Uiterlijk schoon is zowel een vloek als een zegen voor Jihane Chaara. Ze kan ervan genieten, maar merkt dat het al te vaak ook het zicht ontneemt op alles wat er onder de oppervlakte aanwezig is. De filosofie van de body neutrality geeft haar een antwoord op de vraag hoe hiermee om te gaan.
‘But if I gave up on being pretty,
I wouldn’t know how to be alive.’
- Mitski, Brand New City
Je wandelt langs een etalageraam en neemt prompt je lichaam onder de loep. Of je vermijdt het juist om naar jezelf te kijken, bang voor het onbehagen dat je zal bekruipen. Je kijkt weg als je op straat langer wordt aangekeken dan gebruikelijk. Of je zoekt die andere ogen juist op, verwelkomt met genoegen de blikken van begeerte.
Je kunt niet ontkomen aan het waargenomen worden. Je kunt niet besluiten dat omstanders vandaag alleen jouw persoonlijkheidstrekken zien en niet jouw lichaam. Dat dwingt je ertoe te erkennen dat er een relatie bestaat tussen jou (als persoon) en je lichaam. Je kunt niet stilletjes en onzichtbaar door de wereld zweven. Je wordt gezien, beoordeeld, hoe je het ook wendt of keert.
Alsof dat niet gecompliceerd genoeg is word je op alle mogelijke manieren eraan herinnerd hoe een mooi mens er dan uit hoort te zien.
Je mag er zijn, je bent mooi, je verdient het om begeerd te worden.
Het is een krampachtige strijd die een leven langt duurt. Het is dus geen wonder dat de body positivity movement voelt als een ware verademing voor wie zich met deze kwestie bezighoudt. Deze beweging stelt dat ieder lichaam mooi is. Het rammelt aan de hekken en kaders die gebouwd zijn in de loop der eeuwen en propageert dat je lichaam mooi is ondanks dat het (wellicht) niet voldoet aan schoonheidsidealen. In de jaren zestig kwam deze gedachtegang al op, in de jaren negentig werd zij versterkt, maar in de jaren tien van deze eeuw ontplofte de beweging: een ware revolutie, een uitdaging van de bestaande normen. Fat shaming is niet meer van deze tijd, invloedrijke merken zoals Dove en Nike dragen de boodschap uit dat iedereen schoonheid bezit, bestsellers worden erover geschreven. Dankzij sociale media bereikt de boodschap de hele wereld: je mag er zijn, je bent mooi, je verdient het om begeerd te worden.
De Amerikaanse artiest Lizzo staat erom bekend dat ze inspirerende preken geeft tijdens haar shows, waarbij ze aanstipt dat iedereen mooi is: ‘I want you to go home and do me a favor. I want you to look in the mirror and I want you to say: I love you, you are beautiful, and you can do anything.’ Je hart zwelt op als je in een zaal staat en je haar dit hoort zeggen. Even heb je het gevoel dat de strijd misschien toch gewonnen is.
Misschien is de worsteling voorbij. Vroeg of laat stap je toch de concertzaal uit. De high van Lizzo’s woorden neemt af. Je bent weer gewoon een mens in deze enorme wereld gevuld met andere mensen, en zult je toch weer moeten verhouden tot elkaar en tot jezelf. Waar de body positivity movement grote stappen heeft gemaakt en ingrijpende veranderingen heeft gemaakt in ons collectief denken, was het niet de revolutie waar we op hoopten. Het was de revolutie die nodig was, maar het is tijd om te hergroeperen en opnieuw na te denken. Body positivity heeft de kaders opgerekt van wat het betekent om mooi te zijn, maar waarom accepteren we die kaders in eerste instantie als een noodzakelijk kwaad?
Dat ik me dat afvraag, wil niet zeggen dat ik er niet even fanatiek aan meedoe.
Ik waardeer schoonheid zowel in de ander als in de spiegel.
Ik slenter met een vriendin door de stad, de hele middag hebben we over dit onderwerp gedachtes gewisseld. We belanden in een kledingwinkel en passen allebei een broek. Ineens staan we onszelf in de spiegel te bekijken, te plukken aan onze kleren, aan ons haar. Dan staan we dus toch kritisch naar de spiegel te kijken, geamuseerd door wat we zien terugkijken.
Ik kan een ijdel mens zijn, waardeer schoonheid zowel in de ander als in de spiegel. Maar ondertussen wil ik soms oplossen in de lucht, niet de hele tijd gezien worden. Als oplossing voor deze kwestie probeer ik mezelf aan te leren om onverschillig te worden voor hoe ik waargenomen word. Basta, het is mooi geweest, ik ben niet op aarde gezet om mooi te zijn. De wereld is geen catwalk. Ik wil dat mijn medemens mijn persoon waarneemt, de rest is haast irrelevant. Maar ik heb niet altijd kapstokken voor deze gedachten. Als ik naar het werk ga, dan is het gemakkelijk om dit te denken. Of als ik boodschappen doe. Het wordt moeilijk als ik naar een feestje ga, weet dat ik mensen zal zien op wie ik indruk wil maken.
Dan kan ik soms toch voldaan in de spiegel kijken, ervan verzekerd dat het allemaal gesmeerd zou lopen. Dan denk ik toch iets langer na over wat ik aantrek die dag. Dan word ik toch weer bezeten door die kaders die ik eerder aan het bevragen was.
Ik stuitte een paar maanden geleden op een Instagram-comment van actrice en activiste Jameela Jamil, waarin ze schreef als reactie op iemand anders: 'As an eating disorder advocate, I propose Body Liberation, which involves not thinking about my body at all. No hate. No love. Just no engagement.' Ik maakte direct een screenshot van het scherm en stuurde dat via WhatsApp naar een goede vriendin.
Je hoeft je lichaam niet mooi te vinden, het is er gewoon.
Hierop volgde veel Google-werk en gesprekken met vrienden. Er bleek een beweging te bestaan waar ik me niet eerder bewust van was: body neutrality. Deze beweging houdt zich bezig met het aan diggelen slaan van de kaders van schoonheid. Het gaat er niet om dat iedereen mooi is, maar dat hoe je je voelt over jezelf niets te maken heeft met je uiterlijk. Het werpt de notie omver dat het van belang is hoe je eruitziet. Je lichaam is slechts je omhulsel, en is maar één aspect van je zijn. Sterker nog, het is verre van het interessantste aspect van je zijn. Volgens de filosofie van body neutrality hoef je je lichaam niet mooi te vinden. Het is irrelevant, want die kaders (‘mooi’, ‘lelijk’) zijn irrelevant voor je waarde als persoon. Het is daarom onnodig om krampachtig te zoeken naar die liefde voor je lichaam. Je lichaam is er gewoon.
Deze filosofie is pas echt revolutionair. Het is, op dit punt in de tijd, achterhaald om de kaders zodanig op te rekken dat iedereen erbinnen past. Het wordt tijd dat we het kader uitgummen.