Ik heb me eens laten vertellen dat het verschil tussen New York en Chicago uitgelegd kan worden als het verschil tussen een 'dogcity' en 'catcity'. New York is een dogcity. Een stad die kwispelend op je af komt rennen, aan je snuffelt, je misschien nog een likje hier en daar geeft en vervolgens puppy-ogen opzet om te vragen wanneer je nou eindelijk die stok werpt. Chicago is een catcity. Er is tijd en moeite nodig voordat zij haar geheimen prijs geeft. Je moet haar eerst leren kennen. Ze zal je eerst op een afstandje bestuderen. Maar als ze dan, na het geduld dat je voor haar hebt opgebracht, eindelijk gelukzalig knorrend haar plekje heeft gevonden op je schoot, ben je je hart voorgoed verloren.
Ik heb deze metafoor altijd bruikbaar gevonden voor de Nederlandse situatie. Amsterdam is voor mij een dogcity. Rotterdam is een catcity. Het verklaart voor mij waarom veel mensen vooroordelen hebben over Rotterdam als een afstandelijke stad. En waarom bijna iedereen wel in Amsterdam lijkt te willen wonen.
Als je een kat of poes wilt leren kennen heb je een goede start als het baasje je alvast wat aanwijzingen geeft over bijzondere karaktertrekken. "Die stoel is van de kat", "Nooit op zijn kop aaien", "Kijk, dit vindt ze nou een lekker plekje" of "Oh, ze is dol op makreel".
Maar wie is het baasje van Rotterdam? Rotterdam kent vele baasjes. En die hebben tegenwoordig een website waarop ze je helpen om Rotterdam beter te leren kennen. Voor de duidelijkheid heet deze website daarom: We Own Rotterdam.
Op 31 mei bestaan ze één jaar. In dat ene jaar zijn ze hét gezicht geworden van cultureel Rotterdam. Exposities, concerten, festivals, café's. Zelfs feesten waar alleen insiders vanaf wisten, zijn nu beschikbaar alsof je er al jaren woont. Voor je het weet ben je een kattenmens.
Zaterdag 21 mei viert We Own Rotterdam hun 1-jarig bestaan met 'Finding Neverland', een feest in een loods in Rotterdam West.