Asset 14

Van troubadour tot feestmuziek

Van troubadours tot feestmuziek

Als kind groeide Esha Guy op met de nostalgische klanken van de klezmer. Jaren later ontdekte hij de roerige geschiedenis van het Joodse muziekgenre pas. Nu vraagt hij zich af: de klezmer die vandaag de dag gespeeld wordt, hoe 'authentiek' is die eigenlijk? Kennen de muzikanten en toehoorders de betekenis van de muziek wel?

Het overkomt me regelmatig als ik met vrienden over klezmer praat: ze weten niet dat het van oorsprong Joodse muziek is, en denken dat het 'Balkan' is of Oost-Europese feestmuziek.

Vaak vind ik dit irritant, aangezien het in mijn ogen bijdraagt aan het uitwissen van een Joodse cultuur die toch al nauwelijks meer zichtbaar is in Nederland. Maar echt druk maakte ik me er meestal niet over. Toen ik besefte dat de Amsterdamse klezmergroepen van nu geen Joodse achtergrond hebben, begon ik me toch af te vragen: kunnen we hier nog spreken van Joodse klezmer? Of is klezmer net als sommige andere genres overgenomen door een publiek dat niets met de culturele oorsprong te maken heeft?

Ik ontdekte klezmer toen ik achttien was, toen ik op een festival in Hongarije de Amsterdam Klezmer Band hoorde spelen. Eigenlijk ontdekte ik niet, maar herkende ik de klezmer, die ik mijn hele leven al had gehoord. Op feestjes van mijn Joodse basisschool bijvoorbeeld, en op de talloze bar- en bat mitswa’s van klasgenootjes. Maar toen was het voor mij gewoon feestmuziek. Pas toen ik het in een niet-Joodse setting hoorde, besefte ik dat het een specifiek Joods genre is. Dit werd nog eens benadrukt doordat mijn vrienden klezmer zagen als iets onbekends, iets dat ‘van ver’ kwam.

In andere woorden, is klezmer vandaag de dag ‘nep’, een wassen neus?

Toch kun je de Amsterdamse klezmer vandaag de dag nauwelijks als Joodse muziek bestempelen. Ik beperk me tot Amsterdam, omdat het onderwerp mij daar gegrepen heeft. Maar dit fenomeen beperkt zich niet tot die stad. Zo is er de Friese klezmerband Di Goyim, wier naam al verraadt dat de muzikanten geen Joodse achtergrond hebben. Klezmer lijkt geen Jóódse muziek meer te zijn, aangezien de muzikanten en het publiek – behoudens enkele uitzonderingen – niet Joods zijn. Is hier daarom sprake van cultural appropriation? Hiermee bedoel ik dat klezmermuziek door de dominante cultuur is opgenomen zonder rekenschap te geven van de Asjkenazische (Oost-Europees-Joodse) oorsprong van deze muziek. In andere woorden, is klezmer vandaag de dag ‘nep’, een wassen neus? En wellicht belangrijker: is dat erg?

Dit klinkt misschien overdreven. Het etiket cultural appropriation lijkt tegenwoordig al snel ergens opgeplakt te worden. In sommige gevallen terecht: zoals bij jonge Amerikaanse festivalgangers die indianentooien dragen om in de ‘festivalsfeer’ te komen. Het is schrijnend dat zij voor de lol een tooi dragen op dezelfde grond waar (mogelijk) hun voorouders de oorspronkelijke bevolking van de Verenigde Staten hebben uitgemoord. Maar hoeveel verschilt dit eigenlijk van klezmer, wanneer niet-Joden voor hun plezier op Joodse muziek dansen, op dezelfde plek waar nog geen honderd jaar geleden 75 procent van de Joodse bevolking is vermoord?

Fakkeldragers van de Joodse cultuur
Het is niet makkelijk uit te leggen wat voor genre klezmer precies is. Yale Strom, zelf beroemd klezmermuzikant, schreef de etnografie The Book of Klezmer. Daarin vergelijkt hij klezmer met jazz, aangezien beide genres diasporamuziek betreffen die een nostalgie naar het thuisland uitdrukken. Jazz doet dat door het gebruik van blues en Afrikaanse ritmes; klezmer door de trillende melodieën die zijn geïnspireerd op het bidden in de synagoge. Dat wil niet zeggen dat alleen Joden klezmer spelen. Volgens Strom zijn er ook gojiem geweest die groot klezmermuzikant waren, omdat ze speelden met ‘neshome’ (ziel). Een ander kenmerk van klezmer is het Jiddisch. Vóór de Tweede Wereldoorlog was Jiddisch de lingua franca van klezmer. Deze taal verloor daarna in rap tempo aan gebruikers: door de Shoah, waarin veel Jiddischsprekenden waren omgekomen of gevlucht, en door de opkomst van het moderne Hebreeuws, een Joodse taal die naar een hoopvolle toekomst keek in plaats van een onuitspreekbaar verleden.

Ze trokken een grens tussen ‘normaal’ en ‘Joods’, en plaatsten mij en klezmer aan de overkant.

Zouden klezmerbands hier zich kunnen vinden in de omschrijving van Strom? Om daarachter te komen, benaderde ik drie Amsterdamse klezmergroepen. Ik wilde weten of en hoe zij zich verhouden tot de vooroorlogse klezmer. Twee bands wilden mijn vragen beantwoorden: allereerst de Amsterdam Klezmer Band (AKB), de groep die mijn liefde voor klezmer in 2012 op het Hongaarse Szigetfestival had ontketend. Mijn vrienden en ik waren moe, uitgedroogd en hadden hoofdpijn, maar toen de eerste klarinettonen de lucht in trilden kon ik niet stil blijven zitten. Na een vruchteloze poging mijn vrienden mee te sleuren, rende ik alleen het publiek in. Ik vergat dat ik normaal gezien te verlegen ben om in m’n eentje tussen de mensen te dansen. Maar het ging gemakkelijk, aangezien wij in de aanloop naar het concert al bepaald hadden dat klezmer ‘mijn’ muziek is. Ze trokken namelijk een grens tussen ‘normaal’ en ‘Joods’, en plaatsten mij en klezmer aan de overkant. Ik deed gewillig mee, aangezien ik evengoed vond dat de muziek meer bij mij hoorde dan bij hen. En dat moest ik bewijzen door het hardst te feesten van iedereen.

Hoewel het niets afdoet aan hun muzikale waarde, heb ik mijn beeld van de AKB als fakkeldrager van de joodse cultuur moeten bijstellen. Dit beeld had ik vooral omdat het de enige klezmerband was waar ik naar luisterde. Uit de antwoorden op mijn vragen bleek echter dat de bandleden voornamelijk vanuit muzikale interesse klezmer speelden; het Joodse aspect deed er niet toe. Om dezelfde reden mengen ze klezmer met veel andere stijlen, zoals jazz en hiphop. Het gaat hen meer om het experimenteren en creëren van nieuwe muziek dan het teruggrijpen naar een verloren verleden. Ik had het kunnen weten. Op Sziget speelden ze nota bene het themaliedje van tetris als toegift.

Geen vaste melodieën
In mijn verdere zoektocht kwam ik terecht bij Shu’al. Een klezmermuzikant raadde me deze groep aan, omdat er relatief veel mensen met een Joodse achtergrond in zouden zitten. Toen ik dit aan Shu’al voorlegde, kreeg ik vooral opgetrokken wenkbrauwen te zien. Blijkbaar viel dat wel mee.

Het klezmerensemble Shu'al is relatief jong: alle leden studeren nog. Ik sprak met toetsenist Pieter (23) en klarinettist Wisse (24). En hoewel de Joodse cultuur ook voor hun muziek geen grote rol speelt, waren ze zich bewust van de geschiedenis van klezmer. Zij raadden mij de etnografie van Strom aan, waaruit ik veel informatie over de klezmergeschiedenis haalde. Wisse vertelde vooral als muzikant naar klezmer te kijken. Hij geniet van de vrijheid en creativiteit die hij erin kwijt kan doordat er geen vaste melodieën of regels zijn. “Klezmer verandert steeds. Je kunt de melodieën altijd op een andere manier verwerken. Je hoeft niet altijd even precies te zijn en kan melodieën anders spelen zonder dat het fout is. Dat vind ik zo fijn aan klezmer.” Pieter keek meer vanuit het persoonlijke naar de muziek. Voorzichtig zei hij trots te zijn dat ze deze muziek spelen en levend houden.

De jonge muzikanten vertelden urenlang over hun bewondering voor klezmer. Hoe het vóór de oorlog voornamelijk ritemuziek was voor orthodoxe en arme Joden. Niet alleen bruiloften, maar ook begrafenissen en processies waren nooit zonder klezmer. Klezmorim (klezmermuzikanten) waren over het algemeen arm, en reisden van streek naar streek om muziek te spelen. Niet alleen de armoede dwong hen rond te trekken; ook andere sociale factoren speelden een rol, zoals de tolerante of repressieve houding van de machthebbers tegenover de Joodse gemeenschap.

Nostalgie naar oude melodieën
In de twintigste eeuw verhuisden veel klezmorim naar de VS, waardoor ze de dodendans in Europa ontsprongen. Enkelen van hen hielden de muziek levend na de Tweede Wereldoorlog. In die tijd was de interesse in klezmer onder Joden laag. Ze wilden niet zwelgen in de vooroorlogse cultuur maar alleen naar de hoopvolle toekomst kijken, naar Israël. Pas in de volgende generatie vond een herwaardering plaats. Deze generatie was nostalgisch over de cultuur van hun voorouders, gedesillusioneerd door het beleid van Israël, vaak niet gelovig en op zoek naar een andere manier om zich als Jood te identificeren dan religie of het toch-niet-zo-heilige land. De paar muzikanten die de vooroorlogse klezmer meester waren, droegen hun kunst over aan de nieuwe generatie. Deze jonge Amerikaanse muzikanten maakten na de val van de muur de sprong naar Oost-Europa, om daar klezmer te herintroduceren en op zoek te gaan naar oude melodieën bij de overgebleven Asjkenazische gemeenschappen.

Door het gesprek met Shu’al kwam klezmer voor mij weer tot leven. Het was niet zozeer wát ze zeiden, maar meer hoe ze het zeiden. Constant schemerde hun bewondering voor klezmer door, voor de muziek, maar ook voor haar geschiedenis. De studenten leken deel te willen nemen aan die geschiedenis, bij te willen dragen aan de muziek. Of zag ik er te veel in? De enorme hoeveelheid muziek die ik naderhand kreeg toegestuurd van Pieter en Wisse, deed me overtuigen van niet.

Ik wilde dat muzikanten klezmer niet alleen speelden om mensen te laten dansen, maar ook als middelvinger naar Hitler.

Aan het begin van mijn zoektocht was ik bang dat klezmer vandaag de dag gecommodificeerd zou zijn, alleen nog gespeeld om mensen zorgeloos te laten dansen; bang dat muzikanten het vooral zagen als interessante wereldmuziek, ongeïnteresseerd in de herkomst. Ik vermoedde dat er door de (meestal) niet-Joodse muzikanten en toehoorders sprake zou zijn van culturele toe-eigening, en dacht dat de muziek daarom ‘nep’ was. Ik wilde dat muzikanten klezmer niet alleen speelden om mensen te laten dansen, maar ook als middelvinger naar Hitler, omdat het hem niet is gelukt de Joodse cultuur van het Europees continent uit te wissen.

Dit heb ik niet zozeer teruggevonden. Maar ik heb wel de enorm rijke geschiedenis van klezmermuziek ontdekt. Een geschiedenis getekend door muzikanten die door armoede en discriminatie gedwongen werden van plek naar plek te reizen. Overal waar ze kwamen werden ze beïnvloed door lokale muziekstijlen, net als het Jiddisch in iedere regio werd beïnvloed door de dominante taal. Voor het Jiddisch lijkt na de Tweede Wereldoorlog het doek te zijn gevallen, maar klezmermuziek is in de VS en Europa nog lang niet uitgespeeld. De meeste populaire klezmerbands hebben weinig te maken met de vooroorlogse traditie, maar genoeg groepen zijn oprecht geïnteresseerd in de geschiedenis van de muziek, terwijl ze tegelijkertijd proberen haar nieuw leven in te blazen.

Klezmer is het Joodse product van aanrakingen met allerlei lokale niet-Joodse invloeden.

“Klezmer is het Joodse product van aanrakingen met allerlei lokale niet-Joodse invloeden”, aldus Wisse van Shu’al. Juist de klezmorim eigenden zich van alles en nog wat toe om een eigen stijl te ontwikkelen, waardoor klezmermuziek een kapstokbegrip is geworden voor een enorm diverse muziekstijl.

Het was daarom voorbarig om een onderscheid te willen maken tussen ‘neppe’ en ‘echte’ klezmer. Het is hetzelfde onderscheid dat mijn vrienden en ik door het stof van Sziget trokken: normaal versus Joods. Maar deze grenzen kaderen slechts in en maken uitwisseling onmogelijk. Klezmer heeft haar diversiteit juist te danken aan het feit dat klezmorim niet alleen grenzen vaststelden, maar ze ook voortdurend bevraagden, uitdaagden, en uiteindelijk overschreden.

Mail

Esha Guy Hadjadj (hij/hem) studeerde hedendaagse filosofie in Amsterdam en Parijs. Hij schrijft graag over de manier waarop we ons verhouden tot een al dan niet gedeeld verleden. Daarnaast is hij geïnteresseerd in de ontoereikende oplossingen voor klimaatontwrichting.

Shanna Bakker is schilderend illustrator en woont in Zwolle.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

Reinout Bongers schreef een nabeschouwing van de Zomergasten-aflevering met Pierre Bokma als gast of, moeten we zeggen, hoofdrol? "Therapie heeft hij wel geprobeerd, maar dat leverde hem - naar eigen zeggen - vooral een lege bankrekening op." Lees meer

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Toen zijn stiefmoeder Pieta stierf, voelde het voor Jelle Havermans alsof hij werd bevrijd van een van zijn grootste onderdrukkers. Voor ons Sorry-magazine schreef hij dit essay waarin hij jaren later toegeeft dat de vrouw die hem en zijn zusje het leven zuur maakte, ook slachtoffer was van haar eigen tijdsgeest en omgeving. Lees meer

:Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

In dit persoonlijke essay ontrafelt Laura Korvinus de draden die haar met haar oma verbinden. Langs welke verhalen of assen kan verbondenheid tussen verschillende generaties ontstaan en worden vastgehouden? Deel 1. 
 Onderweg naar mijn grootouders glipt een herinnering mijn gedachten binnen. Op een oude video ben ik aan het spelen aan de rand van... Lees meer

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst. Lees meer

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7

Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje?

Waarom blijft prachtige kunst soms onbekend? Janke Boskma kreeg kippenvel van Sōsaku hanga en dook in de Japanse kunstgeschiedenis. Lees meer

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ettie reageert voor een laatste keer op een brief van Jochum, door te schrijven over verdriet, kwetsbaarheid, woede en het belang van actief luisteren. Lees meer

:'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

Juul Kruse bekijkt de Zomergasten-aflevering van Sana Valiulina, waarin zij bovenal probeert hoop te houden en overeind te blijven tegen de achtergrond van immer grimmig Rusland. Lees meer

Een excuus in een klein restaurant

Een excuus in een klein restaurant

Ettie schreef een brief aan Jochum, die hem ontroerde. Hij besloot een brief terug te sturen over excuses, ouders en wat het betekent om zowel een cis-man én queer te zijn. Lees meer

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Vorige week schreef Jochum een brief aan Ettie over zijn ervaring met queer-zijn, biseksualiteit en identiteit tijdens zijn jeugd. In deze brief reageert Ettie met haar eigen ervaring en vraagt ze zich af of iedereen queer zou kunnen zijn. Lees meer

De schipperende kameleon: zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

De schipperende kameleon: Zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

Eric van der Burg was op bezoek bij Zomergasten. Marthe van Bronkhorst geeft in dit artikel haar scherpe analyse op de aflevering. Lees meer

Briefwisseling Ettie en Jochum - Brief 2

Wie wil nou een slachtoffer zijn?

Jochum ontving een brief van Ettie over zijn nooit-verstuurde brief aan zijn jeugdliefde. Ettie vindt dat Jochum de vrijheid van de queeridenteit niet goed beschrijft. Hij besluit Ettie een brief terug te sturen en op haar kritiek in te gaan. Lees meer

Briefwisseling Ettie en Jochum - brief 1

Het privilege van lesbisch-zijn

Een nooit verstuurde brief die door Jochum Veenstra op Hard//Hoofd gepubliceerd werd, begon een eigen leven te krijgen in het hoofd van Ettie, die niet zo goed wist wat ze ervan moest vinden en er toen maar over besloot te schrijven. Het resultaat is een niet-verstuurde brief die ze toch besloot op te sturen. Lees meer

Een kus van een beer

Een kus van een beer

Nick Sens ontmoet een beer in de dierentuin en raakt gefascineerd door deze dieren. Wie of wat ervaren we als we oog in oog met een beer staan? Aan alle wezens van de metamorfose, hier en daarginds (Nastassja Martin) De bruine beer zet twee zware stappen in mijn richting en ik bevries. Het gegil en... Lees meer

Kijken in de spiegel van de Gendermonologen

Kijken in de spiegel van de Gendermonologen

Wie zie jij als je in de spiegel kijkt? Voldoe je aan het beeld van ‘de gemiddelde mens’, of niet? Tom Kniesmeijer vraagt zich af waarom afwijken van het gemiddelde zoveel weerzin oproept en of hét gemiddelde wel bestaat. ‘Precies op het gemiddelde past niemand’. Ik sluit mijn ogen en ben terug in de Leidsestraat.... Lees meer

Nieuwe Barbaren 1

Nieuwe Barbaren

Met het essay 'Nieuwe barbaren' over de Kafkaëske, sci-fi serie Severance won Jacob Koolstra in 2024 de Drift Essaywedstrijd. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer