Ik hou van antihelden. Van Tony Soprano die als spijkerharde maffiabaas wekelijks zat te huilen op de bank van zijn psychiater, en van de homoseksuele begrafenisondernemer David Fisher in Six Feet Under.
De protagonist in een film -of televisieserie moet vaak een paar niet-heroïsche karaktertrekken bezitten, anders is hij of zij niet geloofwaardig. Bovendien biedt het een diepere psychologische laag die het verhaal extra dimensie geeft. Toch vinden we het prettig als de zwakheid niet altijd aan de oppervlakte is, want wie wil kijken naar een schlemiel, een gek of een engerd?
De hoofdfiguur in de BBC-serie The Singing Detective (1986) is alledrie. Philip Marlow, gespeeld door Michael Gambon (nu bekend van zijn rol als Dumbledore in de Harry Potter-films) schreeuwt, huilt, hallucineert en is fysiek afstotelijk. Hij is cynisch en labiel. Toch is Marlow één van de meest imponerende personages ooit verzonnen, en staat The Singing Detective op alle lijstjes van beste televisieprogramma’s ooit gemaakt (de zes afleveringen werden geschreven door Dennis Potter).
Philip Marlow is schrijver. Hij lijdt aan een zeer zware vorm van psoriasis die niet alleen zijn huid gruwelijk aantast maar ook zijn gewrichten; hulpeloos ligt hij in een ziekenhuisbed, zijn hele lichaam overdekt met ontstekingen. Omdat hij alle pijnstillers weigert, begint hij ook te hallucineren. In de eerste aflevering wordt zijn totale afhankelijkheid geïllustreerd; Marlow wordt gekleineerd door autoritaire artsen en verpleegsters in het ouderwetse ziekenhuis: “Why is it when you lose your health the entire medical profession takes it as axiomatic you also lost your mind!” schreeuwt hij.
In wat waarschijnlijk de meest memorabele scene is, ligt Marlow bijna naakt op het bed en vergaat hij van de pijn, wanneer een groepje medici zich rond zijn bed verdringt om zonder enige notitie van hem te nemen de diagnose te bespreken. Het is allemaal zeer pijnlijk en wrang, tot de artsen totaal onverwacht in koor een gospel-lied beginnen te playbacken, terwijl de ziekenzaal verandert in een nachtclub en de verpleegsters de cancan dansen.
Marlow raakt steeds verder verstrikt in zijn hallucinaties. Ooit schreef hij een derderangs thriller genaamd The Singing Detective, en tijdens het ziekenhuisverblijf vindt hij zichzelf opeens terug in het plot van zijn eigen boek. De held van dat verhaal heet Phil Marlow en is zowel zanger als detective. In tegenstelling tot de sarcastische en zeer Britse Philip spreekt hij in Amerikaanse oneliners: “Am I right, or am I right? I can sing the singing. I can think the thinking. But you're not going to catch me feeling the feeling. No, sir.” Rond zijn figuur ontwikkelt zich een onduidelijke intrige met nazi’s en Russische vrouwen die zowel spion als prostituee zijn.
Uiteindelijk komen in The Singing Detective drie verhalen bij elkaar: de schrijver in het ziekenhuis, de film noir die zich afspeelt in een duister Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en de harde jeugd van de schrijver op het Engelse platteland.
Verwarrend is dat veel acteurs dubbelrollen spelen; de moeder van de jonge Marlow is bijvoorbeeld ook een van de prostituees in het film noir-plot. Twee mysterieuze mannen uit het detective-verhaal verschijnen op een gegeven moment in de ziekenhuiszaal, in een poging aan Marlow opheldering te vragen over hun rol in het plot. Maar net als in een echte detective blijft alles onduidelijk tot de laatste scene. De drie verhaallijnen lopen soms in elkaar over en staan dan weer geheel los: The Singing Detective is een fascinerende kijkervaring die je volledig meesleept.
De musical-intermezzo’s komen regelmatig terug; voornamelijk in de vorm van bekende Amerikaanse liedjes uit de jaren veertig, zoals We’ll Meet Again en Lili Marlene. Dit geeft The Singing Detective een geheel eigen, postmoderne sfeer, die zeker voor een tv-serie in de de jaren tachtig zeer vernieuwend was.
In 2003 werd The Singing Detective verfilmd, met Robert Downey Jr. in de rol van Philip Marlow, maar omdat ik me niet kon voorstellen dat een cleane Amerikaanse remake leuker kon zijn dan het origineel, en welke acteur dan ook het beter zou doen dan de fenomenale Michael Gambon, heb ik de film niet gezien. Kortom: koop de dvd met de 1986-versie en laat je overdonderen door de meest fascinerende antiheld van allemaal: The Singing Detective.