De jaarlijkse nationale Indië-herdenking in Den Haag op 15 augustus heeft een te nationalistisch karakter, vindt Benjamin Caton. Daarom organiseert hij sinds vorig jaar op eigen initiatief de dekoloniale Indië/Indonesië-Nederland Herdenking, op 16 augustus.
77 jaar na de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië kreeg een Indonesische ambassadeur dit jaar voor het eerst een prominentere rol bij de nationale Indië-herdenking in Den Haag. Niet iedereen is blij met deze stap richting inclusievere vormen van herdenken waarin, er ook ruimte is voor Indonesisch leed. Zo stelde woordvoerder Michael Lentze van de Federatie Indische Nederlanders (FIN) vooraf: “De nationale herdenking is niet bedoeld voor derde- en vierdegeneratie-Indo’s die met de koloniale geschiedenis van Nederland in hun maag zitten.” Hier schrijft zo’n derdegeneratie-Indo die denkt dat herdenkingen wél dekoloniaal georganiseerd kunnen worden.
Het standpunt van Michael Lentze komt vaker voor en vindt zijn oorsprong in de geschiedenis. Indonesië is honderden jaren bezet geweest door Nederland. Massamoorden, slaafmakerij en uitbuitingen waren in die tijd geen unicum. Wanneer een Nederlander en een Indonesische een kind kregen, werd het Indonesische ouderschap van het kind meestal ontkend: slechts een van de vele facetten van het racistische kastenstelsel. Kort door de bocht hield dat stelsel in dat je afkomst je sociale rang bepaalde. Bovenaan stonden de Nederlanders. Helemaal onderaan stonden de oorspronkelijke bewoners van alle verschillende eiland(groepen), die het Nederlandse bewind onder één kam scheerden met de term “Indonesiërs”. Daartussen had je de Indische mensen; mensen die zowel Indonesische als Europese roots hadden.
Dit onderscheid wordt vandaag de dag nog steeds vaak gemaakt. Ook mijn grootouders benadrukken dat wij niet Indonesisch zijn, maar Indisch, of Nederlands. Dat Indisch-zijn naast een Nederlands deel ook een Indonesische kant heeft laat men vaak achterwege.
Het Japanse leger stuurde Nederlanders en Indische mensen naar kampen op gronden van hun Europese roots. Toen Japan op 15 augustus 1945 capituleerde, betekende dit dus vrijheid voor iedereen met Nederlands bloed in voormalig Indië. Maar ook voor Indonesiërs was de capitulatie van Japan een stap richting bevrijding; de overheersing van Japan was ook voor hen zwaar. Toen Indonesië deze bevrijding verder wilde doortrekken en twee dagen later al (op 17 augustus) de onafhankelijkheid uitriep, werd het voor iedereen met Nederlands bloed echter onveilig op hun geboortegrond. Indonesiërs waren namelijk klaar met de Nederlandse onderdrukking. Toen Nederland na deze onafhankelijkheidsverklaring nog vier jaar lang een onnodig bloederige oorlog voerde die in de dood resulteerde van grofweg 100.000 Indonesiërs en 5000 Nederlanders om Indonesië te behouden, namen veel Indische mensen de boot naar Nederland.
Dat Indisch-zijn naast een Nederlands deel ook een Indonesische kant heeft laat men vaak achterwege
Deze pijnlijke geschiedenis wordt door veel mensen in Nederland met een verleden in voormalig Indië in een zware koffer meegezeuld. En wanneer de koffer een dag niet wordt meegezeuld, schuift men hem maar al te vaak onder de tafel; onbesproken en niet erkend. De trauma’s die hierbij zijn ontstaan voeden het gedachtegoed dat Indonesische pijnen en Indische pijnen niet samen herdacht zouden kunnen worden. Dit, terwijl met het benoemen van de gehele geschiedenis de heling en verbinding bij nabestaanden juist des te groter kan zijn.
Hoe ziet zo’n dekoloniale, inclusieve en verbindende herdenking er dan uit? Ten eerste staat bij de dekoloniale herdenking niet nationalisme centraal, maar de verhalen en trauma’s van burgers. In tijden van oorlog en onderdrukking zijn burgers immers nooit de winnaar. We hijsen daarom niet de Nederlandse vlag zoals andere Indië-herdenkingen dat wel doen, noch andere vlaggen.
We roemen geen militair geweld, omdat militair ontzag (licht gezegd) schuurt binnen dit verleden. Onder andere vanwege de onnodig bloederige oorlog die Nederland heeft gevoerd om Indonesië te behouden van 1945 tot 1949. Waar bij de 15 augustus herdenking het regiment van Van Heutsz (een koloniale oorlogsmisdadiger) de vaandelwacht verzorgt met het Atjeh-medaille erin, vervangen we bij de dekoloniale herdenking de militaire taptoe met een passende trompet-improvisatie.
Verder vindt de dekoloniale herdenking plaats op 16 augustus, de ideale dag om aan alle pijnen gehoor te geven. 16 augustus is namelijk de dag na de capitulatie van Japan. Daarnaast is 16 augustus de dag vóór de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië.
Een Indië/Indonesië-Nederland herdenking zoals wij vinden dat die vandaag de dag zou moeten zijn. Een die streeft naar het vertellen van het gehele verhaal.
Tot slot vindt het evenement plaats bij het Monument Indië-Nederland in Amsterdam; een monument dat zelf ook een dekolonisatieproces ondergaat. Voorheen heette het namelijk het Van Heutsz-monument, en in de toekomst wordt het hopelijk omgedoopt tot het Monument Indonesië-Nederland.
Als derde- en vierdegeneratie-Indo’s die met de koloniale geschiedenis van Nederland in hun maag zitten, niet welkom zijn bij de nationale herdenking, zoals Michael Lentze stelt, dan zetten wij zelf een herdenking op. Een herdenking voor die grote en groeiende groep mensen die zich niet thuis voelt bij een koloniale herdenking op 15 augustus, en iedereen die geïnteresseerd is in het koloniale oorlogsverleden. Een Indië/Indonesië-Nederland herdenking zoals wij vinden dat die vandaag de dag zou moeten zijn. Een die streeft naar het vertellen van het gehele verhaal en die ruimte maakt voor alle pijnen. Want de toekomst moeten we uiteindelijk samen bouwen.
Het vertellen van het volledige verhaal zorgt juist voor een daadkrachtige herdenking, die resulteert in meer heling en verbinding. Het bewijs: vanuit zowel de Indische gemeenschap als de Indonesische (als de Molukse, de Chinees-Indonesische en de West-Papoeaanse) klinken er positieve reacties op de dekoloniale Indië/Indonesië-Nederland herdenking. Zo bouwen we samen aan een gedeelde toekomst, en groeit er zo hopelijk uit de koloniale plant met doornen een prachtige bloem.
Beeld: Het Monument Indië-Nederland, dat tot 2004 het Van Heutsz-monument heette, in Amsterdam, via Wikimedia Commons