatief van het positief
een wimper op mijn wang, op mijn vingertop – swoosh –
ik wens meer van en
Dit is een voorpublicatie uit de bundel Waar ik een Slaapkamer heb gehad, de bundel waarmee Malika Soudani is afgestudeerd aan Artez Creative Writing. Voor meer informatie over Malika én waar je deze bundel kunt vinden, klik hier.
Malika Soudani (1997) is een schrijvende kunstenaar. Ze schrijft over menselijke en aardse ervaringen en denkt het liefst vanuit haar zintuigen. In de zomer van 2019 was ze een van de residenten van de schrijfresidentie van deBuren. Haar werk werd eerder gepubliceerd in DW B en Zink.
Natasja Mortier is illustrator. Ze maakt groezelige tekeningen van dingen die haar storen – zo storen ze minder.