‘Marvin Gaye? Wat is dat nou voor tip? Die kennen we toch allang?’ Ja, maar hoe kennen we Marvin Gaye? Als de grootmeester van het geile plaatjes maken, als overspelige hartenbreker, als die gestoorde popster die nergens rust kende behalve tijdens een kortstondig verblijf in een Vlaams dorpje vlakbij Oostende, of als de domineeszoon die door zijn eigen vader is doodgeschoten?
De rol die Marvin Gaye in de ontwikkeling van de zwarte muziek gespeeld heeft, verdient zeker meer aandacht. In het begin van de jaren zeventig ontworstelde hij zich aan de strakke teugels van de soulindustrie en besloot het paradepaardje van Motown om eindelijk de muziek te gaan produceren die hij zelf wilde maken. Het resultaat: een meesterwerk waarin de emoties van een in verval geraakte maatschappij zijn vereeuwigd. What’s Going On, zonder vraagteken, want de plaat is het antwoord op de vraag, is een ijskoude afspiegeling van een Amerika geteisterd door de gevolgen van Vietnam. In de muziek klopt desondanks het hart van een man die uiting geeft aan een diepe woede en verongelijktheid, maar ook aan een onderliggende hoop op iets beters.
Hij gaf het goede voorbeeld aan artiesten als Stevie Wonder en Michael Jackson, die later zelf met succes strijd voerden voor creatieve vrijheid, en was één van de beste chroniqueurs van zijn turbulente tijd. Noemenswaardige feiten, treurig ook dat Marvin Gaye bijna uitsluitend bekend staat als grootste hengst van de popmuziek. Wat ik echter vervelender vind, zijn de scheve blikken die men oogst bij het opzetten van een nummer van de beste man. Ik ben geen smeerlap omdat ik kippenvel krijg van 'Mercy Mercy Me' of omdat ik 'Let’s Get It On' opzet in vrouwelijk gezelschap. Een nummer dat net zo geil is als porno en net zo geraffineerd als een drama van François Ozon, is helemaal niet smerig. Daarom raad ik iedereen aan die in een verhoogde staat van opwinding of weltschmerz wil geraken: luister naar Marvin Gaye.