Hoewel God en een bepaalde culturele elite iets anders gebieden, kijk ik het liefst slechte films. Mijn puberteit dicteerde me boven alles naar moeilijke films te kijken, over getormenteerde, gender-verwarde zielen, onmogelijke liefdes ten tijde van politieke onrust of existentiële vraagstukken die zich bij voorkeur afspeelden rond de poolcirkel of op een in grijze mist gehuld eiland. En toen kwam de Verlichting. "Dit hoeft helemaal niet", bedacht ik me. Misschien gaat het einde van de puberteit altijd gepaard met die gedachte. Je vraagt je opeens af waarom je zo moeilijk hebt gedaan om niets. Waarom je ouders het nu perse moesten ontgelden en waarom... en nog voordat je die gedachte kan afmaken kom je in de woelige tijden van de adolescentie terecht, waar oude vragen en zielenroerselen als nieuw verpakt nog erger en prangender lijken, omdat je jezelf nu nog serieuzer neemt (aangezien je hebt ingezien dat je tijdens je puberteit de plank volledig mis hebt geslagen en je meent dat je gegroeid bent als mens).
En hoewel ik met open ogen in alle doortrapte vallen van de adolescentie ben gelopen, wist ik een ding te vermijden: moeilijke films. In plaats daarvan kijk ik dus nu slechte films. Bij voorkeur niet enigszins teleurstellende films, maar echt bijzonder slechte films, die rammelen als een doos Lego. Hoe slechter de dialogen, hoe ongeloofwaardiger de karakters en hoe weerzinwekkender de plotlijn, des te meer geniet ik. Aangezien er heel erg veel slechte films worden gemaakt, kan ik mijn geluk niet op. Zo keek ik achtereenvolgens The Box, Monsters en Love in Times of Cholera.
Nu wil ik niet te veel verklappen over de minpunten van laatstgenoemde film, maar ik zal toch een tip van de sluier oplichten: in de verfilming van Love in Times of Cholera speelt Giovanna Mezzogiorno de rol van Fermina Urbino, de dochter van een van de vele idiote karakters uit deze film. Niets aan de hand, denk je. Maar dan nu dit: mevrouw Mezzogiorno, die ten tijde van het vertolken van deze rol zelf drieëndertig jaar oud was, speelt zowel de veertienjarige Fermina, als de stokoude Fermina aan het eind van de film, die nog altijd achter na gezeten wordt door de ondraaglijk pathetische Florentino Ariza, vertolkt door Julio Bardem in een ondoorgrondelijke poging tot zelf- of carrièredestructie.
Deze film is zo slecht, dat je niet weet waar je moet beginnen haar te bekritiseren. Het plezier van het kijken van slechte films zit hem namelijk juist in het leveren van kritiek. Het liefst tijdens de film en luid. Het is dan ook belangrijk dat je de film bekijkt met een gelijkgestemde, anders kan de hele onderneming uitlopen op een onaangenaam handgemeen. Met het juiste gezelschap geconsumeerd is een écht slechte film vermakelijker dan de beste komedie. Kijk maar: