Er zijn boeken waarin een heel decennium zich heeft samengebald, waarin de generatie van die periode zichzelf plotseling terugziet: alsof het boek een tijdmachine is. Less than zero van Bret Easton Ellis was waarschijnlijk dat boek voor verveelde cokesnuivende tieners in de Verenigde Staten, en Bridget Jones’ Diary van Helen Fielding was het voor de twijfelende stadsmeisjes. Maar dit soort boeken zijn vooral tijdsdocumenten. Zo’n document is ook De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt (1976), waarin ze haar levensverhaal vertelt. Een tienerhuwelijk vanwege een ongeplande zwangerschap op zestienjarige leeftijd, waaraan ze zich drie jaar later wist te ontworstelen om terecht te komen in een zeer links-kunstzinnige omgeving waarin iedereen zoekende is, er flink met seksualiteit, drugs en relaties wordt geexperimenteerd en vrouwen zoals zij uiteindelijk nog steeds een ondergeschikte positie hebben. Tot ze bij elkaar komen en hun eigen revolutie gaan nastreven inplaats van die van Marx.
Het boek, geschreven in een harde persoonlijke stijl, geeft een levendig beeld van de chaotische jaren zestig en zeventig in Amsterdam. De opkomst van de vrouwenbeweging, Provo, de Maagdenhuisbezetting, Marxisme en Maoisme. Meulenbelt is soms onbedoeld hilarisch in haar beschrijvingen van eindeloze discussies (‘diskussies’) in een brij van wollige politieke groeperingen waarin Das Kapital wordt uitgeplozen, of de verschrikkelijke ruzies die ontstaan tijdens een internationaal vrouwenkamp in Denemarken wanneer bepaald moet worden welke tent die avond de spaghetti zal koken. Het is makkelijk om sceptisch te zijn over de gedateerde politieke laag van het boek (Meulenbelt omschrijft zichzelf als marxist) en vele beschrijvingen van haar tot mislukken gedoemde open relaties.
Maar De schaamte voorbij is bovenal het verhaal van een vrouw die zichzelf heeft gered. Carrie Bradshaw en Bridget Jones waren nog steeds huisvrouw geweest zonder de inspanningen van vrouwen als Anja Meulenbelt. En dat is, dertig jaar later, nog steeds inspirerend. Zoals ze zelf schrijft in de epiloog:
‘Wie denkt dat dit alles was, één vrouw die zich aan haar schaamte heeft ontworsteld, één unieke geschiedenis los van alle andere, die heeft het niet goed begrepen.’