Hiske is in Engeland en krijgt haar broek niet meer dicht. De hoofdschuldige: Christmas Pudding, een kanonskogel van een toetje compacter dan een zwart gat, gemaakt van gedroogd fruit, drank en niervet. Maak hem vandaag alvast voor volgend jaar.
In half a minute Mrs. Cratchit entered -- flushed, but smiling proudly -- with the pudding, like a speckled cannon-ball, so hard and firm, blazing in half of half-a-quarter of ignited brandy, and bedight with Christmas holly stuck into the top.
Charles Dickens, A Christmas Carol
‘Tis The Season to be Jolly en dus hangen er in het huis van de moeder van mijn lief kilometers slingers, honderden kaarsjes en een kerstboom die begint te zingen als je er langs loopt. In de tuin staat een rendier en een nogal griezelige, opblaasbare sneeuwman met lichtjes. Maar bovenal is er ontzettend, angstaanjagend, kransslagaderverslibbend veel eten. Vanaf waar ik dit nu zit te schrijven, zie ik bijvoorbeeld al een meter Jaffa cakes, een zak krakelingen, een familiepak Celebrations, een emmer pretzels, een pot Mexican Honey and Three Mustard Piccalilli, twee pakken After Eight, een aangesneden panettone, een schaal gezouten noten, een ontbijtkoek, een doos met vijftig bonbons, een doos Cadbury chocolade, twee flessen wijn en een doos Corona. En ik zit in de studeerkamer. Zelfs op het toilet staat een bak gedroogd fruit en mini-Toblerone, want het is mijn schoonmoeders kerstbeleid dat iedereen in haar huis van welke plek dan ook alleen maar zijn hand hoeft uit te steken om ergens iets eetbaars vandaan te plukken, als een soort modern Koekhuisje Van de Heks. “Ik hou niet van koken, maar ben dol op winkelen”, vat ze haar kerstgedachte samen.
Sinds de opulente kerstlunch die we daarom gisteren in een plaatselijk hotel aten, de prosecco, de panettone, de mature cheddar & chutney, het lopend buffet van gisteravond (dat eigenlijk meer een zittend buffet was) en het ontbijt met eieren bevind ik me vandaag in een soort vadzige halfslaap die niet onprettig is maar wel een beetje gênant. De hele familie laat boeren en scheten, lurkt aan flesjes limonade en het gesprek komt niet veel verder dan “Zullen we straks Babe of Big kijken?”. Ik mompel iets tegen mijn neefjes, en ik merk dat mijn stem verdacht veel klinkt als die van Mister Creosote.
Voedingskundige Vicky Warr berekende dat de gemiddelde Brit op eerste kerstdag maar liefst 7000 calorieën tot zich neemt, dat is bijna vier keer zo veel als de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Het sluitstuk, de laatste 2000 ongeveer, wordt meestal belichaamd door een laatste, lillend hoogtepunt: de onvermijdelijke Christmas Pudding. Dit gerecht is in Nederland onbekend, en ik vraag me ook af of het bij ons ooit een delicatesse gaat worden. De pudding is namelijk een echt oergerecht: een zwarte, plakkerige concoctie, gemaakt van gedroogd fruit, specerijen en niervet. Deze wordt overgoten met drank en in brand gestoken om vervolgens gegeten te worden met brandy butter - om de hoeveelheid dierlijk vet zo mogelijk nog iets meer op te krikken. Het is een monster, een schaamteloze cholesterolbom. De meeste mensen vallen na het eten ervan dan ook onmiddellijk in slaap.
Veel families hebben eigen recepturen voor dit dessert, sommigen worden generaties lang doorgegeven. Vroeger was het een manier om vlees te bewaren gedurende de winter. Wegens schrijnende armoede en afwezigheid van voer werd het vee in de herfst geslacht, en verwerkt in grote pasteien. Het maken van de pudding is dan ook omhangen met rituelen en symbolen. Zo heeft de pudding meestal dertien ingredienten om Christus en de twaalf apostelen te verbeelden, moet hij gemaakt worden op Stir Up Sunday, de zondag voor advent. Uit het Book of Common Prayer van de Anglicaanse kerk: "Stir up, we beseech thee, O Lord, the wills of thy faithful people; that they, plenteously bringing forth the fruit of good works, may of thee be plenteously rewarded."
Iedereen in het gezin roert dan even in het mengsel voor geluk, van het oosten naar het westen om de drie koningen te eren. Het takje hulst op de pudding symboliseert de doornenkroon, en sommige families stoppen muntjes, vingerhoeden en ringen in het dessert waardoor de vinder geluk zou krijgen.
Oliver Cromwell schijnt het gerecht door al die heidense en paapse symboliek ooit bijna verboden te hebben, de puriteinen vonden kerst een tijd van vasten in plaats van een tijd van vreten. De Quakers gingen nog verder en noemden het gerecht “Een uitvinding van de scharlaken hoer van Babylon”, een mooie beschrijving voor een nagerecht.
Het is inderdaad nogal een hoerenklus de pudding te maken: het gedroogd fruit moet weken, het mengsel moet een dag staan, het geheel moet zes uur worden gestoomd en dan is de pudding ook nog pas over een paar maanden klaar. Sommige Engelsen maken daarom deze week alvast de pudding voor volgend jaar, en dat is eigenlijk een prima klusje, net hersenloos en half-actief genoeg voor de halfslaap waarin ik me bevind.
Christmas Pudding met Brandy Butter (voor kerst 2012)
In Engeland wordt niervet van koe of lam (“suet”) gebruikt in allerlei recepten voor desserts en hartig deeg, maar in Nederland is het niet zo makkelijk te verkrijgen. De beste gok is de Islamitische slager, die z’n kalfsniertjes vaak “in het vet” verkoopt. Het harde, witte vet rasp je, en van de nieren kun je dan natuurlijk een lekker ontbijtje maken. Engelse winkels verkopen het ook vaak kant en klaar.
Dit recept kost je sowieso twee dagen om voor te bereiden, en moet daarna minstens een maand rijpen.
Voor twee kleine puddingen (waar per pudding minimaal vier mensen van in slaap vallen):
- 450 g gemengde krenten, sultana’s en rozijnen
- 100 ml brandy
- 55 g bloem
- 1 tl bakpoeder
- snuf zout
- 2 tl speculaaskruiden
- ½ tl nootmuskaat
- ½ tl kaneel
- 85 g geraspt niervet
- 85 g bruine basterdsuiker
- 25 g amandelschaafsel
- geraspte schil en sap van ½ citroen
- ½ geraspte appel
- 2 el sinaasappelmarmelade
- 120 g vers wit broodkruim (van oud brood)
- 2 eieren
- 75 ml Guinness
- 75 ml De Koninck
- boter om de schaal in te vetten
Doe het gedroogd fruit in een schaal met de helft van de brandy, en laat twee uur staan.
Meng dan bloem, bakpoeder, zout en specerijen door elkaar. Doe hier het niervet en het gedroogd fruit, noten, citroen, marmelade en broodkruim bij. Roer alles heel goed van oost naar west (net als de wijzen)- laat je huisgenoten meeroeren voor extra geluk en saamhorigheid. Klop de eieren even los met een vork en meng die er ook door, samen met het bier. Het moet een beetje een vochtig geheel zijn, doe er nog iets meer bier bij als nodig. Beboter twee aardewerken soepkommen van een halve liter. Verdeel het mengsel erover en leg er een op maat geknipt stuk vetvrij papier op, wikkel de kommen nu heel goed in folie, het moet echt waterdicht worden afgeslopt zodat er straks geen stoom in de vorm kan komen. Bind een touw goed om de vorm zodat het blijft zitten.
Leg een paar potdeksels op de bodem van een grote pan (of twee pannen als de twee kommen niet op de bodem passen). Zet de kommen op de potdeksels: ze mogen de bodem niet raken of ze zullen verbranden. Giet kokend water in de pan(-nen) tot ongeveer een derde van de hoogte van de kommen. Dek de pannen af en laat zes uur stomen- let op dat je het water aanvult als het verdampt. Haal dan de hele pan van het vuur en laat afkoelen. Als de kommen helemaal zijn afgekoeld, pak je de kommen uit, prikt er met een vork een paar gaatjes in en giet je de rest van de brandy eroverheen. Dek opnieuw eerst af met een circel bakpapier, pak ze strak in trekfolie, en bewaar ze op een koele, droge plek tot kerst.
Duw er dan eventueel muntjes in, pak opnieuw in dubbel trekfolie en laat wederom 2 uur stomen. Maak ondertussen de brandy butter: 90 gram boter en 90 gram suiker opslaan tot het zacht is, dan 1 theelepel sinaasappelzest toevoegen en 1 theelepels citroenzest toevoegen. Voeg nu terwijl je mixt 3 eetlepels brandy toe.
Stort de warme pudding op een bord en versier met een takje hulst (het staat leuk als er besjes aanzitten - niet opeten natuurlijk, gek), flambeer met warme brandewijn en bring al fikkende naar de tafel: traditioneel hoort de pudding met veel ooh’s, aah’s en applaus te worden ontvangen.