Bertrand Russell staat niet bekend als cartoonist. Meer dan enig andere filosoof in de twintigste eeuw is hij erin geslaagd de filosofie een publiek gezicht te geven: wapperend grijs haar, belangeloze waarheidsliefde, maatschappelijk engagement, een innemende schalkse grijns, een onafscheidelijke pijp, een briljante paradox over verzamelingen die geen deel uitmaken van zichzelf, een getroubleerde geniale leerling en allemachtig veel publicaties. Maar het satirische boekje The Good Citizen’s Alphabet, dat toch verdomd veel makkelijker door te komen is dan de (naar Russell’s eigen schatting) door drie personen gelezen monumentale Principia Mathematica, circuleert alleen in een beperkte kring van bibliofielen, designers, vakbroeders en grapjurken als Geheimtip.
Russell’s enige stripalbum verscheen in 1953 bij Gabberbocchus Press, een obscuur Amsterdams uitgeverijtje dat verder voornamelijk werken van de oprichter Stefan Themerson uitgaf, een spitsvondige Pool die onder andere “semantische poëzie” schreef. De ironisch simpele tekeningen zijn van diens vrouw Franziska. Die tekeningen dienen steeds om een basisbegrip van goed burgerschap uit te beelden: bijvoorbeeld Liberty: the right to obey the police, Virtue: the sacrifice of accepting a great position in society, of Wisdom: the opinion of our ancestors. Als addendum is er nog een korte samenvatting van de geschiedenis der mensheid voor Martiaanse basisscholieren: “Ever since Adam and Eve ate the Apple, mankind has been committing every folly of which he was capable”.
Russell’s cartoons doen daarmee hetzelfde als zijn taalfilosofische werken: mensen aanzetten tot kritisch nadenken en vooroordelen bestrijden door begrippen tegen het licht te houden. En daarmee onderscheidt hij zich positief van Wittgenstein met zijn profetische trekjes en zijn enge obscurantisme, Sartre die achter foute regimes aan liep, Foucault die wel eens voor de gein ging demonstreren, en het tuig van het genre Badiou, Zizek en Sloterdijk dat gewoon maar wat ouwehoert. (Over Heidegger zullen we het maar niet hebben.)
De uitgaven van Gabberbocchus Press (de naam is een latinisering van Lewis Carroll’s “Jabberwock”) zijn nog steeds te vinden in een goed verscholen hoekje van Atheneum Boekhandel. Maar je kunt het ABC van de goede burger ook hier vinden.