Het krijgen van cadeaus heb ik altijd ingewikkeld gevonden. Aan de ene kant ben ik blij met de kleinste dingen, aan de andere kant weet ik nooit of ik afdoende enthousiast reageer, want om eerlijk te zijn heb ik al heel veel zooi. Een van mijn grootste zwaktes is dat ik niets weggooi, en aangezien ik klein woon ruim ik niet zozeer op als ik dingen verplaats, (voor mijn kat heel leuk: die heeft iedere keer een andere doos/tas/stapel kleren om in te liggen).
Onlangs was ik jarig. Normaal gesproken vier ik dan met een grote groep mensen dat ik weer 365 dagen niet ben doodgegaan. Vaak voel ik me schuldig als iemand zegt ‘ik moet ook nog een cadeau voor je zoeken’. ‘Dat hoeft toch niet’, zeg ik dan, maar zelf zou ik ook niet met lege handen willen aankomen op een feestje. En zo eindig je dus weer met tassen vol boeken waar je op je verjaardag heel dankbaar voor bent, maar waar je een verjaardag later nog geen woord van hebt gelezen.
De coronacrisis versterkte dit jaar mijn gemengde verjaardagsgevoelens. Was het überhaupt wel gepast om zoiets triviaals als mijn verjaardag te willen vieren? Moest ik me niet met de grotere dingen bezighouden? Ik wilde koste wat kost niet zo iemand worden die bijdraagt aan de pandemie, dus een kringetje taart etende mensen in mijn voortuin was uitgesloten. De cadeautjesvraag maakte het nog eens extra ingewikkeld: mijn vrienden uit de horeca- en cultuursector hadden plotseling geen cent meer te makken. Ik begon me af te vragen of de afstand die coronacrisis tussen ons en onze gecreëerde levens schept niet precies laat zien hoe bizar al dat consumeren eigenlijk is.
Uiteindelijk startte ik maar een inzamelingsactie voor een goed doel dat me aan het hart gaat. Ik zei tegen iedereen: ‘stort wat geld als je me echt iets wil geven en stuur me op de dag zelf gewoon een berichtje.’ Daardoor kon ik op mijn verjaardag zeshonderd euro schenken aan een organisatie die vluchtelingen deze crisis door probeert te helpen.
Wat ik niet had voorzien is dat mensen de shoptijd die ze hiermee bespaarden zo creatief zouden gebruiken. Ik kreeg mini-podcasts, liedjes en zelfgemaakte ‘cheques van waardering’. Ik kreeg videofeestjes waarbij m’n vrienden hun eigen kamer hadden versierd en voor mij dansten. Ik kreeg toch een paar cadeautjes, maar wat waren die goed doordacht en nuttig. En ik kon hangend in mijn voortuin met mijn enige coronamaatje doorbrengen. Ik heb me nog nooit zo jarig gevoeld.