Voor iemand die heel erg veel van muziek houdt en er ook heel erg veel naar luistert, heb ik belachelijk weinig muziekinstrumenten. Uiteraard werd ik ooit, zoals het elke gezonde Hollandse kleuter betaamt, door mijn ouders op blokfluitles gezet. Een beslissing waar ze al snel spijt van hadden. Ik oefende namelijk niet alleen elke dag trouw op de instrumentale versie van “Passie” van Clouseau (soms met vocalen van mijn hond waarvan mij altijd voorgehouden werd dat zijn hartverscheurende gejank betekende dat hij het gewoon heel erg mooi vond) maar ik trad ook elk jaar op tijdens de kerstmis.
Ik weet niet of het iets te maken heeft met het moment dat mijn oma met bloedende oren afgevoerd werd, maar behalve wat gekloot op een drumstel heb ik mij daarna nooit meer aan musiceren gewaagd. Soms moet je gewoon eerlijk tegen jezelf zijn en een lijstje maken van dingen die niet tot je grootste talenten behoren. “Een geluid uit een muziekinstrument krijgen dat niet klinkt als een bejaarde zeekoe die op een rektafel ligt” staat bij mij helaas in de top 10.
Maar ergens bleef het knagen. Muziek maken heeft toch wel iets geils. Mijn vreugde was dus heel groot toen ik afgelopen week het woord hosenschlitzsolo ontdekte. Het staat nog niet in de Van Dale, maar als het erin zou staan, zou de beschrijving als volgt zijn:
Hosenschlitzsolo [Ho·sen·schlitz·so·lo, meervoud Ho·sen·schlitz·so·los]
1. Zelfstandig naamwoord ontleend aan het Duits, een muzikale compositie die ten gehore wordt gebracht door het ritmisch heen en weer bewegen van de ritssluiting van een broek: weet iemand hoe ik het Wilhelmus als hosenschlitzsolo speel?
De hosenschlitzsolo heeft een hoop voordelen. Ik moet toegeven dat ik nog niet lang genoeg hosenschlitzsoleer om de gemiddelde levensduur van een ritssluiting in te schatten die niet enkel functioneel gebruikt wordt. Ik gok echter dat, als je je broeken tenminste niet bij de Scapino koopt, de kosten beperkt blijven. Verder is dit instrument beduidend makkelijker mee te nemen dan een dwarsfluit. Oké, je loopt daardoor op straat de bewonderende blikken mis van kwijlende fans van Berdien Stenberg maar denk eens aan het verrassingseffect dat je teweeg kan brengen op feesten en partijen! Niemand ziet het aankomen en dan BAM, Livin’ la Vida Loca in ieders oorgat. Een ander zeer groot voordeel is dat je niet helemaal bij nul hoeft te beginnen. Iedereen die wel eens een broek draagt en geregeld urineert heeft de basisprincipes al in de vingers. Een hosenschlitzsolo klinkt daarbij beduidend anders als je ‘m speelt op iemand anders zijn ritssluiting, dus je kunt er gemakkelijk een sociale bezigheid van maken.
Ik voorzie dus een glanzende toekomst voor de hosenschlitzsolo. Ik kreeg laatst wel een boete voor openbare zedenschennis toen ik in de trein oefende op de instrumentale versie van “Passie” van Clouseau, maar hee, alles voor de kunst.
Deze TIP is een gastbijdrage van Coby Hounjet.