Mijn huisgenoten zijn niet bijzonder netjes. Toegegeven, ik ook niet. Misschien komt het omdat onze berging de zuigkracht van een zwart gat heeft, misschien wordt ons hamstergedrag ingegeven door een materiële vorm van verlatingsangst. Een houdbaarheidsdatum is een rekbaar begrip, vinden we. Zolang voedsel niet wegloopt is het eetbaar. Ik woon in een woongroep met vegetariërs en voelde me tot voor kort best prettig bij dit rommelige idealisme. Op een dag deed ik echter een schrikbarende vondst in het vriesvak: onder de ijskristallen lag een tupperware-bakje, zonder etiket, zonder datum. Ik opende het en vond de placenta van een huisgenoot die een half jaar eerder was bevallen...
Inmiddels is de moederkoek begraven, naast de hond en het varken die al in de tuin lagen. (Er bestaat gelukkig een overzichtstekening van wat er de afgelopen dertig jaar in de grond gestopt is.) In de tussentijd zijn er bij ons op zolder geen kinderen geboren. Toch probeer ik de bewaardrang van mijn huisgenoten af te remmen. Weggooien blijft lastig, maar in het trappenhuis, tussen de eerste en de tweede verdieping, biedt de Weggeefhoek soelaas. Bewoners uit het hele pand dumpen hier hun overbodige huisraad. Het is de bedoeling dat je er dingen neerlegt waar iemand anders wellicht wat aan heeft. In de praktijk gaat dat niet altijd op. Het assortiment is vergelijkbaar met wat je de ochtend na Koninginnedag op straat vindt. Een keer vond een huisgenoot een mooi paar schoenen. Meestal liggen er vooral verwassen spijkerbroeken, schoteltjes, soepborden met barsten, incomplete keukenapparatuur (waarom zou er niet iemand op zoek zijn naar het onderstel van een sapcentrifuge) zelfhulpboeken en een loodzware televisie (met afstandsbediening, mail mij als je interesse hebt).
De kans dat je een bakje met een navelstreng in deze vensterbank vindt, is niet zo groot. Al lag er laatst wel een aangebroken pakje maandverband en een halflege pot pindakaas. Ik probeer mijn huisgenoten te motiveren vooral dingen weg te geven, en niet zozeer te adopteren. Net zoals ik, sinds ik weet hoe het er in een bakkerij achter de toonbank uitziet, ook liever met yoghurt ontbijt. Eens in de zoveel tijd mesten we zelf een keukenkast uit, we brengen alles wat dubbel is en geen emotionele waarde heeft, naar beneden. Afgelopen week vond ik in de Weggeefhoek een bijzonder apparaat. Een ingenieus machientje, met een simpel maar elegant ontwerp. Het is me een raadsel hoe het ding daar is beland, maar we - in onze woongroep is alle apparatuur voor algemeen gebruik - zijn er zeer content mee. Het apparaat is gloednieuw. De handleiding ontbrak, maar het gebruik spreekt eigenlijk voor zich. Als een trofee die met bloed, zweet en tranen is veroverd, staat hij nu op het plankje boven de wasmachine in de badkamer. We hebben een schema gemaakt voor wie hem wanneer mag gebruiken. Ik begrijp niet hoe wij, vijf vrouwen, het al die tijd zonder hebben kunnen stellen. Het apparaat is nu al een onmisbaar element in ons huishouden. Deze luxe uitvoering heeft drie standen, en een ingebouwd beveiligingssysteem dat automatisch uitschakelt in netelige situaties. Wanneer je hem aanzet, begint hij genoeglijk te spinnen. Na elk gebruik bergen we hem liefdevol op in de originele verpakking, waarop (in drie talen) veelzeggend gewaarschuwd wordt dat deze tondeuse alléén bedoeld is voor het wegscheren van pluisjes.