Ik kijk, zoals veel leeftijdsgenoten, bijna nooit meer televisie. Een jaar geleden probeerde het ik het zo nu en dan weer eens, om telkens na drie vruchteloze zaprondjes woedend mijn afstandbediening naar de kat te gooien en schuimbekkend te proberen om met mijn blote vuist door het scherm heen te slaan. Hé! Er is geen bal op de tv. Alleen 'n film met Doris Day - wie Doris Day dan ook mag zijn.
Maak je geen zorgen, dit wordt geen nostalgisch verhaal over de tijd dat je een hele avond op de bank kon genieten van al het moois dat de dames en heren in Hilversum voor ons gebrouwen hadden. Ik ga het niet hebben over Geef Nooit Op. Ik zal zwijgen over Van Kooten en De Bie of de glorietijd van Kopspijkers. Ik zal niets zeggen over de dinsdagavondjes dat ik met mijn moeder naar All You Need Is Love keek. Godverdomme, ik hou mijn kop dicht over die prachtige tijd, toen mijn leven nog van een overzichtelijke schoonheid was. Niets daarover!
Ik kijk geen televisie meer. Daarom is het zo toevallig dat ik vorige week, toen ik met mijn vader meekeek naar De Wereld Draait Door, getuige was van een van de laatste stuiptrekkingen van dit medium. Ik zat me fijn te ergeren aan de onzinnige autoriteit van het politieke medium Maurice de Hond, toen Matthijs een nieuwe rubriek aankondigde. Het heette ‘It’s a wonderful world’, waarin BN-ers aanraadden om iets leuks te doen in deze fantastische wereld, voor hij vergaat in dit laatste Maya-jaar. Een beetje zoals deze rubriek dus, maar dan geheel in de stijl van het DWDD-imperium, waarbij alles prachtig, mooi, verschrikkelijk knap, leuk, lekker en makkelijk is.
Humberto Tan vertelde over The Great Barrier Reef, het grootste koraalrif in Australië, waar hij ooit fantastisch gesnorkeld had. Matthijs knikte bewonderend mee, zijn hand karakteristiek onder zijn kin. Niemand vertelde dat dit rif hevig lijdt onder de opwarming van de aarde, waardoor het gekleurde koraal langzaam verbleekt. We speelden namelijk alleen maar even dat de wereld zal vergaan.
Daarna kwam Maxim Hartman, die de hele rubriek op de hak nam en tegelijk een prachtige en geile tip gaf. De eigenzinnige programmamaker achter Rembo en Rembo en Omroep Maxim toonde zo nog heel even aan waarom televisie ooit een opwindend medium was. Ik ga het dan ook niet beschrijven. Kijk zelf maar (en negeer het feit dat Tan in de omschrijving als ‘lachneger’ omschreven wordt – het internet is ook niet alleen rozengeur en maneschijn).