De stad is een ongemanierd conglomeraat van baksteen, beton en mensenvlees. Er is permanent geluid: Benny Benassi dreunt bij de buren, een scooteralarm loeit hysterisch zonder enige aanleiding, beschonken individuen scanderen liederen waarvan ze zich de tekst niet meer herinneren. En dan is er nog het gebeuk van 'werkzaamheden'. De eeuwigdurende werkzaamheden. Trambanen worden opgebroken, het riool doorgespoeld. De stoep die in het bestemmingsplan 2010 werd verbreed, wordt weer versmald. Gevels worden uitgebikt, fundamenten worden vernieuwd. Het houdt nooit op.
Op onbewaakte ogenblikken betrap je jezelf erop dat je in een romantische zielsbeweging naar de natuur verlangt. Daar waar rust is, en reinheid. Frisse lucht, kabbelende beekjes, ruisende grashalmen, knisperende takken. Het zijn allemaal dingen die je opeens al die tijd heel erg hebt gemist, meen je. Of gewoon zoiets als een landschap. Wanneer heb je dat voor het laatst gezien? Maar wee de naïeve stedeling die meent dat hij zonder meer in de natuur kan terugkeren om daar zijn geluk te beproeven.
Het kan je zomaar vergaan zoals het Godfried Bomans op Rottumerplaat verging, toen hij zich daar in 1971 voor het radioprogramma Alleen op een eiland: dagboek van een eilandbewoner een week lang afzonderde. Bomans voelde zich al snel ziek en angstig in zijn tent op het strand. Hij at weinig en de geluiden van het eiland hielden hem uit zijn slaap. In zijn dagboek schreef hij: " [..] meeuwen kunnen soms, als ze rustig zijn, een laag mompelend geluid maken, en dat is net of een paar mannen met elkaar staan te beraadslagen. Die gelijkenis is zó bedrieglijk dat ik me telkens moet voorhouden: het zijn maar meeuwen. Ik geloof eigenlijk dat hier een oude kinderangst: ‘er ligt een man onder mijn bed’ naar boven komt."
Misschien geen gek verloop van zaken voor een man die de natuur "als de afstand tussen twee steden" beschouwde. Ook al kopen wij stedelingen een afritsbroek of een ander kek item uit het assortiment van Bever, de natuur kan ons breken. Veiliger is het om haar digitaal te beleven. Dat kan heel gemakkelijk via beleefdelente.nl. Hier kunnen we geheel volgens voyeuristisch principe de levens volgen van broedende slechtvalken, ooievaars en oehoe's.
De oehoe is mijn persoonlijke favoriet. Voornamelijk omdat het vrouwtje geregeld hard "WOEHOE" roept de vogel heeft dan ook de verkeerde naam). Overdag slaapt het vrouwtje en is manlief de hort op. 's Nachts is Mevrouw Oehoe klaarwakker en komt manlief veelal aanvliegen met de meest genereuze eetbare cadeaus: halve hazen, konijnen en Vlaamse gaaien. Mevrouw Oehoe stoot kleine geluidjes uit zodra ze hem in het vizier heeft. "Wuhtuh wuhtuh wuhtuh" zegt ze en als manlief landt roept ze uitgelaten "WOEHOE". De gemiddelde nicht in de Reguliersstraat is er niets bij. Manlief bromt laag "oehoe", waarmee hij lijkt te impliceren dat mevrouw Oehoe's "WOEHOE" maar aanstellerij was. Dat kan haar niet deren. Dankbaar grijpt ze de halve haas uit zijn snavel en scheurt ze stukjes vlees uit het halve troeteldier. Ah, natuur!