Hard//hoofd zoekt donateurs/kunstverzamelaars! Geniet je met enige regelmaat van onze artikelen? Ondersteun Hard//hoofd dan en hang ons aan je muur.
De wereld staat in brand en dat kan niet onbeschreven blijven. De kunstverzamelaar heet tegenwoordig een curator. Chique, maar risicoloos. Jorne Vriens pleit voor de terugkeer van de verzamelaar.
Gevraagd naar het karakter van zijn kunstcollectie antwoordde een topverzamelaar droogjes: ‘It represents a certain period of artistic developments put together by an idiot.’ De zelfverklaarde idioot is Thomas Borgmann. Het citaat staat in de catalogus die hoort bij de nieuwste tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. De zinsnede viel op, omdat Borgmann het wat verzamelen betreft bepaald niet gek heeft gedaan. Hij begon als galeriemedewerker in Keulen en wist door slim te kopen en te verkopen mee te doen in wat de Champions League van de kunstwereld is. Dat leverde een collectie op waarvoor het Stedelijk € 1,5 miljoen neertelde. Een vriendenprijsje. De marktwaarde van de werken is waarschijnlijk veel hoger (de precieze waarde wordt binnenkort bekendgemaakt). Maar voor een man die een museumwaardige collectie wist aan te leggen, lijkt Borgmann wat te bescheiden. Kan zo iemand een idioot zijn?
Bij een succesvol verzamelaar denk ik aan iemand die bedachtzaam te werk gaat. Aan iemand die de eigen grilligheid weet te bedwingen. Aan iemand die bij twijfel advies inwint bij een kunstexpert. De verzamelaar kan niet alleen op zichzelf aan, maar moet ook rekening houden met externe factoren. De mening van anderen of de marktwaarde lijken bijvoorbeeld onontkoombaar bij het bemachtigen van een werk. Een samensteller gaat niet impulsief maar juist zorgvuldig te werk. Een succesvolle verzamelaar is degene die zorgt voor de kwaliteit van de collectie.
In het woord zorgen zit de oorspronkelijke betekenis ingebakken van het woord dat we nu gebruiken om de ultieme verzamelaar aan te duiden: de curator. Herleidbaar tot curare (zorgen in het Latijn) was deze titel tot voor kort slechts voorbehouden aan juridische bewindvoerders of tentoonstellingmakers in het Engelse taalgebied. Tegenwoordig is de titel ook in andere sectoren alomtegenwoordig. Neem bijvoorbeeld afspeellijsten op Spotify, marketingcontent of nieuwsberichten, allemaal worden ze samengesteld door iemand die zich curator noemt.
Beeld: 'Tribuna of the Uffizi' door Johan Zoffany
(Wikimedia Commons)
Voor die wildgroei geeft historicus Thomas Frank de verklaring dat er een bepaalde autoriteit uitgaat van de titel curator. Volgens hem zijn mensen met deze titel experts in het maken van een gepolijste selectie aan de hand van de heersende mode. Uit die observatie blijkt dat er voor spontaniteit weinig ruimte is, want oneffenheden in zo’n selectie leiden alleen maar af van een zorgvuldig opgebouwd imago. Deze manier van werken is efficiënt; het bevestigt bestaande smaak en zorgt voor herkenning bij het publiek. Maar het is ook een werkwijze die op angst gebaseerd is. Het is de methode van iemand die er absoluut niet uit wil springen.
Dat lijkt me ook het punt van dat ene woord waarmee Borgmann zichzelf kwalificeert. Een idioot is juist iemand die zich niets van anderen aantrekt en de eigen, grillige, smaak volgt. Iemand die een goed imago bewaakt zal bijvoorbeeld geen korrelige foto van de harige geslachtsdelen van twee mannen durven toevoegen aan een collectie. Borgmann doet dit wel. Hij ziet in dit werk van Wolfgang Tillmans waarschijnlijk de steengoede registratie van het Berlijnse nachtleven in de jaren '90 die het eigenlijk is.
Begrijp me niet verkeerd, dit is geen advies om zomaar wat te gaan verzamelen. Het is een pleidooi om de eigen smaak serieus te nemen. Daarbij hoort de bereidwilligheid om door anderen voor idioot te worden versleten. In die houding schuilt een zorgeloosheid die een curator volgens Frank waarschijnlijk niet zal kennen. Met de vrijheid die een beetje idiotie met zich meebrengt, is het mogelijk om net zoals Borgmann bescheiden te zijn. Het verzamelen van écht goed werk kan pas beginnen door fatsoensnormen af te stoten.