'Zelfs als iemand alle boeken uit jouw boekenkast aan flarden zou scheuren, zou je nog glimlachend vragen: "Joh, moest dat nou?"'
Ik ben een weekendje weg met vriendin E. en ze heeft net haar koffie over mijn gebonden uitgave van Peter Stamms Gesammelte Erzählungen gegooid. Ik heb daarop gereageerd met een zonnige joh, geeft niets. Daar snapt E. niets van. ‘Zie je die kustlijn daar?’ vraagt ze. ‘Als ik jou was zou ik daar nu met kordate je-zoekt-het-maar-even-lekker-uit-passen heen wandelen, en mij een uurtje in mijn smerige koffiesop laten gaarkoken. Nee maar serieus.’
E. is altijd eerlijk. Als iemand haar teleurstelt of boos maakt, krijgt diegene dat te horen. Ik hoef niet meer te vertellen dat ik daar bewondering voor heb, maar soms heb ik mijn twijfels. Mensen die lang niets van zich hebben laten weten stuurt ze berichten als: Ik heb lang niets van je gehoord. Beetje irritant. Moet ik soms steeds het initiatief nemen? Mannen die net iets te lomp of te lui zijn krijgen van haar een actieplan en een schop onder hun achterste. Mij heeft ze eens een ruggengraatloze kwispelaar genoemd. Kijk, in alle gevallen heeft ze meer dan gelijk, maar of ze haar doel ermee bereikt?
Ik moet denken aan een bokstraining van een paar maanden geleden. Boksen als metafoor heette de training, bedoeld voor mensen werkzaam in het onderwijs. Ik had me al dagen lopen afvragen waarvoor het boksen dan een metafoor zou zijn – het leven? seks? onbeantwoorde verliefdheid? mislukte dates? dat had ik nou écht leuk gevonden – maar op de training kwam ik er snel genoeg achter dat, natuurlijk, boksen als metafoor voor communicatie werd bedoeld.
‘Durf me eens een stoot te geven,’ zei Rob de instructeur. Ik gaf hem een duwtje. ‘Dat is een duwtje,’ zei Rob, ‘ik zei geen duwtje. Durf me eens een stóót te geven.’ Ik gaf hem een zwaarder duwtje. Hij zuchtte. ‘Iduna,’ zei hij. ‘Durf jij niet te vechten?’
‘Best wel,’ zei ik.
‘Iduna durft niet te vechten,’ legde Rob uit aan de groep. ‘Wat kan Iduna doen?’
‘Iduna moet haar remmen loslaten en niet bang zijn wat jij van haar vindt,’ zei een vrouw die er helemáál niet uitzag alsof ze in staat was iemand een stoot te geven.
‘Probeer het eens, Iduna?’ zei Rob.
Stik er allemaal maar in, dacht ik, en ik gaf Rob een hengst tegen zijn kin. Hij verweerde zich niet, de groep deed ‘ohhh’.
‘Kijk,’ zei Rob. ‘Nú heeft Iduna mij een stoot gegeven. En dat is heel fijn, want die stoot had ik nodig. Ik had hem hard nodig. Snappen jullie het?’
‘Ik denk dat als ik lief glimlach, de kans groter is dat jij mij die 34 euro 95 gaat geven die deze bundel kostte,’ zeg ik, wederom met een lach, tegen E. als we even later langs de kustlijn wandelen.
‘Aha,’ zegt zij. ‘Dus onder die tedere mooie gulle vredelievendheid van jou zit een heel berekenend type.’
‘Nou ja, nee,’ zeg ik, ‘maar het wordt er voor jou wel een stukje prettiger op. Ik bedoel, het is het meest kut voor jou.’
‘Je ontneemt me de kans om me schuldig te voelen,’ zegt E. ‘Ik wil me ook wel eens schuldig voelen.’
Daar ben ik flink over aan het nadenken, als ik per ongeluk op haar voet ga staan. Het gebeurt zomaar en de meeuwen janken en de zon straalt en het strand is verlaten en haar voet zakt weg en nat zand gutst over haar veters.
‘Jezus!’ roept ze. ‘Kijk uit waar je loopt, mens!’
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Nastia Cistakova is een illustrator. Ze is boos op de wereld dus probeert ze met een hoge dosis humor, absurditeit en brutale uitspraken mensen wat langer stil te laten staan bij diverse onderwerpen. Haar hart gaat sneller kloppen van t-shirtteksten, mensen in scootmobielen, knalblauw en de ‘shhh-oorlog’ in de stiltecoupé.