Tongetje draaien bij de kluisjes, veel te dronken worden in een zuipschuur een dorp verderop, de hele dag Pokémon Red spelen (en ruilen met je vriendjes!), donderdagnacht uitgaan tot het ochtendgloren om je vrijdag ziekjes op de bank door te brengen en je te laten verzorgen door moederlief: die tijden zijn voorbij. Je ging studeren, je ging uit huis, je werd zelfstandig en volwassen.
Gelukkig heb ik een tijdmachine ontdekt. Een paar keer per jaar ga ik langs bij mijn ouderlijk huis (in het Brabantse gehucht Engelen, met een supermarkt, parkje, drie kerken, voetbalclub, vijftien hangjongeren en een friettent). En dan júist als de usual suspects - verjaardag, begrafenis, zilveren huwelijk, moederdag, dood van een al veel te oude, veel te geliefde kat - me er niet toe dwingen.
Waarom? Ik vind het belangrijk me af en toe te verlossen van de beslommeringen van het dagelijks leven, om eventjes te vergeten dat ik verantwoordelijkheden heb en me volwassen dien te gedragen. Op zulke dagen pak ik de trein naar Brabant, neem mijn telefoon niet op, sms niemand terug, laat mijn laptop in de tas zitten, laat de veertig nieuwe mails een dagje onbeantwoord en plof neer op de bank om Dr. Phil te kijken met mijn moeder. Voor één avondje ben ik compleet zinloos. Eén dagje ontspan ik me, zoals ik dat deed toen ik een tiener was.
Traditiegetrouw eten we samen - niet al te moeilijk, maar altijd lekker: mijn favoriete aardappelkroketjes, biefstuk en een puike sla met avocado - en zitten minstens nog twee uur aan tafel te keuvelen. Vervolgens keren we terug naar de zwartleren bank, planten de kat op schoot (ze leeft nog) om de rest van de avond domme tv-programma’s te kijken. Mijn moeder duikt op tijd onder de wol, mijn vader zit nog een halfuur knikkebollend naast me, voor ook hij naar boven gaat met de woorden: "Je maakt het niet te laat, hè, jongen?"
Het liefst zit ik dan nog twee uur Comedy Central te kijken terwijl ik een heel pak toastjes met brie verorber, voordat ik in bed kruip en mijn oude knuffelaap ("Aap", heet ie) omarm. Grappig, hoe zinvol zinloosheid soms kan voelen.