Als iemand me de kunst van het fantaseren heeft bijgebracht is het mijn oma wel. Toen ik me als kind stierlijk verveelde tijdens het afzwemmen van mijn broertje wees mijn oma naar het water ‘Zie je die zeemeermin daar zitten?’ vroeg ze. ‘Ik geloof dat ze het hier net zo saai vindt als jij.’ Het hielp. Opeens was het zwembad geen gewoon zwembad meer, maar een magisch oord à la Neverland. De chloorlucht en de spartelende kinderen in het water was ik op slag vergeten.
Mijn oma vertelde de hele dag door verhalen. Over paspoppen die ’s nachts tot leven kwamen en de stad de stuipen op het lijf joegen. Over een heks genaamd draadje waar ze bevriend mee was. Het bewijs dat ze echt bestond was de bezemsteel in de gang.
Dankzij mijn oma verzin ik tegenwoordig ook van alles. Zo gluur ik als ik door de stad loop bij iedereen naar binnen en stel me voor wie er wonen. Van wie is bijvoorbeeld het met klimop begroeide huis met dichtgetimmerde ramen? Een kluizenaar? Of misschien wel een oud vrouwtje dat tarotkaarten legt en aan handlezen doet. Met een vriendin fantaseer ik regelmatig hoe een film over ons leven eruit zou zien. In de openingsscène zou je te zien hoe ik een aangebrande laag van een cake probeer te schrapen, want dat is iets dat me regelmatig overkomt. In de boekenwinkel waar ik werk, bedacht ik met een collega hoe het zou als de winkel in een escape room zouden veranderen. Je zou het pand alleen mogen verlaten als je genoeg punten haalde tijdens een literaire quiz.
Fantaseren of wegdromen wordt vaak als iets kinderachtigs gezien. Waarom zou je fantaseren over een andere werkelijkheid als je ook twintig push-ups kunt doen, of een nieuwe taal kunt leren, of nog even dat mailtje aan Joke kunt beantwoorden zodat je dat morgen niet meer hoeft te doen?
Efficiënt je dag indelen is fijn, maar ik denk dat je fantasie prikkelen dat net zo goed is, al is het maar om geen robot te worden. Bovendien kwamen mijn beste ideeën bovendrijven op momenten dat ik wegdroomde.
Dus lieve lezer: prikkel je fantasie! Staar uit het raam en verzin een verhaal over de mensen die bij de bushalte staan te wachten. Of vertel op een feestje over een paar paspoppen die ’s nachts tot leven komen. Niemand zal je geloven, maar het maakt je leven wel een stuk spannender.

Emma Stomp (1994) schrijft over alles wat haar fascineert: van vreemde Mexicaanse gezegdes tot aan de mooiste uren in je lichaam. Eerder studeerde ze sociologie aan de UvA, waar ze nu werkt als communicatiemedewerker. Ze is dol op Wes Anderson films en vintagekleding en heeft minstens zo’n grote koffieverslaving als Lorelai Gilmore.

Pim Rinkes is fotograaf en hardloper. Hij heeft een fascinatie voor Teckels en zijn favoriete kunstenaar is David Hockney.