Asset 14

Tussen de randen van een aquarium

Tussen de randen van een aquarium

Er was eens iemand die heel veel druiven at. Hij at zoveel druiven dat hij hoopte ooit volledig uit druiven te bestaan. In het puntje van zijn duim zou druif zitten. In de puntjes van zijn tenen zou druif zitten. Hij zou op de scan van de dokter kunnen kijken en voor het eerst de binnenkant van zijn lichaam herkennen. Hij had druiven immers eerder in het echt gezien. Er hoefde niemand meer uit te vogelen hoe zijn lichaam in elkaar stak. Toen realiseerde hij zich dat een lichaam vol druiven niet in leven kon zijn. Niet zoals een mens dat kon.

 
 
***
 
 

Er was eens iemand die iemand anders in een vogel zag veranderen. Lela en Sandra stonden met z’n tweeën op een bankje in het park. Lela’s vader en Sandra’s moeder hielden van vogels kijken. Ze hadden hun kinderen bij de speeltuin neergezet zodat ze zelf even door hun verrekijker konden kijken. Ze hoopten op een soort die ze nog niet eerder gevonden hadden.
‘Kijk,’ zei Lela. ‘Ik ben een vogel.’
En Sandra keek, maar ze zag geen vogel.
‘Hoe dan?’ vroeg ze.
‘Zo,’ zei Lela, en ze vouwde haar armen tot het vleugels waren, haar mond trok ze zo lang uit dat het een snavel werd.
‘Wat voor een vogel ben je dan?’
‘Een kraanvogel.’
Sandra wist niet zeker hoe een kraanvogel eruitzag, maar ze wist: niet zo. En toch vloog Lela al door de lucht. Ze vloog recht op de zon af, en Sandra keek toe, tot Lela een stipje aan de lucht werd. Sandra riep naar het stipje, maar het zei niets terug. Het bleef stil in de lucht hangen, alsof het daar altijd al gehangen had.
Was het Lela nog wel? Sandra riep haar moeder en Lela’s vader, omdat Lela in een stip veranderd was en ze het zeker wilde weten. Lela’s vader en Sandra’s moeder kwamen met hun verrekijker en Sandra keek door de twee glazen rondjes naar de stip, die nu groter was en scherper, maar het was nog steeds een stip. Ze liet Lela’s vader naar de stip kijken, vroeg of dit haar kon zijn. Hij keek naar de lucht, ze wees naar waar hij de verrekijker moest wijzen om de stip te kunnen zien, het lukte hem maar niet de stip te pakken te krijgen. Sandra vroeg zich af hoe Lela zich daar zou voelen. De stip leek rond en zacht en vredig. Ze strekte haar armen uit en maakte met haar handen een kommetje om de stip heen, alsof ze haar zo uit de lucht kon plukken, zoals je een kat uit een boom redt. De stip voelde warm in haar handen.
‘Rustig maar,’ fluisterde ze. ‘Rustig maar.’
‘Ik zie haar niet,’ zei Lela’s vader, nog steeds met zijn verrekijker naar boven gericht.
‘Ik heb haar hier, in mijn handen,’ zei Sandra.
Ze deed langzaam haar handen open en daar kwam Lela rennend vanachter de boom tevoorschijn.
‘Boe,’ riep Lela. ‘Gefopt.’ Ze gaf Sandra een box tegen haar nog tot een kommetje gevouwen handen.
Later vertelde Sandra dat ze Lela toen geloofde. Ze geloofde dat ze een vogel was.
‘Maar we hadden het plan van tevoren afgesproken.’
‘Ja. En toch.’

 
 
***
 
 

Er was eens iemand die dingen in haar zakken bewaarde. De zakken kwamen op een gegeven moment zo vol te zitten dat ze begonnen te bollen. Ze had weleens met haar handen gevoeld naar dingen die zich daar verzamelden: lucifers, zakdoekjes, stenen, elastiekjes. Ze vond alles de moeite waard te behouden. Tot de zakken van haar jas zo zwaar werden dat ze, als ze de jas aanhad, iets vast moest houden om niet voorover op de grond te vallen. Toen heeft ze ook zakken aan de achterkant van haar jas genaaid, waar ze spullen in kon bewaren.

 
 
***
 
 

Ze zochten elkaar nooit echt op, Lela en Sandra. Alleen als hun ouders samen dingen deden en zij als vanzelf mee werden getrokken, dan deden ze dingen samen. In parken rondhangen tot hun ouders klaar waren met vogels kijken, bijvoorbeeld. Tot Sandra op het schoolplein aan Lela vroeg of ze haar stenenverzameling wilde komen bekijken.
De stenen lagen langs de randen van haar kamer verspreid. Lela liep langs de stenen, stond soms even stil om ze van dichtbij te bekijken.
‘Ze hebben nog geen huis,’ zei ze toen.
‘Hebben ze een huis nodig dan?’ vroeg Sandra.
Lela pakte een steen op. Ze keek er aandachtig naar.
‘Anders vatten ze kou.’
Ze maakten van karton een huis voor de stenen. Het werd hun gezamenlijke project: een kartonnen, vrijstaand huis met kamers en kartonnen bedden en kartonnen stoelen en kartonnen tafels en kartonnen wasmachines. Ze legden de stenen om de beurt in het huis. Ze legden ze in bed, onder de dekens, ze verzonnen levens voor ze. Zo was er Jochem, die naar kantoor ging en daar op kantoor zijn jas elke werkdag weer aan hetzelfde haakje hing. Dat was zijn lievelingshaakje.
Langzaam begonnen ze steeds meer kartonnen huizen te bouwen, tot ze een kartonnen dorp hadden waar de verzamelde stenen in woonden. Elke steen kreeg een eigen plekje. In bed, of aan tafel, of buiten op straat, of onder de douche. Elke steen kreeg een eigen taak, een levensdoel.
Lela raapte een steen op.
‘Nu ben ik Michiel,’ zei ze. ‘Michiel is pianist.’
Ze raapte nog een steen op.
‘En nu ben ik Tarisha, die is bouwvakker.’
Op een dag pakte Lela een steen op en zette die in de kartonnen tuin neer.
‘Dit is een boom,’ zei ze.
Ze liep naar buiten, de tuin in. Daar ging ze in het gras staan.
‘Heb je het niet koud?’ vroeg Sandra na een tijdje.
‘Ik ben een boom,’ zei ze.
Ze stond de hele dag stil in de tuin en Sandra keek toe.

 
 
***
 
 

Er was eens iemand die voor een lantaarnpaal stond. De lantaarnpaal zag er krachtig uit, vond hij. Hij rechtte zijn rug, klemde zijn kaken op elkaar. Hij deed zijn best om ook een lantaarnpaal te zijn. Zijn armen hield hij stil, zijn benen, zijn hoofd. Zijn adem werd rustig.
Is er iemand die de lantaarnpalen aanzet? dacht hij.
Toen hij thuiskwam, nadat hij een tijd lang lantaarnpaal geweest was, ging hij achter zijn computer zitten en zocht hij op of er iemand is die lantaarnpalen aanzet.

 
 
***
 
 

Sandra stond voor de gymzaal van haar middelbare school, waar het brugklasfeest al begonnen was. Ze zocht naar Lela. Ze keek door het raam van de gymzaal naar binnen, naar de schuifelende mensen. Ze had een jurkje aangedaan en plots wist ze niet meer waarom.
Ze zag Lela zitten, ze zat gehurkt achter de struiken van de schooltuin. Lela raapte takken bijeen en stak deze aan. Uit haar tas haalde ze brandolie, die ze in scheutjes over het vuur goot. Het verlichtte haar hele gezicht. Ze veegde haar vettige vingers af aan haar broek. De takken zouden na afloop zwart zijn en verstrooid in stukken op de grond liggen.
Sandra ging naast haar zitten en ze keken samen naar het raam waar Mirjams mond volledig in die van Jasper verdween. Ze haalde een steen uit haar schoudertasje. Ze kneep erin.
Het vuurtje was zo groot geworden dat een struik in de fik vloog.
‘Stop,’ zei Sandra. ‘Dit is veel te gevaarlijk.’
‘Noem je dit gevaarlijk?’ antwoordde Lela. ‘Ik ken nog veel gevaarlijkere dingen.’ En ze wees met de brandolie naar het gymlokaal.
‘Oh nee nee nee,’ zei Sandra.
‘Of nee, ik weet iets beters.’ Lela wees naar de steen die Sandra vasthield.
‘Gooi die door de ruit heen,’ zei ze.
‘Nee, echt niet,’ zei Sandra. Ze omsloot de steen met haar vingers.
‘Dit is Joaquin. We hebben hem gisteren nog in bed gelegd. Ik wil hem laten zien hoe de brugklas eruitziet.’
‘Joaquin kan vliegen. Gooi hem door de ruit heen.’
‘Nee,’ zei Sandra, en ze stopte de steen in haar broekzak, rende naar haar fiets en reed naar huis. Ze liet Lela achter met de brandende struik.
 
 
 
 

Dit is een fragment uit Tussen de randen van een aquarium, waarmee Ettie Edens deze zomer afstudeerde bij de opleiding Creative Writing aan ArtEZ. In deze fragmentarische bundel veranderen mensen onder andere in een hoopje, een steen, een natuurkundedocent, water, iemand die limonade drinkt en een lantaarnpaal. Het verhaal is een zoektocht naar het vasthouden en loslaten van identiteit, met de vraag: wie ben je als je alles kunt zijn? En kun je wel alles zijn? Omringd door verschillende iemanden zoeken hoofdpersonages Sandra, Lela en Edo zich een weg door die vragen. Hierbij is het vooral aan de lezer zelf om te ontdekken waar het verhaal voor hen over gaat. Om dit werk te bestellen, kan je mailen naar: edensettie@gmail.com

Mail

Ettie Edens (2000, zij/haar) schrijft graag ietwat vervreemdende verhalen - die bijvoorbeeld gaan over het graven van een gat, achterblijven in een trein, een voorwerp worden of de zoektocht naar een windmolen - waarbij ze zich al schrijvende steeds meer dingen begint af te vragen. Ze studeerde af aan de opleiding Creative Writing met haar afstudeerwerk Tussen de randen van een aquarium, dat genomineerd werd voor de Afstudeerprijs 2023.

Charlotte Peys is cultuurwetenschapper en illustrator en woont en werkt in Gent (België). Haar werk is steeds gebaseerd op observatie en onderzoek. Ze illustreert om te onthouden, te verzamelen, te vertellen, te ordenen en te onderzoeken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Auto Draft 5

Verpopping

Wanneer een rups zich in de sombere wintermaanden in haar keukenraam nestelt, koestert de hoofdpersoon in dit verhaal van Esther De Soomer voor het eerst weer gevoelens van liefde en tederheid. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer