Er zijn van die dingen die je een leven lang kunt willen zonder ze ooit te realiseren. Een woongroep starten, een vervallen boerderij verbouwen, een bootje aanschaffen, met vrienden een café beginnen, een instrument leren bespelen, een bandje oprichten, leren breien, naaien of haken, een berg beklimmen, een boek schrijven of zelfs een huisdier nemen. Het kan frustrerend zijn, de eigen passiviteit, de tijd die voorbijgaat terwijl al die mooie plannen steeds verder buiten bereik raken; anderen die het wél doen, argeloos. Maar er zijn ook momenten waarop de realisatie van zo'n langverwachte wens plotseling werkelijkheid wordt. Soms blijkt dat makkelijker dan verwacht. En soms wist je niet eens dat je iets al die tijd wilde.
Zo ben ik sinds kort een leesclub begonnen. Of niet eens zelf begonnen maar bij de oprichting ervan gevraagd deel te nemen. De enige benodigdheden bleken te zijn: pakweg vier tot tien geïnteresseerden, een startdatum en een boek. Na de aanvankelijke euforie over het plan en dat het echt zou gaan gebeuren, was de eerste bijeenkomst nog wat onwennig. Hoe prik je de eerste titel? Aan welke voorwaarden moet het boek voldoen? Hoe tast je af wat voor vlees je in de kuip hebt? Etaleer je vooral je eigen smaak of onderzoek je waar anderen van houden? Op welk moment geef je toe Harry Potter noch In de ban van de ring ooit gelezen te hebben en dat ook niet van plan te zijn? Ook de praktische regels voor het vervolg moesten vastgesteld worden: binnen welke termijn moet het boek uit, hoe geef je de bespreking van het boek vorm, wat als mensen het boek niet op tijd uit hebben?
Inmiddels zijn we vier bijeenkomsten verder, en is op al deze vragen heel organisch een antwoord gekomen. Eens in de zes weken spreken we af, de avond wordt afwisselend door een van de deelnemers gehost, de gastvrouw- of heer verzorgt het eten; het aperitief en voorgerecht worden nog aan koetjes en kalfjes en niet boek-gerelateerde onderwerpen besteed, maar vanaf het hoofdgerecht wordt de roman besproken. Betekenissen worden geduid, auteurs besproken, en doet de situatie zich voor dat iemand (of in het geval van een onmogelijke Duitse Weimar-thriller, iedereen behoudens de gastvrouw en degene die het boek had voorgesteld) het boek niet uit heeft, worden de gemiste gebeurtenissen kort samengevat. Er volgt een stemronde met ieders toelichting bij het rapportcijfer en tijdens het toetje (altijd taart) doen de aanwezigen een suggestie voor de volgende titel, die middels een ingenieus stemsysteem wordt gekozen. Enige criteria: niet meer dan 300 pagina’s en een titel die niet al door iemand is gelezen – maar zelfs daarvan kán worden afgeweken.
Het gekke is dat het realiseren van deze latente droom met bovengenoemde ingrediënten in al hun eenvoud, tot een magisch resultaat leidt. Er wordt bewonderend naar elkaar geluisterd, uitgewisseld hoe verschillend ieders leesroutine is en gelachen over anekdotes die door het boek opborrelen. Er wordt met smaak gegeten, gedronken maar niet te veel (dat is ook niet nodig, wat op zichzelf al een verademing is ten opzichte van andere sociale gelegenheden), de avond is diepgaand maar ook eindig (opnieuw, een verademing) en iedereen trekt na afloop geïnspireerd huiswaarts. Dat café, die verbouwde boerderij en die band komen er vast (n)ooit van, maar de leesclub is er – en overtreft alle verwachtingen.