In de zesde eeuw na Christus verkende de moedige zeevaarder Brandaan, een Ierse monnik, de Noord-Europese zeeën. De angst sloeg hem om het hart toen hij een zwart eiland naderde met een angstaanjagend rokende berg. Het eiland leek in brand te staan. De omgeving werd bevangen door een vreselijk lawaai. Brandaan besloot onmiddellijk rechtsomkeert te maken, in de veronderstelling dat hij de poort naar de hel had gevonden.
Het eiland Jan Mayen is een van de meest exotische plekken in Europa. Het ligt eenzaam geïsoleerd in de zee tussen Groenland, IJsland en Spitsbergen. De meest karakteristieke eigenschap van het eiland is de ruim 2000 meter hoge Beerenberg, een vulkaan waar de eeuwige sneeuw op de top inderdaad de indruk wekt de muil naar de onderwereld te zijn.
Begin zeventiende eeuw werd het eiland herontdekt door Nederlandse walvisvaarders die op zoek waren naar een basis van waaruit ze hun stroopjachten konden uitvoeren. De belangen waren groot en in een paar decennia werden er forten opgericht en waren er in de zomermaanden soms wel duizend man gestationeerd. Maar na 1650 was het wel weer zo’n beetje afgelopen met de walvisjacht en werd het eiland verlaten.
In het begin van de twintigste eeuw ontdekten de Noren dat Jan Mayen uitstekend geschikt was om op vossen te jagen. Deze jacht was echter zo succesvol dat er vanaf 1920 al niet veel meer te jagen viel, waardoor weinig motivatie hadden om de barre winters op het eiland te doorstaan.
Het eiland bleek voor de Noren echter vooral van waarde voor de meteorologische gegevens die onmisbaar bleken voor goede weersvoorspellingen van de Noordelijke IJszee en Noorwegen zelf. Noorwegen plaatste er een meteorologisch station en annexeerde het eiland.
In de Tweede Wereldoorlog kon Jan Mayen niet worden bezet door de nazi’s waardoor de Noren die in het weerstation werkten een kleine onafhankelijke vrijstaat waren. Ze moesten zich echter verdedigen tegen de aanvallen van de Duitsers, waarvan nu nog enkele vliegtuigwrakken getuigen. De Amerikanen vestigden er tijdens de oorlog ook nog een radiostation, waarmee de posities van de Duitsers moesten worden opgespoord.
Eind jaren ’50 vestigde de NAVO op Jan Mayen een uitgebreider radionavigationeel station, waardoor het noodzakelijk werd ook een landingsbaan voor vliegtuigen aan te leggen. Samen met het weerstation zorgden dit voor een micro-economie waar zo’n 40 mensen in werkten. Dat aantal is vandaag de dag gereduceerd tot ongeveer de helft.
Ben je het beu altijd maar met Argentijnse schepen mee te varen naar Antarctica, of je onder het juk van gidsen te plaatsen in de Karakoram, dan is Jan Mayen eens een echte uitdaging voor de avontuurlijke, licht geschifte postmoderne toerist.
De landingsbaan op het eiland wordt niet gebruikt voor commercieel verkeer. Jan Mayen heeft geen haven en er is geen reguliere veerdienst naar het eiland. De website van Jan Mayen waarschuwt: “Important: The Jan Mayen station is not equipped to assist or supply any visitors!”
Er zijn enkele reisbureaus die reizen naar Jan Mayen aanbieden. Vanaf IJsland (“U wordt in de loop van maandagmiddag aan de kade verwacht”) vertrekt een twintig meter lang zeiljacht, de Aurora, naar het eiland – een reis van twee dagen. Bij aankomst wordt er een beschutte ankerplaats gezocht waar een tentenkamp wordt opgeslagen. Vervolgens kunnen de reizigers zich verheugen op expedities naar de top van de Beerenberg en door de vulkanische grotten die het eiland rijk is.
De tocht naar de kraterrand van de Beerenberg alleen al is een hachelijke onderneming die meer dan 10 uur in beslag neemt. Om het hoogste punt hiervan de bereiken, met de afschrikwekkende naam Haakon VII, en weer terug te keren moet nog eens 5 uur gerekend worden.
Voor wie het voornemen had in 2012 een echt interessante Facebookstatus te hebben na zijn zomervakantie, is Jan Mayen een aanrader. Let wel: Beerenberg wordt geschreven met twee e’s.