◊ entrée
Entrée
Gedurende het hele jaar zal hard//hoofd in het kader van zogenoemde Late Night Café's wederom samenwerken met Entrée. De zes edities van het Late Night Café zijn elk gekoppeld aan een eigen thema. Elke editie wordt aan redactieleden de opdracht gegeven een bijdrage te leveren, geïnspireerd op het thema van de betreffende avond. Het resultaat hiervan verschijnt op onze website en zal op de Late Nights eveneens onderdeel uitmaken van het programma. Dit keer is het thema 'Layers'.
Crinolines, petticoats, korsetten, kousen, queues, onderrokken, directoires: wij vrouwen zijn eeuwenlang schuilgegaan onder lagen en nog meer lagen textiel. En dan heb ik het alleen over onderkleding: de crinoline (een soort stalen kooi die om het middel bevestigd werd) torste een japon waarin soms wel zestig meter zijde verwerkt was, die tevens maakte dat een echte dame alleen zijwaarts door een gemiddelde deuropening kon. Om over zitten of naar de wc gaan maar te zwijgen.
Rond 1860 had de japon zijn maximale omvang bereikt: vanaf dat moment kromp het vrouwelijk silhouet steeds verder in tot het rond 1880-1890 was gereduceerd tot een zuil-achtige vorm met slechts de suggestie van billen dankzij de queue de Paris - een met paardenhaar gevuld kussentje dat onder de rokken werd gedragen. Vrouwen uit de hogere klassen werden iedere dag in een korset geregen dat elk soort figuur met grof geweld in de bevallige ligne wist te persen. De twintigste eeuw maakte een einde aan misvormde ribben, met de losse japonnen van Paul Poiret en Madeleine Vionnet waarin een vrouw zich daadwerkelijk kon bewegen. Coco Chanel bracht het verwenste korset de genadeklap toe met haar vrijetijdskleding van jerseystof. Roklengtes kwamen niet meer ver onder de knie, en tijdens de Tweede Wereldoorlog verdween vanwege textielrantsoenering zelfs de kous even uit beeld. De altijd zo noodzakelijke lagen – korset, onderjurk, petticoat – werden na de jaren vijftig in rap tempo afgepeld: waar de mod-meisjes in Londen nog shockeerden met de minirokken van Mary Quant, dartelden de bloemenkinderen een decennium later vrolijk rond in de jurken van hun oma’s, maar dan zonder ondergoed en op blote voeten.
We dragen tegenwoordig kleding en onderkleding van luchtig, ademend materiaal dat dicht op het lichaam gedragen wordt, bij voorkeur van eco-katoen. Korsetten zijn er alleen nog voor feestjes met een burlesque-thema, en de gemiddelde vrouw heeft echt geen onderjurk meer in haar kast hangen. Ik kocht ze regelmatig in vintagewinkeltjes: flodderige kanten jurkjes in roze of wit, ooit gebruikt om een perfect silhouet te creëren, nu hoogstens geschikt voor het strand.
Hoewel een martelwerktuig als het korset gelukkig in de allerdiepste krocht van de modegeschiedenis is verdwenen, maken bepaalde elementen uit de ‘laagjesmode’ regelmatig een comeback. Dit seizoen waren er op de internationale catwalks veel romantische prinsessenjurkjes in onderjurkstijl te zien, met kant, broderiën en tule (Dior, Vuitton, Chanel), met wit als één van de hoofdkleuren. Valentino toonde lange, opengewerkte jurken met veel kant en geappliceerde bloemen, en de modellen in McQueen’s romantische voorjaarsshow werden door Vogue ‘sumptuous sea nymphs’ genoemd. Stella McCartney introduceerde pyjama-achtige looks: lange, rechte broeken van luxe materialen als zijde en satijn, met simpele shirtjes en jasjes. Het zijn allemaal haute couture-varianten op de onderkleding van weleer, aangepast op de eisen van 2012.
We mogen ons weer hullen in kanten jurkjes en zijden gewaden; de luxe laagjes van vroeger zijn terug van nooit helemaal weggeweest. Heerlijk voor de zomer, zonder ondergoed en met blote benen.