De keuze om je wel te vaccineren is vaak net zo irrationeel als de keuze om je niet te vaccineren. Uiteindelijk is niet kennis, maar vertrouwen de doorslaggevende factor. Jihane Chaara heeft vertrouwen.
We maken er collectief al bijna een jaar grapjes over: er zijn nu ongeveer zeventien miljoen virologen in Nederland. Ik heb met iedereen in mijn omgeving ernstige gesprekken gevoerd over zaken waar we serieus geen idéé van hebben. Dan heb ik weer twee artikelen ergens gelezen en waan ik mezelf goed geïnformeerd. Er worden statistieken in de strijd gegooid, internationale situaties worden met elkaar vergeleken, menig medisch congres zou jaloers zijn op de plechtigheid waarmee deze discussies gevoerd worden. En nu is daar een nieuwe kwestie bij gekomen: het vaccin.
Ik heb mensen gesproken die volmondig zeiden: “Ja, ik vertrouw de medische wetenschap en zal me laten vaccineren als ik de oproep krijg.” Ik heb ook mensen gesproken die hun schouders ophaalden en zeiden dat ze de langetermijngevolgen van zo’n vaccin simpelweg niet konden overzien en daarom “nee, dankjewel” tegen zo’n oproep zouden zeggen.
Hoe je het ook wendt of keert: we moeten leren verdragen dat velen van ons niet de kwalificaties hebben om het vaccinatieproces tot in de puntjes te doorgronden. Rosanne Hertzberger schreef het volgende in NRC: “En dat terwijl de keuze om wél te vaccineren ook vaak irrationeel is, een keuze die voortkomt uit gewoonte, opvoeding, goed burgerschap, vertrouwen in de autoriteiten en in de anonieme megacorporaties die de vaccins afleveren. Degenen die zich wél laten vaccineren, hebben doorgaans weinig kennis over de vaccinatie. Degenen die aarzelen of de prik weigeren, hebben doorgaans ook weinig kennis, maar zij krijgen wel het verwijt feiten en wetenschap te verwerpen.”
Ik was bang dat het verhaal hier zou stoppen, hier, in dit ziekenhuis.
Dit slaat de spijker op z’n kop. Het is niet zozeer een kwestie van kennis, maar een kwestie van vertrouwen. Een paar jaar geleden werd ik geopereerd aan mijn rechtervoet. Angstig lag ik in een ruimte vlak voordat de operatie plaats zou vinden. De anesthesioloog kwam langs mijn bed om te vragen of ik allergieën had die invloed konden hebben op de algehele narcose. Ik schudde nee. En daarna vroeg ik hem mij uit te leggen wat hij precies zou injecteren, hoe het stofje werkt, wat er op biologisch niveau met mijn lichaam zou gebeuren.
Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik weet nog steeds niet waarom, maar ik was bang dat ik nooit meer wakker zou worden. Ik was bang dat het verhaal hier zou stoppen, hier, in dit ziekenhuis. De anesthesioloog moet mijn angst gezien hebben. Met een zachtaardige stem vertelde hij me dat ik me daar geen zorgen om hoefde te maken, dat ik hem kon vertrouwen, dat hij heus wist wat hij deed. Ik heb de keuze gemaakt hem te vertrouwen.
Die keuze maak ik nu weer. Ik vertrouw de journalistiek over het vaccin. Ik vertrouw erop dat (medische) journalisten aan de alarmbellen trekken als blijkt dat er een extra hoofd uit mijn schouder schiet na het injecteren van dat vaccin. Ik vertrouw op de medische wetenschap. Ik slik af en toe paracetamol om pijntjes te laten verdwijnen, ik heb infecties uit mijn lichaam geschud dankzij antibiotica, ik heb zalfjes op wonden gesmeerd die dan haast magisch heelden. Vanzelfsprekend is het om vragen te hebben over medicijnen, behandelingen en vaccins. Die vragen hebben vaak ook gewoon antwoorden, gelukkig.
En daarna is het tijd om vertrouwen te hebben.