Amerikanen drinken, logischerwijs, anders dan wij. Getapt bier komt in een halvelitervaas en geheid zonder schuim. Sterke drank wordt gegoten in een glas dat allereerst tot de nok vol is gestouwd met ijs. De frisdrank waarmee het eventueel wordt gemixt (bijvoorbeeld in het geval van een gin-tonic of een wodka-cranberry) kost niets. Citroen wordt vrijwel niet gebruikt, maar elk café ruikt daarentegen sterk naar gesneden limoen. Een shot wordt niet afgemeten en is dikwijls flink veel meer dan 100 milliliter. Een whiskey wordt ook in een shotglas gedaan, en vervolgens, tot grote verbazing van elke snob, in één keer achterover getikt. Het zal wat te maken hebben met de cowboydagen van weleer, toen de mannen in de saloon de één na de ander achterover sloegen. Echter, zelfs na herhaaldelijk oefenen kon ik de bourbon weer regelrecht omhoog voelen komen, wat meestal resulteerde in gênante situaties met handen voor de mond en een vertrokken gezicht, in plaats van een overwinnende blik, een high five, en een parmantige terugkeer naar de dansvloer.
Voor de zwakkeren in de dranksamenleving is er dan ook: de cocktail. Tijdens mijn verblijven in de Verenigde Staten heb ik mijn smaakpapillen blootgesteld aan een paar vreemde combinaties. Neem de bacon bloody mary, of een komkommer wodka met gember. En, niet te vergeten, huisfeest-evergreen de ‘jello shot’, een klein puddinkje met wodka in plaats van water. Niet te hakken.
Het vinden van een goede cocktail(bar) in Nederland is makkelijker gezegd dan gedaan. Anders dan in Amerikaanse kroegen, waar het normaal is dat het barpersoneel je op de wenken bedient en binnen een handomdraai een mojito voor je in elkaar knutselt, gaat het bestellen van een cocktail in de lage landen meestal gepaard met de overdreven lichaamsbewegingen van de opgedirkte jongens van de Fabulous Shaker Boys. Ik kan je in ieder geval met zekerheid vertellen dat ik die cocktail in mijn kroeg nooit voor je klaar zal maken, en laten we daar vooral niet al te lang om treuren want er is geen erger overschat drankje.
Maar hoe die bocht van een Jack Daniels in één keer weg te krijgen? Enter: de chaser. Een chaser is precies wat je denkt dat het is. Iets wat je gebruikt om de gruwel van het voorgaande voorgoed te verdrijven. Het kan variëren van een simpel frisdrankje tot de olijf bij een martini, en bij een tequila doet de combinatie zout-citroen of kaneel-sinaasappel wonderen. Echter, wil je nog een beetje origineel zijn, drink dan een pickleback.
De pickleback, die in een groeiend aantal bars populariteit wint, wordt meestal geschonken met Jameson, een wat zachtere whiskey. Vul een shotglas. Pak vervolgens een tweede shotglas, en schenk hierin, jawel, augurkensap.* Strijk die verbaasde frons uit je voorhoofd en verman jezelf. Gooi de eerste achterover en laat het langzaam door je keel glijden. Slik, pak shotglas nummer twee en sla dit eveneens achterover. De combinatie van zout, zuur en zoet zal beter smaken dan je denkt, gegarandeerd.
*N.B. Niet alleen drankgebruiken zijn anders in de U S of A, ook de methode van pekelen is anders. Augurken (‘kosher dills’) worden op New Yorks Jiddische manier bereid, met knoflook en dille in een zoutoplossing, in plaats van het bekende Amsterdamse zuur. Het gebruik van het sap waarin Turkse groenten worden ingemaakt (‘Tursu’) is een goeie vervanging.