Toen ik negen jaar oud was had ik twee liefdes, Ajax en spinnen. Die heb ik proberen te koppelen toen de onderwijzer van groep vijf ons de opdracht gaf een versje te schrijven dat moest beginnen met de zin ‘Ik wou dat ik een … was’.
Ik wou dat ik een spin was
dan kroop ik in het huis van Van Gaal
en zocht zijn bekers allemaal
en in de mooiste maakte ik mijn web
zodat niet hij maar ík de wereldbeker heb
Mijn liefde voor Ajax is over, maar die voor spinnen niet. Ik geniet als iemand mij vraagt zo’n dikke harige over de vloer schietende geleedpotige zo snel mogelijk buiten te zetten, levend! Het is immers pedagogisch onverantwoord die maar simpel dood te trappen, want altijd zijn er, de vergrijzing ten spijt, oogjes van kwetsbare kinderzieltjes in de buurt.
Voor mij hebben spinnen aaibaarheid. Tegen mijn keukenraam, en wel aan de binnenkant, hangt in een prachtig web spin Sebastiaan de Tweede. (Sebastiaan I is helaas door Annie M.G. Schmidt dichterlijk ter dood veroordeeld en opgeveegd.) Mijn Sebastiaan is van de familie Araneus diadematus, wat ‘spin met een kroontje’ betekent. Maar voor mij als Latijnanalfabeet is het gewoon een kruisspin. Die hebben de aardige gewoonte dat als je ze hardop ‘gedag’ zegt, ze je vriendelijk teruggroeten door met hun voorste twee pootjes te zwaaien. Hij (misschien is het een zij, maar om dat zeker te weten zou ik het beestje onder een vergrootglas moeten determineren en ik ben geen ‘wrede’ Annie) vangt vliegjes en mugjes die overdag op het licht van het raam afgaan. Maar nu het winter is moet hij vasten. Soms voeder ik hem bij als ik in dit koude seizoen zelf toch nog een vlieg kan verschalken omdat ik de afvalzak te lang binnen in de warmte heb laten staan. Maar let op, verwen spinnen niet te veel, anders worden ze lui en hun webben van beduidend minder kwaliteit.
Ik heb maar één kruisspin en het is de enige huisspin die ik een naam heb gegeven. Er zijn in mijn woninkje veel anonieme (misschien wel honderden) tril- en trechterspinnen. Ze zitten met zijn allen in vier convectorputten en maken daar grote wolken spinrag, die als fantastische stofvangers fungeren in de vanzelf langs de radiatoren circulerende luchtstromen. Zo dragen mijn spinnen bij tot het gezonde binnenmilieu in mijn woning. En…energiezuinig, want een elektrische ventilator is overbodig. Je hoeft deze filters slechts zo nu en dan te verversen door er niet al te resoluut met een stofdoek doorheen te zwabberen. De spinnen overleven dit wel en maken snel weer nieuwe, dankzij hun spintepels met tientallen ‘spuitbusjes’ die elk verbonden zijn met een spinklier. Via die klieren kan de spin een enorme verscheidenheid aan draden produceren die wetenschappers overal ter wereld proberen na te maken omdat ze zo buitengewoon rekbaar en sterk zijn. Maar tot nu toe blijkt de spin ingenieuzer dan alle ingenieurs en wetenschappers bij elkaar.
In de Griekse mythologie maakt de Lydische prinses Arachne de godin Athene zo jaloers dat die haar uitdaagt tot een weefwedstrijd. Uit woede over haar verlies verandert ze de arme Arachne in een spin. De orde van spinnen dankt hieraan haar mooie naamgeving Araneae (en het verklaart misschien de in beginsel wat vreemde verbinding van mijn spinnenleven met Ajax). Maar de spin heeft niet alleen in de klassieke oudheid zijn sporen achtergelaten. In de Afrikaanse cultuur wordt de spin gevreesd alsook vereerd in de vertellingen over Anansi, het gekleurde nichtje van mijn Sebastiaan. Op rotswanden in het zuiden van Peru staan enorme afbeeldingen van spinnen gegrift die pas van grote afstand te herkennen zijn (bekend als de Nazca-lijnen). Niemand weet hoe die tekeningen zijn ontstaan. Sommigen zien hierin het bewijs van buitenaards spinnenleven. In het Amazonegebied woont de Tukanostam en deze indianen vergelijken het web van de spin met de placenta. Bij de Maya’s verschijnt de spin als de godin van de vroedvrouwen. ‘Onze’ Spiderman is gewoon een machospinsel uit frustratie en minderwaardigheidsgevoel omdat overal ter wereld de spin juist wordt gezien als het symbool van vrouwelijke kracht. Het zijn vooral mannen die lijden aan arachnofobie en het is een door mannen ter camouflage verspreid sprookje dat alleen vrouwen spinnenangst kennen. Test dit maar eens in je omgeving, of kijk hier eens naar, vanaf 13:40.
Omdat spinnen nuttig zijn vanwege het opruimen van plaaggedierte kun je ze gericht inzetten op specifieke plaatsen in huis. Op plekken die vol kleine beestjes zitten, bijvoorbeeld in de kieren van je fraaie oude houten vloer. Je moet dan wel spinnen uit de juiste familie kiezen, ren- of springspinnen die geen web maken maar te voet uit jagen gaan. In elk willekeurig Hollands huis is er één plek waar het werkelijk wemelt van klein ongedierte:…het echtelijk bed! En mijn ultieme tip is: onder de lakens een handvol ‘matrasspinnen’ uitzetten en ik garandeer je, als het dan nóg kriebelt weet je het helemaal zeker: het is ware liefde!
p.s. Dans samen de tarantella